Brood!

Dit zou zomaar een stuk uit een dagboek kunnen zijn dat een Israëliet bijhoudt op weg naar Kanaän. Veel landgenoten denken net zo. Mozes schrijft dat de kinderen Israëls (alweer) aan het murmureren zijn. Murmureren is kwaad denken van God en ook zo over Hem spreken. De Heere hoort het murmureren. Dat wordt het einde van dit volk zou je denken, nu er keer op keer hatelijk van God wordt gedacht en gesproken.

Maar nee... in Zijn onbegrijpelijke goedheid krijgen deze mopperaars nu en zo blijkt later, de komende veertig jaar dagelijks manna. Korrels ter grootte van een erwt waar ze iedere dag brood van kunnen bakken, met een honingzoete smaak.

Wat zegt het over de Heere Jezus?

Mozes' reisverslag is bewaard gebleven. Zijn vijf boeken vormen het eerste gedeelte van de Bijbel. Farizeeën en Schriftgeleerden weten er eeuwen later nog veel over te vertellen. Ze hebben de Bijbel goed bestudeerd. Die Schriftkennis komt hen van pas als ze een godsdienstig twistgesprek voeren met de Rabbi uit Nazareth. “U hebt gisteren duizenden mensen gevoed met weinig broden, maar daarom geloven wij nog niet dat U de Messias bent. Onze vaders hebben veertig jaren lang iedere dag het Manna gegeten in de woestijn. God gaf hun door Mozes het brood uit de hemel te eten. In vergelijking met dit grote en langdurige wonder, stelt de vermenigvuldiging van de broden van gisteren niet veel voor. U zou een veel groter wonder, dan dat Mozes gedaan heeft, moeten doen. Dan zouden we U als Messias aannemen.” Dan neemt de Heere Jezus het woord: “Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, Mozes heeft uw vaderen inderdaad manna gegeven. Maar daarmee is het Manna (het brood uit de hemel) niet aan jullie gegeven. Het Manna van toen, was een afschaduwing van Mij. Ik ben het Manna uit de hemel.” Weer lezen we in de Bijbel dat er gemurmureerd wordt. Dit keer door de deftige Schriftgeleerden. “Hij is de zoon van Jozef, hoe kan Hij dan zeggen dat Hij uit de hemel is neergedaald?” Dat kunnen en willen deze kerkleiders niet geloven.”

Wat leer je ervan?

De Heere Jezus is uit de hemel neergedaald. Hij kwam ter wereld in Bethlehem, wat broodhuis betekent. Later zegt Hij in dit gesprek met de Farizeeën en Schriftgeleerden: “Ik ben het Brood des levens. Door Mij te eten, heb je eeuwig leven.” Honger maakt rauwe bonen zoet, zegt het spreekwoord. Hier maakt Jezus Zich bekend als het Brood. Verlangt je hart naar het Levende Brood? Dat veronderstelt dat je honger hebt en dat er in deze wereld niets is wat dat knagende gevoel in je hart kan stillen. Door de Heere Jezus, het Manna uit de hemel te eten, kun je eten tot je verzadigd bent. Het eten van de Heere Jezus is doe je door het geloof. Het is hetzelfde als op Hem vertrouwen. Het is een onbegrijpelijk wonder dat mensen die hebben gegeten van de Boom der Kennis van goed en kwaad, het Brood des Levens krijgen aangeboden. Wat doe je ermee? Na dit gesprek houden veel discipelen van Jezus het voor gezien: Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem.

Wat doe jij? Wil je ook weggaan of juist niet?

Petrus weet het wel. Hij blijft! Want Jezus heeft de woorden van het eeuwige leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen