Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gered

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gered

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Titanic ligt klaar voor vertrek. Dominee Harper is met Nina en Jessie ook aan boord gekomen. Henry en Tom haasten zich naar het dek om iedereen uit te zwaaien.

Snel sluit Henry de deur en volgt Tom naar het dek. Eindelijk is het dan zover: het officiële vertrek van de Titanic. De scheepshoorn klinkt. De kade staat vol mensen. Zakdoeken zwaaien door de lucht. Kreten klinken. Mensen roepen afscheidswoorden en namen naar elkaar. Het dek staat stampvol. De mensen verdringen zich voor een laatste blik op Engeland en hun geliefden.

Het schip maakt zich los van de kade en draait langzaam richting het open water. Het is ontzettend druk in de haven. Omdat er een kolenstaking gaande is, liggen er veel boten te wachten tot ze weer kolen kunnen krijgen. Als je niet genoeg kolen aan boord hebt kun je niet verder. Gelukkig hoeven ze daar op de Titanic niet bang voor te zijn. Er is een gigantische hoeveelheid brandstof aan boord gegaan.

Henry leest de namen van de andere schepen die in de buurt liggen. ‘New York’ en ‘Oceanic’.

Mooie schepen hoor, maar niet zo mooi als de Titanic! Henry is maar wat trots als ze er voorbijvaren. Hij hoort een hoop geschreeuw en dan blijft het schip stilliggen. Het geronk van de motor sterft weg.

Wat is er aan de hand?

Verbaasd kijken Tom en Henry elkaar aan.

“Kom mee,” zegt Tom, en weg is hij al. Even later staat hij met een matroos te praten.

“Waarom varen we niet?” vraagt Tom. De matroos lacht en zegt: “Gelukkig varen we niet. Omdat het zo druk in de have is, motte we er eiglijks te dicht langs. Daardoor ontstaat er zuiging, waardoor de ‘New York’ onse kant op kwam en we bijna een botsing hadde. We zorge nu voor wat afstand en dan gaat de motor weer an.”

Een uur later dan gepland, draait de RMS Titanic dan eindelijk de haven uit en begint aan zijn eerste grote reis. Het eerste deel is niet zo ver. De Titanic steekt het kanaal over naar Frankrijk. De jongens staan steeds op het dek om zich heen te kijken.

De haven van het Franse Cherbourg komt in zicht. Steeds duidelijker horen de jongens het geluid van de haven. Als ze eenmaal aangemeerd zijn, gaat er met veel kabaal een loopplank uit. Een groepje passagiers gaat lachend van boord. Een jonge man slaat een ander op zijn schouder.

“Dat hebben we mooi gefikst. Zijn we toch met die wonderboot meegevaren.”

Tom kijkt Henry aan en zegt schamper: “Zo’n klein stukkie, dat kun je bijna geen varen noemen.” Henry grijnst “Ze zulle ‘t wel nie gedurfd hebbe om te gaan zwemme, denk’ie ook nie?”

Op de kade staan honderden mensen te drommen om aan boord te komen. Als eindelijk de scheepshoorn klinkt, lijkt het op het tafereel in Southampton. Ook hier staan mensen te zwaaien en te huilen. De jongens worden bijna platgeduwd tegen de railing. Onverstaanbaar voor de jongens roepen de mannen naar de kade.

“Mère, mère, au revoir!” schreeuwt een jonge man naast hen terwijl er een traan langs zijn wang loopt. Jaloers kijkt Henry even opzij. Deze man heeft tenminste nog een moeder waar hij naar kan roepen.


In de rookkamer is het rustig. Verschillende mannen zitten hier te roken of te lezen. In een mooie groene stoel zit John Harper te lezen. Hij heeft zojuist Nina ondergestopt en Jessie welterusten gezegd. Hij kijkt in zijn Bijbel. Eigenlijk probeert hij te lezen, maar hij zit vooral te peinzen. Al die mensen op de kade, eerst in Southampton, daarna in Cherbourg. Mensen die afscheid nemen, misschien voor altijd. Die elkaar in dit leven niet meer terug zullen zien…

Hij zucht. Een heer met een baard kijkt zijn kant op en knikt hem toe.

“Alles goed?”

“Ach,” antwoordt John, “ik probeer te lezen maar zit wat te denken.”

“Wat leest u?” vraagt de man.

“Ik lees uit Gods woord, de Bijbel. Kent u die?” Even later zijn de mannen in een ernstig gesprek verwikkeld. Totdat de oudere heer verschrikt een blik op zijn horlogeketting werpt en haastig opstaat.

“Hartelijk bedankt voor dit gesprek, dominee Harper. Ik moet nu naar mijn hut, want Elisabeth weet niet waar ik blijf. Ik hoop u hier nog eens over te spreken.” John knikt hem toe. “Welterusten en Gods zegen.”

11 april 1912

“Jongeman, is het mogelijk hier een krant te krijgen?” Tom schrikt op. “Jazeker”, knikt hij tegen de deftige meneer. “Het Atlantic Daily Bulletin ligt bij het postkantoortje.”

“Welk bulletin?” de heer haalt zijn wenkbrauwen op. “De krant van de boot meneer. Daarin kunt u lezen wat u vandaag kunt eten. Ook staat er informatie over de paardenrennen in en over aandelen enzo.”

“Hmmmm, bedankt voor de informatie.” John Harper, want die is het, denkt even na en vraagt dan aan de jongen tegenover hem: “Kun je lezen?”

De jongen knikt. “Natuurlijk!”

“Heb je een Bijbel?”

Tom schudt zijn hoofd. “Nee, ik niet. Thuis hadden we er wel één.”

Hoofdschuddend kijkt Harper Tom aan. “Als je me weer ziet mag je erom vragen. Ik heb extra Bijbels mee. Het is namelijk van levensbelang dat je in Gods Woord leest, jongen. Daarin kun je lezen over Jezus, Die gestorven is om verzoening aan te brengen.”

Een beetje ongemakkelijk wiebelt Tom van zijn ene voet op de andere.

“Hee Tom, waar zat je toch?”

“Ik moet gaan, dankuwel meneer,” zegt Tom. Snel rent hij naar Henry.

“Ga je mee? Ik mot naar de postkamer.” Samen lopen ze naar de trappen. Er gaat een schok door het schip heen, het komt stil te liggen. Henry kijkt Tom vragend aan. “Queenstown, Ierland. Veel mannen die gaan emigreren komen hier aan boord heb ik gehoord.”

“Nou, dan gaan we mooi effe aan t werk met die post”, zegt Henry. Hij heeft geen zin om nog een keer naar al dat afscheidnemen te kijken. Henry voelt even aan de sleutel die hij met een koord om zijn nek heeft gehangen. Even later draait hij de deur van de postkamer open. Tevreden kijkt hij om zich heen. Hier is alles in orde, hier is rust. De postzakken staan hoog opgestapeld tegen de muur, er is een klein gangetje om tussendoor te lopen. Henry grijnst bij het idee dat je al die post moet lezen. Hij kijkt op het notitieblok. Op dit moment staan er al meer dan 3000 zakken met post en dat zal nog meer worden. Aan boord kunnen de passagiers ansichtkaarten kopen, en deze kunnen ze ook afgeven bij het ‘Sea Post Office’ om te verzenden.

Die avond is het druk in de slaapzaal van de jongens. Alle bedden zijn bezet. Om zich heen hoort hij inmiddels een heleboel gebrabbel waar hij niets van verstaat. Dat is nog wat anders dan de werf en die Hollanders aan boord! Henry hoort Iers, Frans en Engels.

“Welterusten!” roept hij nog snel naar Tom. Dan gaan de lichten uit. Het is 10 uur. Zal Tom al slapen? Hij weet niet dat zijn vriend nog lang nadenkt over het gesprek dat hij vandaag had met die man. Een gesprek over de Bijbel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 november 2023

Daniel | 36 Pagina's

Gered

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 november 2023

Daniel | 36 Pagina's