Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gered

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gered

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dominee Harper heeft na lang nadenken de uitnodiging van een kerk in Amerika aangenomen. Maar hij heeft wel besloten niet alleen te gaan. Henry is jaloers op Tom, die naar Amerika emigreert om bij zijn neef op de boerderij te gaan werken.

Belfast

Naast elkaar lopen Henry en Tom naar de werf. “Wat is het toch een puik schip hè? En we hebben er zelf aan meegebouwd!” In de stem van Tom klinkt trots door. Enthousiast gaat hij verder. “En een derdeklas kaartje is beter dan op alle andere schepen. Daar is ‘t altijd één grote slaapzaal. Maar op ons schip heb je ook in de derdeklas hutten. Hutten met een paar stapelbedden. Dat is toch stukken beter! Er komt zelfs een rookkamer en je kun buiten wandelen over het dek.”

Vol bewondering kijken de jongens omhoog naar het schip dat hoog boven hen uittorent.

“Nou je weet er heel wat fan Tom,” zegt Henry, “maar weet je ook w’rom er vier schoorstenen op ‘t schip kommen?” Henry grijnst terwijl hij Tom aankijkt. Tom haalt z’n schouders op.

“Dat zal we voor de stoom zijn of niet dan? Er zullen heel wat kolen gestookt worden.”

“Nee, niet allemaal,” doet Henry geheimzinnig, “drie motte het werk doen en eentje is ’t er voor de mooiigheid.” Met een grijns gaat hij weer aan het werk. Ziezo, weet hij toch iets meer dan Tom, ook al zal hij niet met dit schip meevaren.

Tom grijnst, “Net als bij de arbeiders zeker. Sommige doen al het werk en anderen zijn meer van de praatjes!”


Londen

Jessie haalt haar handen door de bloem, ze kneedt het deeg en slaat het uit. Poeh, brood bakken is hard werken. Ze blaast een lok haar weg en veegt met de achterkant van haar arm langs haar gezicht. Amerika. Ze kan het niet goed bedenken. Dat enorme land. Daar zal zij heen gaan. John heeft de vraag van de Great Moody Church niet naast zich neer willen en kunnen leggen. Hij is al eerder geweest. Toen is zij samen met Nina hier gebleven. Maar nu, nu zal ze meegaan.

Ze weet niet goed of ze het nu leuk, spannend of eng spannend vindt, daarom stort ze zich met een dubbele ijver op haar werk. Met harde klappen slaat ze het deeg uit, vouwt en rolt het, tot ze uiteindelijk drie broden de oven inschuift.

Een handje trekt aan haar schort. “Jessie?”

“Ja, Nina, wat is er?”

“Heb je mijn pop gezien?”

Jessie trekt een diepe rimpel in haar gezicht. “Je pop? Waar is die nu weer naar toe gereisd? Kom, we zullen samen eens op zoek gaan.” Nina legt haar kleine handje in Jessies hand en samen lopen ze door het huis. Ze kijken onder de bank en in de slaapkamer.

Nina wordt steeds verdrietiger. “Als ze nu eens heel lang en heel ver op reis is Jessie? Net als papa? Hoelang duurt het dan?”

Jessie trekt de kleine meid tegen zich aan en geeft haar een knuffel. “Papa gaat weer op reis, maar deze keer gaan wij allebei mee hoor! En je pop ook. We gaan met een schip over het water naar een heel groot land.” “Ik weet het weer!” Nina straalt en trekt Jessie mee. Even later tilt ze haar pop uit de wasmand. “De pop was ook met een schip mee.”

In de studeerkamer zet John zijn handtekening onderaan de brief. Ja, hij zal gaan. Om drie maanden te preken. Voor de mensen in dat grote Amerika. Nee, voor God. Hij zal de mensen ook daar vertellen dat ze gered moeten worden. Of je nu in Engeland of Amerika woont. Alle mensen hebben redding nodig. De Heere Jezus heeft Zijn leven gegeven om zondaren zalig te maken. Zondaren die op deze wereld wonen.

Voor hij de brief wegbrengt, buigt hij nog een keer zijn knieën. Dan trekt hij zijn jas aan, pakt de brief en loopt naar buiten. In zijn hart is geen twijfel meer. God wil dat hij gaat.


Belfast

Henry loopt naast meneer Perrie door de straten van Belfast. Alles moet klaargemaakt worden voor de tewaterlating van de Titanic. “Een grote dag voor de rederij jongen. Wanneer de Titanic te water ligt, zal ze verder afgebouwd worden. Er moet nog veel gebeuren.” “Zo’n schip als de Titanic hep ik nog noojt gesien meneer”, zegt Henry vol ontzag. Het stalen schip torent inmiddels hoog boven alles uit. De stellingen die gebouwd zijn hebben meerdere etages.

De volgende dag heeft Henry veel plezier. Samen met Tom en nog een aantal arbeiders smeren ze de glijbanen in met zachte zeep en kaarsvet, waarover het schip in het water moet glijden. Het is een glibberig klusje. Gelukkig is het mooi weer.

“Testen!” roept Tom naar Henry. De voorman roept nog: “Niet doen!” Maar het is al te laat. De jongemannen, glibberig van de zeep, glijden het water in. Henry probeert Tom te duwen, maar alles is glibberig. Lachend laten ze zich de kant op helpen waar de andere mannen staan te juichen. Henry ziet Perrie bedenkelijk met zijn hoofd schudden, maar zijn ogen lachen.

Henry slaat zijn hemd uit. “Hmm, je sou toch denken dat m’n hempie nu wel genoeg zeep gesien het, maar t is er niet schoner op geworre” wijst hij Tom aan.

In Perries kantoor wordt druk overlegd met Ismay, de eigenaar van de rederij. “Het gaat niet om de snelheid van het schip Perrie, maar dit moet het mooiste, beste en grootste schip worden. We zorgen dat het er ruimtelijk uitziet en over de luxe inrichting zal overal gesproken worden.”

Enthousiast knikt Perrie en bekijkt de tekeningen. “Prachtig, het lijkt wel op een luxe hotel.” Vergenoegd knik Ismay. “Ja, een drijvend hotel.”

Het idee staat hem best aan. Zijn dikke vinger volgt de lijnen op de tekening. “Deze trap en de betimmering van de wanden hebben we deze week geregeld. Na de tewaterlating komen er arbeiders uit Holland van de Koninklijke Nederlandse Meubelfabriek Mutters uit den Haag. Zij zullen het aftimmeren.” Hij zwijgt even en zucht dan vergenoegd. “Het wordt schitterend, ik kan bijna niet wachten tot het schip klaar is.”

Duizenden arbeiders drommen samen op de werf. Vandaag is het zover. De Titanic zal te water gaan. Het is een lawaai van jewelste. Langzaam glijdt het schip over de glijbanen naar beneden. Henry houdt zijn adem in. Een enorme plons en dáár ligt het schip’. Hun schip! Trots welt in hem op. Hier heeft hij aan meegewerkt. “Aan de kant allemaal, maak eens ruimte!”

Een paniekerige stem dringt tot hem door. “Henry, kom eens hier!”

Verbaasd kijkt Henry om. Tom staat gebogen over een man, die op de grond ligt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 2023

Daniel | 36 Pagina's

Gered

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 2023

Daniel | 36 Pagina's