Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LGBTQIA2S

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LGBTQIA2S

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eerlijk gezegd weet ik niet of dit nu een stukje is voor ‘Van een ander’ of voor de ‘Haagse propjes’. Het is geschreven door iemand anders, dus is het van een ander. Maar het stukje zit ook vol met zinnen die ik zelf zó in de Propjes had kunnen gebruiken. Omdat ik er niet uit kom, heb ik de opmaakredactie de opdracht gegeven de rubrieken gewoon samen te voegen.

Het stukje dat ik citeer is van Elma Drayer, een van mijn lievelingscolumnisten. Ook de SGP krijgt wel eens een veeg uit haar pan, maar dat is nu eenmaal het risico als een columniste ook actief is in de keuken. Daar moeten we tegen kunnen. We zijn grote jongens, nietwaar?

Woordenpolitie

Aanleiding voor de column was een door de woordpolitie gemaakte gids ter vermijding van ‘gevoelige’ termen in de culturele sector. Bovendien deed het blad OneWorld een boel ‘neokoloniale’ woorden in de ban. Een soort woordverbod voor toelichtende teksten in musea. Die bordjes moeten worden gezuiverd, zodat ze identiteitsrein zijn. De voorbeelden staan in de column. Lees en huiver!

De hoofdredacteur van OneWorld doet “het begrip ‘minderheden’ in de ban omdat het een ‘negatieve bijklank’ heeft. ‘Gemarginaliseerde mensen’ is haar alternatief. Ook wil zij af van de term ‘moderne slavernij’ voor hedendaagse uitbuitingsgevallen. Dat is namelijk ‘voor nazaten van de tot slaaf gemaakten een oneerlijke vergelijking met het eeuwenlange, legale systeem waaronder hun voorouders leefden’. En ‘opkomende economieën’ als alternatief voor het in ongenade gevallen ‘ontwikkelingslanden’ mag van haar ook niet meer. Dat is ‘eurocentrisch’ omdat zulks suggereert dat die economieën ‘nog moeten worden zoals wij’.

De gids van de samenwerkende musea is voorzichtiger van toon. Daar zijn ze vooral bezorgd over de kwetsuren die woorden kunnen aanrichten. Dus staat onder zo’n beetje elk lemma van de woordenlijst achterin het advies: ‘Gebruik terminologie die de [betreffende] groepen zelf gebruiken en respectvol vinden.’ Grappig genoeg ontbreekt deze vriendelijke geste onder het hoofdstukje dat het begrip ‘blank’ behandelt. Daar staat alleen dat ‘vooral’ activisten en wetenschappers ‘steeds vaker’ de term ‘wit’ gebruiken, gevolgd door de suggestie om dat over te nemen.

LGBTQIA2S

Al met al biedt Woorden doen ertoe een leerzaam inkijkje in het hyperverfijnde jargon uit de wereld van de identiteitsdenkers. Nieuw was voor mij bijvoorbeeld het begrip ‘Zwarte mensen en niet-Zwarte mensen van kleur’ – het adjectief consequent met een hoofdletter geschreven. (Bij ‘witte mensen’ gebeurt dat niet.) En wist u dat ‘LGB’, de lettercombinatie die de voorkeur verdient voor aanduiding van de ‘niet-heteroseksuele identiteit’, inmiddels de toevoeging ‘TQIA2S’ nodig heeft? Ik had geen idee.

Wat mij evenwel in de beide publicaties bovenal trof was de (bijna) unanieme vanzelfsprekendheid waarmee de auteurs macht toekennen aan woorden. Taal bepaalt beeldvorming, schrijft de hoofdredacteur van OneWorld met grote stelligheid, en ‘ontkracht of bevestigt’ machtsverhoudingen. Woorden hebben een ‘politieke en sociale lading’ staat in het boekje van de musea, ze kunnen ‘buitensluitend’ zijn. ‘Musea moeten zich realiseren dat hun teksten vaak koloniale narratieven in zich dragen’, schrijft een van de auteurs. ‘Alleen dan zullen deze narratieven niet opnieuw geproduceerd worden.’

Daarachter schemert de schattige gedachte dat je door beladen begrippen te elimineren de gewenste werkelijkheid dichterbij brengt. Maar woorden zijn niet allesbepalend. Zo simpel ligt het niet, hoe graag menigeen dat ook zou willen.

Eufemismen

Bekend voorbeeld: al ruim een halve eeuw worstelen beleidsmakers, wetenschappers en journalisten met een term voor inwoners wier wortels niet in Nederland liggen. Alle goedbedoelde pogingen – van ‘gastarbeiders’, via ‘buitenlandse werknemers’ tot ‘etnische minderheden’, ‘nieuwkomers’ en ‘allochtonen’ – verloren na verloop van tijd hun neutrale glans en bleken toch stigmatiserend te werken. Ook het nu vigerende begrip ‘mensen met een migratieachtergrond’ staat dat lot ongetwijfeld te wachten. Eufemismen hebben nu eenmaal de neiging zichzelf op te eten.

Natuurlijk, het kan geen kwaad om in je taalgebruik rekening te houden met andermans wensen en gevoeligheden.

Maar menen dat de werkelijkheid zich daar gehoorzaam naar voegt is op z’n best wensdenken. Op z’n slechtst naïef.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 2018

De Banier | 32 Pagina's

LGBTQIA2S

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 november 2018

De Banier | 32 Pagina's