Eten van een vervloekte aarde

De zonde heeft alles ontwricht. De mens heeft de band met de God van het leven doorgesneden en is gevallen. Hij is een sterfelijk schepsel geworden. De aarde is vervloekt en deelt in de straf die de mens gekregen heeft. Het is een wereld vol dorens en distels geworden. De hele schepping zucht na de val als een vrouw die in barensnood is. Het werk van de mens is ook veranderd. Het rentmeesterschap in het paradijs heeft plaatsgemaakt voor zwoegen, zweet en smart in een gevallen wereld. Adam en Eva zullen echter niet van honger omkomen. Zij staan weliswaar op de drempel van een vervloekte wereld, maar mogen eten van wat deze vervloekte aarde voort zal brengen.

VERVLOEKTE AARDE

Het is een aangrijpende gedachte dat de aarde omwille van ons vervloekt is. Wij worden bij dieren die elkaar verscheuren, bij stormen die een spoor van dood en verderf nalaten en bij oogsten die mislukken aan onze zonden herinnerd. Wij zijn niet alleen gevallen mensen. Wij staan schuldig tegenover God, omdat wij onze Schepper vertoornd hebben en Zijn schepping geruïneerd hebben. Het is dan ook een wonder dat Hij zegent met eten, drinken, kleding, huisvesting, werk en mensen die ons lief zijn.

ZWARE ARBEID

Het werk dat wij doen is geen gevolg van de zondeval. Het is geen straf op de zonde. Het is echter wel aangetast door de zonde. Het gaat niet alleen om zweetdruppels van hen die het land bewerken. Het doortrekt ook het parlementaire werk in Brussel en Straatsburg. De pijn over voorstellen die tegen de heilzame geboden van God ingaan. De vieze smaak in de mond over politiek gekonkel. De ergernis over oneerlijk beleid. Het Europees Parlement ligt buiten het paradijs in een wereld vol politieke dorens en distels.

GEZEGEND VOEDSEL

De wereld waarin wij leven is een vervloekte wereld. Het is een wereld die zucht vanwege onze zonden. Het is een onbevattelijk wonder dat God gezegd heeft dat wij mogen eten van de gewassen die deze vervloekte aarde voortbrengt: “En met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens.” De echo van deze woorden weerklinkt als wij in de berijming van Psalm 65 over ‘gezegend voedsel’ zingen. Het is dan ook niet alleen onze roeping om onder de zegen van de Heere het land te bewerken, maar ook om landbouwbeleid te maken dat goede randvoorwaarden voor boeren creëert. Wij kunnen de zegen van het voedsel dat uit een vervloekte aarde ontspruit uiteindelijk niet inzien zonder de moederbelofte. Het is dankzij Christus dat wij voedsel en kleding hebben. Wij mogen bij Hem uitkomen met onze tijdelijke nood. Wij mogen voor Zijn aangezicht verschijnen om Zijn zegen te vragen over de campagne voor de Europese verkiezingen. Wij mogen als gevallen mens tot Hem vluchten om te bidden of Hij ons in genade wil aanzien. 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen