Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof onder vuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof onder vuur

#22 Een zeer gewenste man

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schooldirecteur Van de Weg is onwel geworden in de kerk en moet geopereerd worden. Elsbeth, het nichtje van Jesse en het zusje van Esmée, werd gedoopt. De dominee gebruikte een aansprekend voorbeeld tijdens de dooptoespraak over een zegelring. In huize Van Vuren werd verder gesproken over de rijke betekenis van de kinderdoop.

Dinsdagmorgen

Dan komt er een bericht van de mentor binnen.

Datheen College, voor schooltijd

Jesse en Matthias lopen de school in. Zojuist hebben ze wat herinneringen opgehaald aan hun overleden directeur. Van de Weg nam een grote plaats in op school, daar zijn ze het over eens. Elke dag had hij bij de poort gestaan en ‘zijn kinderen’, zoals hij ze genoemd had, vriendelijk gegroet. Van de Weg was nooit getrouwd geweest en had zich helemaal toegewijd aan de school. Hij had het zelfs zijn thuis genoemd.

Matthias vertelde Jesse van die keer dat hij bij Van de Weg op zijn kamer was geweest. De oorzaak daarvan was dat hij tijdens het showen van zijn basketbalskills aan de basket was gaan hangen, die het van schrik had begeven. Het was alles meegevallen en ze hadden een gezellig gesprek gehad. Jesse had een handgeschreven kaart van de directeur gekregen in de moeilijke periode dat zijn vader ziek was. Erboven had Van de Weg met sierlijke letters geschreven: Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen die Hem vrezen.

Er hangt een zware stilte in de school, beklemmend bijna, alsof niemand de stilte durft doorbreken. Hoe moet je je gedragen als iemand is gestorven, vraagt Jesse zich af. Mag je wel praten? Jesse kijkt nog eens om zich heen. Ja, er zijn er wel die met elkaar praten. Jesse zucht en denkt terug aan de moeilijke maanden die achter hem liggen. Zijn vader werd gespaard en mocht opknappen. Zijn directeur, ook een identificatiefiguur, valt nu weg. Jesse luisterde graag naar hem op maandagmorgen. Je kon horen dat hij er veel werk van had gemaakt als hij sprak. En altijd alles uit zijn hoofd. En hoe verder hij bij zijn katheder wegliep, hoe persoonlijker het werd.

Jesse had eens een gesprekje opgevangen tussen De Groot en Van de Weg. De Groot had gezegd: “Hoelang doe je daarover om dat voor te bereiden?” Van de Weg had lachend geantwoord: “Veertig minuten plus veertig jaar.” Daar had Jesse over na moeten denken. Hij had zijn vader geraadpleegd. Die had instemmend geknikt en geglimlacht. “Een zeer gewenste man”, had zijn vader gezegd. Jesse is het roerend met hem eens.

Condoleren in de kerk

Dominee Van Dam staat in de hal, ziet Jesse als hij samen met zijn vader aan komt lopen. Hij staat zijn gemeenteleden, maar vooral zijn catechisanten op te wachten. Hij wil van dit moment gebruik maken. Hij weet uit ervaring dat er in het klaaghuis, zoals Prediker het noemt, lessen geleerd worden door de wijzen. Wie die wijzen zijn, weet hij niet, dus richt hij zich op allen. Per klas mogen de leerlingen afscheid nemen.

Dan komt ook voor Jesse het moment dat hij oog in oog staat met de dood. Vooraf had Jesse er vreselijk tegenop gezien. Maar als hij het bewegingloze gezicht van zijn overleden directeur ziet, moet hij denken aan wat zijn vader aan tafel had gelezen uit Johannes 11: Lázarus, onze vriend, slaapt. En ook wat Martha gezegd en beleden had: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage. En tenslotte wat de Heere Jezus gezegd had: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven.

Een wonderlijke mengeling van gevoelens van vrede en vreugde maken zich meester van Jesse. Hij ervaart heel even iets van het geluk van Gods kinderen. Wat had De Groot ook alweer gezegd tijdens de mentorles? O, hoe groot is Uw goed, dat Gij weggelegd hebt voor degenen die U vrezen. Dan voelt Jesse opeens dat zijn hand wordt vastgepakt. Hij kijkt even opzij. Jessica staat naast hem. Jesse heeft geen tijd om er veel aandacht aan te besteden, want de dominee neemt het woord.

“Vrienden, we staan rond een open kist. Dat is heel verdrietig en zeer aangrijpend. Zeker ook voor jullie als leerlingen. Het is niet alleen een grote slag voor de school, maar ook voor de gemeente. Maar voor jullie directeur is het niet erg. Hij is de strijd te boven. Er gaat wel een boodschap uit van zijn sterven, juist ook voor jullie: Let op den vrome en zie naar den oprechte; want het einde van dien man zal vrede zijn. Voor hem geldt wat we in Lukas 15 lezen: En zij begonnen vrolijk te zijn. Daar is wel een begin aan, meer geen einde.”

“Maar”, zo besluit dominee Van Dam, “hoe zou het geweest zijn als we nu rond jouw kist gestaan hadden? Hadden we dan hetzelfde kunnen zeggen? Vrienden, zoek toch de Heere, de God van meneer Van de Weg, terwijl Hij te vinden is!”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2022

Daniel | 36 Pagina's

Geloof onder vuur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2022

Daniel | 36 Pagina's