Christus de Ark

Wat zegt het over de Heere Jezus?

De ark wijst heen naar de Heere Jezus. Zoals Noach veilig in de ark was, zo ben je alleen veilig als je in Christus bent. Weet je wat dat betekent? De Heere zegt tegen jou dat het oordeel komen gaat. Hier in Genesis 7 leert de Heere dat Hij de zonde straft. Maar, en dat is Bijbels, met de straf geeft de Heere ook altijd uitkomst. Kijk, er dobbert een schip op het water. Daar binnen is het veilig. Dat schip wijst je op Jezus. Door het geloof in Hem, ben je veilig. De Heere Jezus is door Zijn Vader gezonden om mensen te behouden van het oordeel. De deur van de ark was net zolang geopend, totdat de Heere Zelf de deur sloot (Gen. 7:16).

Wat leert het jou?

Eens, zul jij je ogen sluiten en worden de ‘trossen van jouw levensschip’ losgelaten. Je sterft. Dat kan als je jong bent. Vroeger zeiden de mensen wel: “Als je sterft, moet je de doods- Jordaan door”. Je moet voor God verschijnen. Hoe denk je ‘aan te meren’ zónder Christus? De prediking van Noach wijst je op de genadetijd. Ook nu laat de Heere Zijn knechten rondgaan om je te wijzen op het behoud dat er is in Christus. Nóg is er tijd, maar net zoals de deur van de ark eens sloot, zal je genadetijd ooit ook voorbij zijn.

Er is nog iets. Allerlei dieren mochten in de ark komen. Wilde dieren, tamme dieren, allen kregen ze een plek. Zo is er plaats voor allerlei soorten mensen. Jonge mensen, oudere mensen, zieke mensen, gehandicapte mensen. Mensen uit Afrika, Nederland, China, Irak en Rusland. De Ark vult Zich met mensen. De laatste hamerslagen klinken: “Bekeert u, bekeert u!”

Wat heb je eraan?

Besef dat de Heere Zelf de ark sloot. Eens zal het einde zijn. Je moet in de Ark zijn. Daarom, laat het je gebed zijn, iedere dag: “Heere, een kind van U worden, wilt U dat doen, voor het te laat is!” Bedenk bij alle dingen die je doet of het past bij de mensen buiten de ark, of bij Noach in de ark. En overdenk de inhoud van het gedicht van Jacobus Revius:

De gewisse dag der wraken,

Och! de dag begint te naken

Die de wereld zal doen blaken

Wiens gemoed en zal niet schromen?

Als ten oordeel zullen komen,

Beide kwaden ende vromen?

Zie, een boek werd opgeslagen

Dat ten volle zal gewagen

Hoe zich ieder heeft gedragen.

Ach, Wie is het die mij helpen zal,

Als ik voor de Rechter gaan zal?

Daar de reinste nauw bestaan zal?

Gij die van de hemel daalde

Om te zoeken het verdwaalde,

En voor mijne schuld betaalde

Uit de diepte der ellende

Mijn gebed ik tot u zende:

Draag doch zorge voor mijn ende.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen