Mozes en Aäron op audiëntie bij de Farao

Ze gaan. Mozes heeft het later niet nodig gevonden om uit de doeken te doen hoe ze uiteindelijk voor de troon van Farao zijn gekomen. Dat is ook niet belangrijk, maar je kunt je voorstellen dat ze niet zomaar bij hem binnen konden stappen. Uiteindelijk staan ze er. In hoofdstuk 7 staat dat ze geen gehoor krijgen.

Wat zegt het over de Heere Jezus?

Naar de Heere gaan, is niet zomaar wat. Er is een hoge, heilige, reine God in de hemel en tot Hem gaan we het woord richten. Dat vraagt voorbereiding. Welke houding neem je aan? Welke woorden kies je? Als je een beetje beseft wie jij bent en wie Hij is, blijkt bidden niet eenvoudig. Misschien wel een onmogelijke opgave voor je. Op audiëntie gaan bij de hoogste Koning. Zullen we daar welkom zijn? Worden we niet op voorhand afgewezen? Mozes en Aäron vragen spreektijd. Ze krijgen die. Ze vragen spreekrecht en ze krijgen het. Straks gaan ze onverrichter zake naar huis. Tot God gaan … we hebben een Bijbel, het woord van God. Daarin zegt de Heere Jezus: die tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen. Dat is bemoedigend. Dat opent perspectief. Hij zegt ook: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Ook dat neemt zorgen weg. Van deze Jezus staat in Hebreeën 7vers 24: Maar Deze, omdat Hij in der eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk Priesterschap. En in vers 25: Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Door Hem tot God gaan. Onze God is niet onbereikbaar.

Wat leer je ervan?

In de eerste plaats dit. Sommige mensen worden door God geroepen tot een bijzondere taak. Jij misschien nu of later. Ook jij hebt wellicht megaveel argumenten om geen gevolg te geven aan die roeping. Toch zal het gebeuren. Je houdt het echt niet tegen.

Maar ook dit: Mozes en Aäron moesten naar de farao. Uiteindelijk mogen ze hun woordje doen. Nee, ‘t is anders, ze móeten Gods Woord zeggen. Ze vinden geen gehoor en moeten, onverrichter zake, naar huis. Wij mogen altijd tot de Heere gaan. We moeten beseffen dat we als onheilige mensen in ons gebed naderen tot de Heilige God. Dat vraagt eerbied. Het vraagt een gebedshouding. God is niet je vriendje of vriendinnetje. Daarom is ons taalgebruik een beetje deftig. De Heere nodigt je om je hele hart leeg te schudden. Alles vertellen waar je het moeilijk mee hebt, waar je tegen aan loopt. Ik hoop dat je grootste vraag is of je een Borg voor je zondenschuld mag krijgen. Het mooie is dat de Heere nooit iemand heeft weggestuurd, noch zijn of haar gebed gehoor heeft ontzegd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen