Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de geestelijke frontline

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de geestelijke frontline

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een verbod om vrijuit over je geloof te spreken, weerstand zodra je met anderen in gesprek gaat en duistere praktijken die het leven van veel mensen beheersen. Dat is de dagelijkse realiteit van christenen in Azië. Christine de Visser is lange tijd werkzaam geweest in Azië en heeft dit van dichtbij meegemaakt. “Dan merk je dat je echt in de frontlinie staat van het zendingsgebied. De aanwezigheid van de duivel is duidelijk voelbaar.”

U heeft een periode in Azië gewerkt. Kunt u daar iets over vertellen?

“Ik heb zeven jaar in Azië gewerkt. Ik was werkzaam als docente Engels. Je hebt namelijk een beroep nodig om een visum te krijgen. Het was een bijzondere periode, waarin ik studenten voor het eerst iets mocht vertellen over wie de Heere Jezus is. In tegenstelling tot Nederland zijn veel mensen in Azië nog niet bekend met de Bijbel.

Op de school waar ik werkte, was het verboden om te evangeliseren. Elk semester werd nadrukkelijk gezegd dat ik aangenomen was om Engels te geven en niet om mijn geloof te delen. Toch probeerde ik aanknopingspunten te vinden om hier iets over te vertellen. Elk jaar werd een aantal algemene lessen gegeven over feestdagen in de westerse cultuur. Ook Kerst en Pasen werden behandeld. Om uit te leggen wat het kerstfeest inhield, begon ik bij de schepping. Ik legde uit dat er door de zondeval een kloof tussen God en de mens was ontstaan. Om deze kloof te overbruggen moest het kerstfeest worden. Ondanks dat ik het een waardevolle opdracht vond om de studenten te vertellen over de Bijbel, bracht het ook spanning met zich mee. De klassenvertegenwoordiger moest namelijk rapporteren wat er in de les besproken was. Ik vroeg aan het thuisfront of ze wilden bidden voor bescherming en dat de boodschap gezegend mocht worden. Een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel (Jak. 5:16b). Al die keren dat ik iets over Gods Woord mocht delen, heb ik niets vanuit de directie gehoord. Hierin heb ik duidelijk Gods leiding gezien.

De Aziatische cultuur verschilt van de Nederlandse cultuur. Welke verschillen vielen u het meest op?

“Het is duidelijk te merken dat het christendom met de Nederlandse cultuur verweven is. Vooral in de waarden en normen die er nog zijn. Als bijvoorbeeld iemand iets overkomt op straat, schieten mensen al snel te hulp. In Azië zal dit niet gebeuren, omdat mensen zelfs aangeklaagd kunnen worden als zij hulp verlenen. Er zijn geen christelijke waarden en normen. Zo ontbreekt de naastenliefde voor mensen die je niet kent. Je helpt alleen mensen met wie je in een bepaalde relatie staat. Dit onderscheidt niet-christenen van christenen. Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde (1 Joh. 1:7). Het mooie is, dat het voor mensen aantrekkelijk is om te zien dat christenen een gemeenschap vormen. Dit is iets wat zij vaak missen. Een ander verschil is de communicatie. Nederland heeft een open en directe cultuur. De Aziatische cultuur is juist indirect. Mensen zeggen vaak niet rechtstreeks wat ze echt bedoelen. Directheid wordt daar als onbeleefd of zelfs brutaal ervaren.”

Welke plaats heeft religie in de Aziatische cultuur?

“De meest voorkomende godsdiensten zijn het boeddhisme en het taoïsme, een mystieke stroming. Een andere, veel voorkomende, religieuze uiting is voorouderverering. Overleden familieleden worden door middel van rituelen vereerd. Mensen maken vuurtjes op straat, waarbij geld of kleding wordt verbrand. De achterliggende gedachte is dat de geest van de overledene voortleeft en die spullen kan gebruiken. Het is een Bijbelse opdracht om je ouders te eren, maar deze verering is heidens.”

Hoe reageerden mensen als u de Bijbelse boodschap bespreekbaar maakte?

“Ik probeerde regelmatig met mensen in gesprek te komen over het geloof. Door middel van het stellen van vragen zocht ik een aanknopingspunt om over de Bijbel te vertellen. Dit lukte niet altijd. In sommige situaties voelde ik weerstand. Bij boeddhisten en moslims heb ik dit in beperkte mate ervaren. Vooral bij waarzeggers stuitte ik op verzet. Dit werd wel duidelijk in de volgende situatie. Op een dag zat ik in een taxi waarin ook waarzeggers meereden. Ik probeerde in gesprek te komen en stelde de vraag: ‘Wat doet u precies?’ Alsof ze aanvoelden welke kant ik met mijn vraag op wilde, zeiden ze: ‘Jij hebt jouw godsdienst en wij hebben de onze. We praten er niet over.’ Voordat ik verder iets kon zeggen, werd het gesprek afgekapt. Toch mocht ik ook momenten ervaren dat ik met mensen open over het geloof kon spreken. Bijvoorbeeld tijdens mijn taallessen, die ik de eerste twee jaar volgde. Ik had intensief, één op één, contact met mijn lerares. Hierdoor was er vaak een mogelijkheid om het gesprek aan te gaan over Gods Woord. Veel van de docenten hadden al het een en ander gehoord van andere leerlingen, vooral zendelingen. Verschillende docenten zijn christen geworden.”

Als u de situatie van christenen in Azië afzet tegen de situatie van christenen in Nederland, welke verschillen ziet u dan?

“De kerk in Azië is jong. Veel mensen zijn eerste generatie christenen. De verdrukking en vervolging nemen toe. Gemeenten moeten noodgedwongen in kleine groepen samenkomen. In Azië hoort vervolging bij het christen-zijn. Terwijl wij al snel op onze achterste benen staan als de overheid ons beperkingen oplegt.

Daarnaast is er onder christenen in Azië een sterk verlangen naar de wederkomst. Ze leven in afhankelijkheid van God. Ik heb sterk ervaren dat deze mensen dicht bij de Heere leven. Ze beseffen goed uit welke nood ze zijn verlost en willen dit delen met anderen. In Azië merk je duidelijk het verlangen om samen te komen rond Gods Woord, ondanks alle beperkingen. De christenen daar ervaren de kracht van het geloof. Bij ons is het vanzelfsprekend om naar de kerk te gaan, alleen tijdens corona was het anders. Omdat het hier allemaal zo makkelijk gaat, ontbreekt de diepgang vaak. In de verdrukking groeit de kerk. Dat merk je in Azië heel sterk. Ik denk dat wij het te goed hebben, dat materialisme ons verblindt.”

Het thema van deze Daniël is ‘Duivels dichtbij’. In hoeverre heeft u de macht van de ‘boze’ ervaren in Azië?

“In Azië staan op verschillende plaatsen tempels. Rond een tempel hangt een bepaalde sfeer. Ik hoorde het monotone gebons van een gong, het gemurmel van gebeden en ik rook de geur van wierook. Ik merkte sterk dat de duivel in dat gebied heerste. Ik kreeg altijd hoofdpijn als ik bij een tempel was.

In een dorp werd jaarlijks een man door middel van rituelen in trance, in geestvervoering gebracht. Die danste dan een week wild en met uitpuilende ogen rond. De mensen geloofden dat de berggod in hem gevaren was. In werkelijkheid was hij van de duivel bezeten.

Er gebeurden bovennatuurlijke dingen. Soms verwondde zo’n bezetene zichzelf door een spies door zijn wangen te steken. De wond genas na het uittrekken van de spies dan opvallend snel.”

Wat heeft u geholpen om hiermee om te gaan?

“Het is inderdaad een beangstigende religie die heel het leven van de mens beheerst. Mensen staan in direct contact met de boze. Ze zijn soms helemaal in de greep van boze machten. Dan merk je dat je echt in de frontlinie staat van het zendingsgebied. De aanwezigheid van de duivel is duidelijk voelbaar. Op zulke momenten, als ik bang werd, zong ik vaak: Uw Koninkrijk koom’ toch, o HEER’! Ai, werp den troon des satans neer (GdH:3).”

Werkt de duivel volgens u anders in Nederland?

“In zekere zin wel. In Azië heb ik duidelijk gemerkt dat ik werkzaam was in de frontlinie. De duivel openbaarde zich daar als een briesende leeuw. Aan de andere kant is de macht van de boze ook hier realiteit, maar heeft die een andere verschijningsvorm. De duivel houdt ons op een andere manier in zijn greep. Denk bijvoorbeeld aan materialisme en aan het meegaan met de huidige tijdgeest. Wij verknoeien veel tijd aan allerlei dingen, zoals plezier en vermaak. Dit kunnen ook op zichzelf onschuldige dingen zijn. Zodra het je van Gods Woord afhoudt, heeft de duivel zijn doel bereikt. Hij zet alles op alles om je er vanaf te houden om voor God op de knieën te gaan. Wees daarom waakzaam en zoek de Heere.”

Hoe moet je als jongere omgaan met de geestelijke werkelijkheid die Paulus beschrijft?

“Om staande te blijven in deze geestelijke strijd, heeft God Zijn wapenrusting ter beschikking gesteld. Hierover kun je lezen in Efeze 6. Paulus schrijft: Doet aan de gehele wapenrusting Gods (vers 11) en niet veel later zegt hij: Neemt aan de gehele wapenrusting Gods (vers 13). Het is zowel een opdracht als een geschenk. De geestelijke wapenrusting is een belangrijk onderwerp om je voor te bereiden op de strijd. Doe met elkaar Bijbelstudie over dit onderwerp, bijvoorbeeld op de JV. Wij hebben een schat aan informatiebronnen. Dat is in Azië wel anders.”

Wat kun je als jongere doen voor zendelingen en evangelisten die in de geestelijke frontlinie staan?

“Ik wil afsluiten met een citaat van James O. Fraser: ‘I used to think that prayer should have the first place and teaching the second. I now feel that it would be truer to give prayer the first, second and third place, and teaching the fourth.’ Het gebed is het belangrijkste. Jongeren, bid voor zendingswerkers! Dat ze opening mogen krijgen om over God te spreken, maar ook dat ze die momenten mogen en kunnen gebruiken. Onderschat de kracht van het gebed niet!”


Verder praten

Op JV, thuis of met je vrienden:

Bestudeer met elkaar Efeze 6 over de geestelijke wapenrusting. Bedenk praktische voorbeelden hoe je deze wapenrusting kunt inzetten.

Maak voor jezelf de balans op: Hoeveel tijd besteed je aan dingen die niet of nauwelijks belangrijk zijn? Bedenk hoeveel macht deze dingen over je leven hebben. Zie je hier het werk van de duivel in? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Hoeveel tijd besteed je aan de dienst van de Heere? Zijn deze dingen met elkaar in balans?

Bid samen voor zendingswerkers die wereldwijd actief zijn.


Christine de Visser

Leeftijd: 45 jaar

Gezin: Gehuwd

Woonplaats: Hendrik-Ido-Ambacht

Beroep: Docente Engels

Hobby’s: Wandelen en fietsen in de natuur

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2022

Daniel | 36 Pagina's

In de geestelijke frontline

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2022

Daniel | 36 Pagina's