Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof onder vuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof onder vuur

#21 En Hij zal velen het verbond versterken

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jesse en Jessica ontmoetten elkaar weer op school. Daarna maakten ze de weekopening mee van directeur Van de Weg. Ook zagen ze elkaar weer in de kerk op woensdagavond. Daar werd directeur Van de Weg onwel, waarna vader Verdoold ingreep.

Zaterdagavond, huize Verdoold

“Tjoh”, zegt vader Verdoold zachtjes voor zich heen. Toch wordt het opgemerkt. “Wat is er?” klinkt het vanaf de bank. “We hebben een mail van school. Meneer van de Weg, jullie directeur, moet een hartoperatie ondergaan komende week.” Jessica moet terugdenken aan de laatste keer dat ze hem zag in de aula. Hij hield zich vast aan de katheder en veegde het zweet van zijn voorhoofd met zijn witte zakdoek. Ook denkt ze terug aan wat hij bad. “Doe Uw aangezicht aan ons lichten.”

Zondagmorgen, huize Van Vuren

Het gezin Van Vuren maakt zich klaar om naar de kerk in Utrecht te gaan. Vandaag wordt nichtje Elsbeth van tante Elisabeth gedoopt. Tijdens de maaltijd brengt vader Van Vuren het onderwerp van de doop ter sprake. “Jered, ben jij ook gedoopt?” Jered knikt.

“En, Jelmer, wat betekent het, om geheiligd te zijn? Straks zul je dat weer horen voorlezen uit het doopformulier.”

“Nou, dan ben je apart gezet pap!” antwoordt Jelmer direct. Vader glimlacht. “Goed onthouden van vorige keer. Weet iemand ook waarom ertussen staat: in Christus geheiligd?” Jesse ziet dat Jelmer hard nadenkt en wacht even. Dan antwoordt Jelmer: “Ik denk dat het betekent dat we apart gezet zijn om voor de Heere Jezus te leven, klopt dat?”

Vader knikt. “Ja, dat moet wel. Maar willen en kunnen we dat ook uit onszelf?” Er wordt door drie jongens op een rij driftig ‘nee’ geschud. Jesse heeft gemerkt dat het niveau van de vragen schrikbarend snel toe is genomen. Welke vraag zal nu voor hem zijn? Hij hoeft niet lang te wachten. “En Jesse, wat was het gedeelte uit de Bijbel wat tijdens jouw doopbediening centraal stond?” Vader is blijkbaar al toe aan een toepassingsvraag. Deze weet hij gelukkig. “Jesaja 46 vers 4”, zegt Jesse. “Ik zal dragen.” Vader knikt. Hij zoekt even oogcontact met zijn vrouw. Die glimlacht naar hem en knikt instemmend. Jesse ziet dat vaders ogen vochtig worden. “En weet je wat jullie nu mogen en moeten doen, jongens? Als je op je knieën ligt voor de Heere met een open Bijbeltje voor je op je bed, dan leg je je vinger bij wat de Heere beloofd heeft toen je gedoopt werd en dan vraag je eerbiedig: ‘Heere, doe naardat U gesproken hebt’.”

Bediening van de Heilige Doop

“Geliefde doopouders, het is de gewoonte om nog een persoonlijk woord te spreken naar aanleiding van de bediening van de Heilige Doop”, begint dominee Van der Werf zijn dooptoespraak. “Ik ga een voorbeeld geven wat ook de kinderen kunnen begrijpen. Zojuist lazen we uit het doopformulier dat de doop een teken en zegel genoemd wordt. In de catechismus wordt de Heilige Doop een pand genoemd. Die woorden zijn ouderwets, maar hebben een heel rijke betekenis. Kijk eens goed naar mijn rechterhand? Wat zie je daar? Inderdaad, een trouwring! Precies zo’n zelfde ring heb ik aan mijn vrouw gegeven toen we verloofd zijn. Toen waren we nog niet getrouwd. Op onze trouwdag werd de belofte vervuld. Zo is de doop als een geestelijke verlovingsring.”

Onder het zingen van Psalm 105 vers 5 wordt kleine Elsbeth binnengedragen door haar grote zus Esmée. Jesse ziet zijn nicht en klasgenoot stralend haar zusje aan haar moeder en zijn tante Elisabeth geven. Daarna wordt aan het voorhoofd van Elsbeth het teken en zegel van Gods verbond bevestigd.

In het gebed wordt ook gedacht aan directeur Van de Weg, die geopereerd moet worden en over wie grote zorgen zijn. De preek gaat over Psalm 72 vers 17. Zijn Naam zal zijn tot in eeuwigheid; zolang als er de zon is, zal Zijn Naam van kind tot kind voortgeplant worden; en zij zullen in Hem gezegend worden; alle heidenen zullen Hem welgelukzalig roemen.

Net voordat de preek is afgelopen, doet de dominee nog een oproep aan de kinderen en jongeren. “Jongens en meisjes, kijk eens omhoog als je de kerk uitgaat. Het is vandaag een zonnige dag. Je zult de zon zien schitteren aan de hemel. Dat is een teken van het feit dat de Heere doorgaat met Zijn werk. Dat wil het woordje ‘zal’ zeggen. Het staat er wel vier keer! En vraag jij dan maar zachtjes aan de Heere terwijl je naar de hemel kijkt wat we straks gaan zingen: ‘Zo doe Hij ook aan mij.’”

Zondagavond, huize Van Vuren

“Zo”, zeggen vader en moeder Van Vuren met een zucht, “die liggen.” Jered en Jelmer liggen na al hun rituelen eindelijk op bed.

“Ik heb nog een vraag over vanmorgen”, zegt Jesse. Moeder zet de thee op tafel. Vader kijkt op. “Oké”, zegt hij, “brand los.”

“Dat voorbeeld van de dominee vond ik mooi. Maar hoe zit het dan met mijn verantwoordelijkheid? Bij een verloving is er sprake van wederzijdse trouw, is dat in de doop ook zo?”

Vader schudt zijn hoofd. “Nee, in de doop is er sprake van eenzijdige liefde van de Verbondsgod. Hij neemt het initiatief.”

“Mmm”, zegt Jesse. “Dus ik hoef niks te doen?” “Doen?” herhaalt vader. “Alles is gedaan”, zegt hij zacht en meer tegen zichzelf dan tegen Jesse. Dan kijkt hij zijn zoon aan. “Een voorbeeld gaat altijd ergens mank. Maar wat de verantwoordelijkheid van een waar christen betreft…” Vader sluit zijn ogen en legt zijn hoofd tegen de hoofdleuning van zijn luie leunstoel. Dan citeert hij: “Ten derde, overmits in alle verbonden twee delen begrepen zijn, zo worden wij ook weder van God door den Doop vermaand en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid, namelijk, dat wij dezen enigen God, Vader, Zoon en Heiligen Geest, aanhangen, betrouwen en liefhebben van ganser harte, van ganser ziele, van gansen gemoede en met alle krachten, de wereld verlaten, onze oude natuur doden, en in een nieuw godzalig leven wandelen.”

Even is het stil in de woonkamer. Dan opent vader zijn ogen. “Begrijp je, Jesse? Al die dingen die naar voren komen in het formulier zijn de verantwoordelijkheid van een kind van God. Maar, en dat is wel belangrijk om te zeggen, zo iemand is wel door de Heilige Geest opnieuw geboren. En dat doet God alleen! Maar, en dat is het wonderlijke, deze genade van de nieuwe geboorte blijft nooit alleen!”

Weer ziet Jesse dat zijn vader de ogen sluit om zich te concentreren op wat hij gaat citeren. “Want het is onmogelijk dat, zo wie Christus door een waarachtig geloof ingeplant is, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid.”

Met een hoofd vol gedachten en een handvol geleerde lessen gaat Jesse die avond naar bed.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2022

Daniel | 36 Pagina's

Geloof onder vuur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2022

Daniel | 36 Pagina's