Opent uwe mond

“Zeg, wil jij voor mij een boodschap doen?” Een man wordt door zijn werkgever erop uitgestuurd, om een boodschap af te leveren. Niet lang na zijn vertrek, komt hij weer terug. Zijn baas is verbaasd en vraagt: “Hoe kan het dat je nu al weer terug bent? Heb je de boodschap afgeleverd en ontvangen wat je nodig hebt?”

“Nee”, zegt de man, “onderweg moest ik het water oversteken. Bij de steiger lag wel een veerboot, maar ik zag de veerman niet. Dus ik ben maar weer teruggegaan.” De werkgever vraagt: “Heb je wel geroepen?”

“Ja, ik heb wel een keer geroepen.”

“Hoe vaak heb je geroepen?”, vraagt de werkgever.

“Eén keer.”

Zijn baas kijkt hem boos aan: “Je bent een slechte werknemer”. “Je had veel vaker moeten roepen. Je had moeten roepen totdat de veerman kwam, want de veerboot lag er, dat zei je zelf.”

De Heere zegt: doe uw mond wijd open (Psalm 81:11b). Er staat niet ‘misschien’. Het is een bevel. God eist van je dat je Hem aanroept. Roep niet net als die werknemer, maar één keer. Blijf roepen tot God. Je mag alles aan Hem vragen. Eist van Mij vrijmoedig (Psalm 81, berijmd). Het blijft niet alleen bij een bevel, er volgt ook een belofte. En Ik zal hem vervullen (Psalm 81:11c).

Opent uwen mond;

Eist van Mij vrijmoedig,

Op mijn trouwverbond;

Al wat u ontbreekt,

Schenk Ik, zo gij ‘t smeekt,

Mild en overvloedig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen