REGERING, NEEM IHRA-DEFINITIE OVER!

Antisemitisme uit zich dikwijls als antizionisme. Wie Israël voortdurend delegitimeert en demoniseert, gunt de Joden geen eigen staat en zet de deur dus wagenwijd open naar onverbloemd antisemitisme. De IHRA-definitie richt zich dan ook op het schemergebied tussen ongefundeerde Israëlkritiek en flagrante Jodenhaat.

Het is veelzeggend dat deze werkdefinitie (zie kader) vorig jaar kon rekenen op brede steun van het Europees Parlement, dat deze ook aan de lidstaten aanbeval. Deze oproep kreeg bijval van antisemitismewaakhond CIDI. Het is ook veelzeggend dat partijen als DENK en NIDA, maar ook maatschappelijke organisaties zoals The Rights Forum en Een Anders Joods Geluid (EAJG) niets moeten weten van deze definitie. Hun belangrijkste kritiek is dat het gebruik van deze definitie de vrijheid van meningsuiting inperkt, wat het onmogelijk zou maken om kritiek uit te oefenen op het beleid van de Israëlische regering als zodanig. Laat dit nou net de crux zijn.

ANTISEMITISME HERKENNEN

Juist om antisemitisme te kunnen onderscheiden van legitieme kritiek op Israël, moet deze definitie helder afgebakend zijn. Het is voor het herkennen, registreren en bestrijden van antisemitisme van groot belang dat de Nederlandse regering de internationaal erkende IHRA-definitie overneemt. Dit vergemakkelijkt het beoordelen van antisemitische incidenten over tijd en plaats, omdat de dataverzameling uniform is. Een helder afgebakende en uniforme definitie voorkomt dat antisemitische organisaties gebruik kunnen maken van verschillen in wetgeving in verschillende landen.

DE KANARIE IN DE KOLENMIJN

Antisemitisme als fenomeen moet te allen tijde bestreden worden, maar heeft ook een belangrijke signaalfunctie voor de samenleving als geheel. De Joodse gemeenschap geldt nog altijd als de kanarie in de kolenmijn. Overleeft de kanarie het niet in de kolenmijn dan zegt het iets over de luchtkwaliteit in de kolenmijn. Als de Joodse gemeenschap ‘ademnood’ krijgt en steeds meer uit Nederland verdwijnt, zegt dat veel over de Nederlandse samenleving. Het adopteren van de IHRA-definitie door de regering is niet alleen een steun in de rug van antisemitismewaakhonden, maar zou ook een goed signaal zijn richting de Joodse gemeenschap in Nederland.

DE DEFINITIE DIE HET IHRA HANTEERT, LUIDT ALS VOLGT:

“Antisemitisme is een bepaald beeld van Joden, dat zich kan uiten als haat tegen Joden. Retorische en fysieke uitingen van antisemitisme worden gericht tegen Joden of niet-Joden en/of hun bezittingen, tegen instellingen van de Joodse Gemeenschap, en religieuze voorzieningen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen