Gods Woord
#schatgraven #soap-methode #zweedse methode #actief lezen #ABC-methode
De Bijbel is het Woord van God. Door de Bijbel spreekt God tegen jou. Psalm 119 is geschreven als een gedicht, een leergedicht. Het is goed om de Bijbel te onderzoeken, te overdenken en ervan te leren. Matthew Henry noemt de Bijbel een brief aan ons geschreven en het gebed als iets wat wij terugzenden. Laat jij de brief ongeopend liggen, leg je de Bijbel na het lezen naast je neer, of beantwoord jij deze brief met het gebed?
A
1. Wat is volgens jou de kern van dit Bijbelgedeelte?
2. Welk gedeelte spreekt jou aan?
3. Welke vragen heb je bij deze tekst? Schrijf ze op en ga op zoek naar de antwoorden.
B
4. Lees de uitleg aandachtig door. Wat zegt de dichter over Gods Woord en wet?
5. Wat valt je op?
6. Schrijf alle dingen op die je niet goed begrijpt.
7. Schrijf ook de dingen op die je moeilijk vindt om toe te passen in jouw omgang met de Bijbel.
C
8. Schrijf in eigen woorden een samenvatting van het gedeelte.
9. Wat is de waarde van de Bijbel voor jou?
10. Vind jij vreugde in Gods wet, hoe?
11. Wanneer heb jij voor het laatst gedankt voor je Bijbel?
12. Hoe zou jij aan de hand van dit Bijbelgedeelte het belang van de Bijbel uitleggen aan je vrienden?
Oud Goud
Iemands lichamelijke gezondheid kan in zijn algemeenheid worden afgemeten aan zijn eetlust. Iemands geestelijke gezondheid kan gekend worden door de manier waarop hij met de Bijbel omgaat. (J.C. Ryle 1816-1900)
Psalm 119: 105-112
105 Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad.
106 Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid.
107 Ik ben gans zeer verdrukt, HEERE! maak mij levend naar Uw woord.
108 Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten.
109 Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet.
110 De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen.
111 Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid.
112 Ik heb mijn hart geneigd, om Uw inzettingen eeuwiglijk te doen, ten einde toe.
Uitleg
105 Dit gedeelte bestaat uit psalmen en lofprijzingen. De dichter verklaart dat Gods Woord voor hem is als een licht dat hem in de gevaarlijke duisternis voor struikelen bewaart.
106 De dichter verklaart dat hij Gods wetten zal gehoorzamen en bevestigt dit met een belofte.
107 De dichter is in doodsnood en vraagt daarom of de HEERE hem leven wil schenken.
108 Hij vraagt of de HEERE de vrijwillige offergaven, namelijk de lofprijzing die uit zijn mond komt, wil aanvaarden en hem wil onderwijzen.
109-110 Voortdurend is de dichter in gevaar, doordat de goddelozen hem willen doden. Toch vergeet hij Gods wet niet en is hij niet afgedwaald van Zijn geboden.
111-112 De dichter heeft Gods wet als een kostbare erfenis aanvaard en vindt er zijn vreugde in. Hij heeft daarom zijn hart erop gezet om tot het einde van zijn leven naar Gods geboden te leven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2022
Daniel | 36 Pagina's