Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gered

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gered

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nina heeft gepakt voor de reis, de gemeenteleden namen afscheid van hun dominee. Henry gaat mee met de Titanic! Hij is verantwoordelijk voor de poststukken die met het enorme schip vervoerd zullen worden. Maar het is wel een enkele reis…

Londen

John Parker kijkt omhoog naar de stralend blauwe lucht. Vandaag zullen ze beginnen aan het eerste deel van hun reis. Hij is blij dat hij deze keer niet alleen hoeft te gaan. Achter hem loopt een kruier met de bagage. Hij voelt Nina’s kleine handje in zijn hand. Ze houdt hem stevig vast. Het is een grote reis voor een meisje van zes jaar. Alhoewel… Hij glimlacht terwijl hij naar zijn nicht Jessie kijkt. Ook voor haar is het een enorm avontuur.

Jessie beweegt zenuwachtig met haar handen en kijkt gespannen om zich heen. “Waar moeten we nu precies zijn?” vraagt ze, terwijl ze hem aankijkt. “Je zit me toch niet uit te lachen, hè?”

“Nee hoor, ik geniet van ons avontuur”, antwoordt dominee Parker nu voluit lachend. Hij ruikt de geur van verbrande kolen die hier hangt, hoort het geroezemoes van de stemmen van de andere reizigers. Af en toe klinkt er een uitroep van een kruier. “Aan de kant! Aan de kant!” “De trein komt eraan.”

Kabaal golft om hen heen. Met veel gesis en geratel komt de stoomtrein het station binnenrijden. Jessie houdt haar sjaal voor haar mond en duwt een zakdoekje voor Nina’s mond. Bang kijkt ze om zich heen. Met Nina’s hand stevig in de zijne loopt John naar voren. Hij weet precies wat hij doet. Hij controleert het nummer op hun kaartjes en loodst Nina en Jessie de goede wagon in. Ziezo, hun bagage is binnengebracht en even later zitten ze op hun plaatsen. Nina kijkt stil om zich heen. Onder haar arm klemt ze haar pop.


Belfast, 2 april 1912

Eindelijk is het zover! De Titanic ligt niet alleen in het water, maar is ook klaar om uit te varen! Op de werf zijn de mannen alweer begonnen met de basis van het volgende schip. Henry en Tom drukken de hand van meneer Perrie.

“Behouden vaart jongens”, zegt deze. Hij kijkt Henry vaderlijk aan. “Je weet wat er van je verwacht wordt. En nu je weet hoe het werkt met de post overzee, verwacht ik zeker iets van je te horen. Stuur me bericht zodra je aan de overkant bent. Ik wil alle details horen van de reis en wat de andere passagiers zeggen over ons schip. Binnen niet al te lange tijd kom ik je daar eens opzoeken. Want alleen schepen bouwen en zelf aan land blijven, dat kan natuurlijk niet.” Zijn lach klinkt over de haven. De jongens lachen mee.

“Nou, voor iemand die onzinkbare schepen bouwt, blijft u wel erg graag aan wal”, waagt Tom het nog te zeggen. Even later lopen ze samen de loopbrug over en zijn ze aan boord.

“Tja, we zijn al vaker aan boord van dit schip gegaan, maar nu is het echt”, zegt Henry en knijpt Tom in zijn arm. Die trekt met een pijnlijk gezicht zijn arm terug. “Daarom hoef je me echt niet te knijpen hoor, jochie! Anders laat ik je zwemmen.” Dreigend kijkt hij Henry aan, die snel opzij duikt voor de grijpende handen van

Tom. Lachend zegt hij: “Ik ga eerst de post inspecteren. Meneer Hipps van het postkantoor is er zo en dan moet ik wel klaar zijn.”

Vol verbazing bekijken ze de postzakken. “Allemensen, moet er zoveel post naar de overkant?” Je zou denken dat heel Engeland wel een brief heeft geschreven. Tom kijkt de ruimte met poststukken in. “Nou snap ik waarom ze zo graag een overeenkomst met de post wilden”, fluistert hij tegen Henry.

“Goedemiddag heren”, klinkt een beleefde stem. “Ik kom de laatste poststukken leveren en controleren of alles in orde is.” Meneer Hipps van het postkantoor staat achter hen. Hij overhandigt een halfvolle zak met post aan Henry. Henry wenkt hem en loopt verder met hem de ruimte in. De postzak zet hij neer. De beambte haalt een schrijfblok tevoorschijn. Hij loopt heen en weer door het vertrek, telt de postzakken, verschuift er een en klopt op de wanden.

Achter zijn rug haalt Tom zijn wenkbrauwen op en verdwijnt. De man schrijft iets op en draait zich om naar Henry. “Nou dat ziet er goed uit. Jij bent verantwoordelijk voor deze post, heb ik begrepen. Hier heb je een formulier. Dat moet je aan de postbeambte in New York overhandigen. Als deze alles ingevuld heeft, kan hij het weer naar ons terugsturen.”

Henry draait de deur op slot en loopt met hem me naar de loopbrug. “Nou, plezierige reis jongeheer Henry. Alhoewel, jij liever dan ik.”

De man huivert even, terwijl hij naar het water kijkt en stapt de loopbrug op. Henry lacht en roept: “Die reis komt wel goed, landrot!”

Op de kade verzamelen zich steeds meer mensen die de Titanic uit zullen zwaaien. Samen met Tom staat Henry aan de reling.

“Kijk”, wijst Tom, “daar staan Perrie en de hoge heren.” “En daar de mannen van de werf.”

Kruiers lopen nog af en aan. Terwijl Henry zijn blik over de haven laat gaan, schrikt hij ineens op. Wie loopt daar tussen de kolensjouwers? Onwillekeurig deinst hij achteruit. Het zal toch niet waar zijn? Dat lijkt Jeff wel. Jeff is niet meer zo groot als vroeger en loopt een beetje krom. Al die jaren heeft hij niets meer gezien of gehoord van hem. Nadat meneer Perrie hem onder zijn hoede heeft genomen, is Henry maar één keer terug geweest naar de bouwval die doorging voor Jeffs veilige plek. Daar heeft hij zijn spullen gepakt en is er nooit meer terug gekomen. Die kant van de haven heeft hij in het begin bewust maar later onbewust gemeden. Het laatste wat hij wil is immers terug naar zijn vroegere leven: klusjes opknappen voor een crimineel. Zo kijkt hij er nu naar, maar tien jaar geleden was het de enige manier om te overleven. Hij slaakt een diepe zucht.

Wat een geluk dat hij Perrie tegen het lijf liep. Dat hij in dienst genomen is en een veiliger plekje mocht krijgen. En Tom heeft leren kennen. En kijk hem nu eens… Hij draait zich om en laat zijn ogen over het enorme schip gaan. Ze staan beneden op het dek, maar het schip torent metershoog boven hem uit. Er is genoeg te ontdekken aan boord! Hij stoot Tom aan, de scheepshoorn klinkt en langzaam maakt het schip zich los van de haven.

De eerste etappe van de reis is begonnen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2023

Daniel | 36 Pagina's

Gered

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2023

Daniel | 36 Pagina's