Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gered

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gered

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Henry heeft het dek van het schip gezwabberd en ondertussen een pakje voor Jeff achtergelaten tussen de rol touw. Zijn beloning is warme soep, maar dan spreekt een boze kerel hem aan. John Harper is dominee geworden in Glasgow. Er zijn jaren voorbijgegaan, John is inmiddels getrouwd met Annie.

Belfast

De warmte en het rumoer om hem heen hadden Henry slaperig gemaakt. Maar nu kijkt hij de man geschrokken aan. Boze ogen ziet hij en een rood aangelopen hoofd. “Huh, wattisser?” stamelt hij.

“Je hep me wel gehoord. Ik fraag of jij dat knechie ben van Jeff. Want daar hep ik nog een appeltje mee te schillen.” Spetters vliegen uit de man zijn mond en hij steekt al een grote hand uit naar Henry. Die krimpt ineen van angst. “Blijf van dat jong af! Vandaag was ie míjn hulpje, en met de rest wil ik hier niks te maken hebben.” Het is de bootsman die dat zegt. Hij staat op en kijkt de man met een dreigende blik aan.

“En het hulpie van de zeemeeuw’n” grinnikt een matroos. Een luid gelach gaat op wanneer de matroos demonstreert hoe Henry het dek zwabberde, uithaalde naar de vogel, en hoe die vervolgens wraak nam.

Gelukkig, de havenkruier is weer gaan zitten. Een ander begint een druk gesprek met hem. Maar Henry zit toch niet meer lekker. Hij schuifelt voorzichtig naar het uiteinde van de bank. Als er weer een lachsalvo losbarst, loopt hij snel langs de kok heen.

“Dankewel voor de lekkere soep m’neer”, zegt hij en maakt dat hij buiten komt. Snel de loopplank over en de kade op. Hij durft niet naar de rol touw te kijken. Zou het pakje al weg zijn? Het is koud en Henry huivert. Het is beter om niet te laat bij Jeff terug te komen.

“Hee, Henry, psst!” Henry kijkt op. Daar staat Joe, die bij hem in de buurt woonde, voordat zijn ouders stierven aan die vreselijke ziekte, achter een stapel kisten. “Hee Joe, hoe gaattie?” Henry loopt snel naar hem toe, maar slaat dan verschrikt een hand voor zijn mond. “Wat heppie gedaan?”

Joe’s oog is dik en blauw. Joe zelf was al niet dik, maar nu is hij graatmager en rilt als een rietje.

“Ik weet nie wat ik mot joh.”

“Zeg op.”

Even later zitten de jongens uit de wind met hun rug tegen de kisten. “’k Ben weggelope uit de fabriek”, begint Joe. “Maar wat mot ik nou? ’t Is er stikgevaarluk. Kijk.” Joe steekt zijn hand omhoog. Het topje van zijn middelvinger is verdwenen. “We motte die pluisjes tussen de masjiene vandaan pakke. Maar dat apparaat staat nie stil. En Lise…”

Joe barst in snikken uit en kokhalst als hij terugdenkt aan wat er gebeurde. “De masjiene pakte haar vinger, maar liet nie los, haar hand, haar arm.” Henry slaat zijn arm om Joe’s schouders. Die schokken van het snikken. Uiteindelijk wrijft Joe in zijn ogen en gaat staan. “Ik mot trug” zegt hij. “Misschien valt het mee.”

Die avond rolt Henry zich op in de hoek van Jeffs hutje. Terwijl het donker zich als een deken om hem heen wikkelt, bedenkt hij dat hij blij mag zijn niet in het weeshuis te zitten zoals Joe. Al die kinderen moeten elke dag in de fabriek werken. Nee, laat hem maar klusjes doen voor Jeff. Misschien kan hij binnenkort aan het werk op de kade. En dan… Hij denkt aan het gesprek van de mannen over dat verre land. Amerika. Hij fluistert de naam in het donker. Amerika! Dat geheimzinnige land, waar hij misschien wel rijk kan worden...


Glasgow, drie jaar later

Twee jongen mensen buigen samen hun knieën. Het zijn dominee John Harper en zijn vrouw Annie. Samen vragen ze of God hen wil leiden door dit leven. Ze danken voor het grote wonder dat Hij gaf. Na bijna drie jaar getrouwd te zijn zal hun eerste kindje bijna geboren worden. “Heere wees ons genadig, gedenk ons toch en denk aan Uw trouw verbond.”

Uren gaan voorbij. Annie slaapt al, maar John ligt nog geknield. Morgen is het weer zondag. Dan mag hij weer preken. De mensen moeten bekeerd worden. Ze hebben verzoening nodig.

Het is druk in de kerk. John kijkt naar de zee van gezichten die naar hem opkijkt. Zoveel mensen die verzoening nodig hebben. Hij legt zijn vinger bij de tekst in de Bijbel waar hij over gaat preken. Johannes 3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Het Woord van God. Hij preekt over Gods liefde voor verloren mensen, over het geloof dat God wil geven uit genade aan mensen die, wanneer ze niet geloven al veroordeeld zijn. Het is doodstil in de kerk. Dan sluit hij zijn preek af met een vraag: “Heeft u de duisternis liever dan het Licht? Amen.” Met een zucht eindigt John zijn preek. Even later loopt hij naar huis. Zijn hart vol gedachten en gebeden. Zijn gemeente, al die mensen. Hij gaat wat sneller lopen. Hoe zou het thuis zijn? Met Annie?

Samen drinken ze thee. “Het was druk in de kerk, weer veel nieuwe mensen”, zegt John.

Annie knikt. “Dan zullen de plannen voor de uitbreiding van de kerk vast doorgaan, denk je niet?”

“Ja, misschien wel.” John kijkt peinzend voor zich uit. Hij rekt zich uit en kijkt dan zijn vrouw nog eens goed aan. “Annie, ik wil je iets vragen. Je weet dat mijn oom pas is gestorven. Mijn nichtje Jessie heb je ontmoet. Ze is niet getrouwd. Ik heb gedacht dat ze maar bij ons moet komen. Dan kan ze het huishouden leiden. Dat is voor jou ook prettig wanneer je het straks druk hebt met de kleine.”

Annie glimlacht. Dit is nu haar John. Wat houdt ze veel van hem. Hij denkt altijd aan anderen. En Jessie is een aardige vrouw. “Dat lijkt me een goed idee”, zegt ze dan ook. “Fijn, dan zal ik haar vragen zo snel mogelijk hierheen te verhuizen.”

Zo snel als het besluit genomen is, zo snel lijkt het ook of het nooit anders geweest is. Jessie zorgt dat alles in huis op orde is. Annie kan John ondersteunen in zijn werk. Ze gaat vaak op bezoek bij andere vrouwen uit de kerk.

Het is donker. Maar er is geen rust in het huis van de dominee. John loopt biddend zuchtend heen en weer. Zijn nichtje Jessie loopt langs met een pan water. Ze knikt hem toe. “Nog even!”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2023

Daniel | 36 Pagina's

Gered

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2023

Daniel | 36 Pagina's