Het gezin en de kerkdienst

Gezin

De termen ‘familie’ en ‘gezin’ worden in het Oude Testament niet genoemd. Het woord dat het meest overeenkomt, is het Hebreeuwse begrip bêt’äb, wat ‘vaderhuis’ betekent (Richt. 6:15). In Israël stond het individu niet los van haar omgeving, maar zij was onderdeel van het gezin en de familiekring. Vader, moeder en kinderen, maar ook de grootouders en aangetrouwde kinderen, vormden een eenheid. Samen droegen zij bij aan de (godsdienstige) opvoeding van de kinderen.

Vader

In Israël had de vader een grote rol in het gezin, waarvan hij het hoofd was. Dit komt ook in het Nieuwe Testament naar voren, waar Paulus schrijft: Die zijn eigen huis wel regeert, zijn kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid (1 Tim. 3:4). Elk jaar kregen alle mannen de opdracht om drie keer (tijdens het Pascha, Wekenfeest en Loofhuttenfeest) naar de tabernakel of tempel te gaan. Drie malen des jaars zullen al uw mannen voor het aangezicht des Heeren HEEREN verschijnen (Ex. 23:17).

Vader was verantwoordelijk voor het geestelijk welzijn van de overige gezinsleden en dit was meer dan een individuele opdracht.

Moeder

Moeder had ook een belangrijke functie in het gezin. Een kind zoekt van nature troost en veiligheid bij moeder (Ps. 131:2) en ontvangt, in lijn met het vijfde gebod, liefde en respect. In dit verband valt op dat in Leviticus 19 vers 3 de moeder als eerste wordt genoemd: Want ieder zal zijn moeder en zijn vader vrezen, en Mijn sabbatten houden; Ik ben de HEERE, uw God! Vader en moeder hebben dus beiden hun taak in het gezin en moeten beiden gerespecteerd worden.

Het was gebruikelijk dat de mannen de vrouwen en kinderen meenamen naar de tabernakel of tempel om God te dienen. In bepaalde omstandigheden, zoals na de geboorte van een kind, was dat niet mogelijk. In zulke situaties bleven vrouwen en kinderen thuis. In die situatie werden de kinderen thuis door moeder onderwezen. Mijn zoon! hoor de tucht uws vaders, en verlaat de leer uwer moeder niet (Spr. 1:8). Op deze manier gaven zij vorm aan de dienst van de Heere. Vrouwen hadden dus een belangrijke rol in de geestelijke opvoeding van de kinderen en dat kwam tot uitdrukking in de huisgodsdienst.

Ook in het Nieuwe Testament lezen we over het gezin. In de Bijbel wordt het gezin als beeld van Gods relatie met Zijn kinderen gebruikt. Door het hartvernieuwende werk van de Heilige Geest kun je deel krijgen aan dit gezin. Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader! (Rom. 8:15). God gebruikt Zijn Woord om Zijn gemeente, Zijn geestelijk huisgezin, te bouwen. Nog is er plaats in dit geestelijke huisgezin. In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen (Joh. 14:2). Rust toch niet voor je mag weten daarvan een levend lidmaat te zijn en eeuwig te zullen blijven.

Bronnen: The Family in the Old Testament - J.A. Dearman; Struikelblokken - Dr. M.J. Paul.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen