Christus in het geloof van Abel

Wat zegt het over de Heere Jezus?

Adam en Eva hebben waarschijnlijk vertelt over het paradijs. “Alles was goed, jongens. Er waren geen doornen en distels. Er waren geen zonden. We dienden God met heel ons hart.” Ook zullen ze verteld hebben over hun ongehoorzaamheid aan God. “Nu moet God Zijn toorn over ons uitgieten. Dat hebben je vader en moeder, maar ook jullie verdiend.” Ze mochten ook vertellen over Gods beloofde Zoon. “Daarom moeten wij offeren, jongens. Het bloed wijst er op dat straks God Zoon komt om Zich op te offeren voor de zonden.” Daarom brengen Kaïn en Abel in Genesis 4 een offer. Abel heeft het gevoeld. Zijn zonden maken scheiding tussen God en hem. Hij heeft de Heere Jezus Christus nodig om zijn grote schuld. Zou God hem om Jezus’ wil willen aanzien? Kaïn offert omdat het zo hoort, maar zijn hart is hard en ongebroken.

Wat leert het jou?

Uit dit Bijbelgedeelte leren we dat als twee mensen hetzelfde doen, ze nog niet hetzelfde zijn. En de HEERE zag Abel en zijn offer aan, maar Kaïn en zijn offer zag hij niet aan. De schrijver van het boek Genesis noemt eerst de naam en daarna pas het offer. Dat betekent dat God eerst kijkt naar ons als persoon. Daarna pas wat je doet. Het gaat in de dienst van de Heere om je hart. In Spreuken 23 vers 26 zegt God: Mijn zoon, geef Mij uw hart. God is in de eerste plaats niet tevreden met je offer, maar met je hart. God vraagt geloof in Jezus Christus. Kaïn diende God uit sleur en gewoonte. Abel diende God om wie Hij was. De Heere is het voor Abel zo waard om geëerd en gediend te worden en Christus kan hij niet missen. Daarom slaat hij zijn ogen op tot God om verzoening.

Wat heb je eraan?

Deze geschiedenis is voor jou en mij een spiegel. Hoe dien ik de Heere?

Als Kaïn of als Abel? Ga je naar de kerk omdat het moet of om de Heere Jezus te leren kennen? Zoals we geboren zijn, heten we allemaal Kaïn. Als je ‘s morgens wakker wordt, denk je niet aan God. Je voelt niet dat je een offer nodig hebt. Als het zo bij jou is, bekeer je dan vandaag! Zoek God! Abel had indrukken van zijn zonde en voelde zich verdrietig. Hij kon God en Jezus niet meer missen. Al zijn gebeden en zijn offers waren doortrokken van heimwee en dorst naar Christus. Dat noemt de schrijver van de Hebreeën-brief ‘geloof’. Het was Abels prestatie niet, maar het werk van Gods Geest in zijn hart. Zonder Christus is God een verterend vuur en kunnen wij niet voor Hem bestaan. Bid om een waar geloof in Christus. Vraag of je God mag dienen zoals Abel dat deed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen