Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gered

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gered

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Henry heeft een vraag gehad die zijn leven op zijn kop zet. Zal hij meevaren naar Amerika? In Londen treft John Harper voorbereidingen voor de reis.

Londen

“Lekker.” Goedkeurend knikt domineer Harper Jessie toe. Naast hem zit Nina op haar stoeltje en blaast zachtjes in de warme thee. “Voorzichtig hoor Nina.”

“Nou, zo heet is jouw thee niet meer”, stelt Jessie haar gerust. John zet zijn kopje neer en kijkt Jessie aan. “De spullen moeten binnenkort ingepakt. We hebben een flinke reis voor de boeg. Meneer Smith brengt ons naar de trein. Daarmee reizen we naar Southampton. Vanuit de haven daar vertrekt ons schip naar Amerika. En het is niet zomaar een schip.” Hij legt de brochure op tafel. “Het onzinkbare schip!” roept Jessie uit als ze de afbeelding ziet. “Pas stond er iets over dit schip in de krant.” Nieuwsgierig bekijkt ze de papieren. “Ongelooflijk, wat is het enorm groot.” Ze zucht. “Eerlijk gezegd zie ik er wel een beetje tegenop. Het is prachtig, zo’n reis, maar ook heel spannend.”

John kijkt haar aan. “Dat is het ook. Onze voornaamste zorg is onze kleine druktemaker.” Hij aait Nina over d’r haren. “Gaan we met de boot papa?” vraagt ze en klemt haar pop stevig tegen zich aan. “De pop wil ook varen.” “Ja hoor, meisje van me. Jouw pop mag ook mee gaan varen. Maar eerst gaan we met de trein.” Nina’s gezicht betrekt. De trein, die maakt zoveel lawaai!


Belfast

De schemer valt en langzaam zakt de zon weg in het water. Op de kade staat Henry. Hij kijkt uit over het water, duwt zijn pet dieper op zijn hoofd en draait zich langzaam om.

Wat moet hij doen? Dromen over Amerika is iets anders dan er echt heen gaan. Ergens in zijn hart wist hij dat zijn droom op een dag zou uitkomen. Maar zo snel al? Dat had hij niet verwacht.

Na een laatste blik op het enorme schip, loopt hij de haven uit. Met zijn handen in zijn zakken stapt hij stevig door. Gedachten tollen door zijn hoofd. Voors en tegens. Tegen de tijd dat hij bij het pension komt, heeft hij zijn besluit genomen. Deze reis gaat zijn vriend Tom niet alleen maken! Hij knikt nadrukkelijk, zonder dat hij het zelf door heeft en duwt de deur open. Warmte en geluiden wolken om hem heen. Hij hangt zijn jas aan de kapstok en loopt gelijk de trap op naar zijn kamer. Hij wil nu nog even alleen zijn.

“Goedemorgen slaapkop, tijd voor ons ontbijt!” Met een brede grijns duwt Tom de deur van Henry’s kamer open. Henry zet snel zijn voet achter de net geopende deur. “Harder duwen, wereldreiziger!” Tom zet zich schrap en hangt met zijn volle gewicht tegen de deur terwijl Henry opeens zijn voet weghaalt. Met een bons tuimelt Tom de kamer in, belandt op de grond en grijpt onmiddellijk Henry’s been.

“Je bent gewoon jaloers”, gromt hij terwijl hij probeert Henry op de grond te krijgen. Die kijkt onverstoorbaar op zijn vriend neer die voor hem op de grond zit. Hij bukt en zegt met zijn gezicht vlak voor dat van Tom: “Jaloers? Nee hoor, niet op jou. Ik, ík vertrek namelijk uit dit koude natte land en dan reis ik met een onzinkbaar schip naar een onmetelijk groot land met de naam …” “Huh?” Volledig in verwarring laat Tom Henry’s been los en gaat staan. “Wat zit je me nu voor de gek te houden?”

Triomfantelijk haalt Henry een envelop uit zijn binnenzak, maar duwt hem snel weer terug als Tom ernaar graait. “Ik, beste Tom”, zegt hij gemaakt verwaand, “ben gevraagd je te vergezellen op je reis, aangezien het vertrouwen dat je er zonder mij aankomt niet zo groot is.” “Henry, houd op met die gekkigheid, wat is er nu echt aan de hand?”

Snel legt Henry het voorstel van Perrie uit. Nog voordat hij uitgepraat is, springt Tom op. Met een indianenkreet stort hij zich opnieuw op zijn vriend in een soort wilde vreugdedans, tot een bitse stem hen tot de orde roept. “Willen de jongeheren nog ontbijten, dan moeten ze NU stoppen en aan tafel komen. Ik herhaal: NU!” Lachend en elkaar op de schouders slaand, lopen de jongens de trap af. Afkeurend kijkt hun hospita hen aan. Even later lopen ze samen naar de scheepswerf. “Dit is toch geweldig, Henry”, zegt Tom met stralende ogen. “Zondagmiddag moet je met me mee, dan kun je kennismaken met mijn oom en tante. Zij gaan ook met heel het gezin met de Titanic mee. Oom heeft daar zelfs grond gekocht. Dat is natuurlijk het voordeel, omdat hun oudste zoon er al woont.”

“Nou, jij hebt anders ook al aardig wat zekerheid”, zegt Henry toch wat jaloers.

“Ach joh, met jou komt het ook wel goed hoor. Misschien kun je bij mijn neef aan de slag. Er is in elk geval werk genoeg daar, dus daar hoef je nu nog niet over in te zitten.”

“Eerst maar eens zien dat ons schip op tijd klaar is”, reageert Henry nuchter.


Londen

Het is druk in het huis van dominee Harper. Binnenkort vertrekt hij voor een lange reis. Verschillende mensen willen nog een gesprek voordat ze hun dominee straks voor een lange periode moeten missen.

Jessie heeft een lange lijst gemaakt van alles wat ze nodig hebben voor de grote reis. De lijst wordt steeds langer. Terwijl ze aan het schoonmaken is, grijpt ze ineens naar haar hoofd en rent naar de keukentafel waar de lijst ligt.

“Dat zou ik bijna vergeten”, zegt ze tegen zichzelf, terwijl ze de lijst aanvult. De keukendeur gaat open en een lange jongeman komt binnen met een mand vol pakjes.

“Kijk eens hier, juffrouw Jessie”, glimlacht hij. “Uw bestelling. En een cake van moeder voor de dominee.” “O, dankjewel!” Jessie draait zich om en pakt de mand aan. Terwijl ze de pakjes er één voor één uithaalt, staat haar mond geen moment stil. “Tjonge, ik ben toch zo bang dat ik iets vergeet. Het is zo ver, weet je. Ik kan niet even terug om iets op te halen als we eenmaal onderweg zijn. En de kleine meid, die mag ik wel bijna vastbinden, als ik die kwijtraak…” Huuu, ze rilt ervan. “O, en bedank je moeder voor de cake, Andrew, dat stellen we op prijs.” Andrew knikt en tilt de lege mand weer op. “Nou dan ga ik maar weer. En maak u zich maar niet te veel zorgen juffrouw, het komt vast allemaal goed.” Hij tikt tegen zijn pet en loopt de deur uit.

Met een zucht laat Jessie zich op de keukenstoel zakken. Ze laat haar hoofd in haar handen zakken. Dan spreekt ze zichzelf streng toe. Eerst bidden Jes, je maakt je veel te veel zorgen. Is God niet overal? Hij kan ook voor ons zorgen tijdens onze reis. Ze buigt haar hoofd en vouwt haar handen onder haar schort.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 augustus 2023

Daniel | 36 Pagina's

Gered

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 augustus 2023

Daniel | 36 Pagina's