Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Biblebelt : een hart onder de riem voor de SGP

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Biblebelt : een hart onder de riem voor de SGP

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Biblebelt: het leek me al langer een interessant onderwerp om in De Banier aandacht aan te besteden. We hebben het over die uitgestrekte strook die als een streep door seculier Nederland is gezet. SGP’ers kom je bijna overal in Nederland tegen, maar als we op een uitslagenavond van de verkiezingen vol spanning zitten af te wachten, veren we extra hoopvol op als de schermman of –vrouw van dienst een gemeente als Urk, Barneveld, Tholen of Molenlanden noemt. Je zou kunnen zeggen dat de verkiezingsuitslag van zo’n gemeente de SGP een hart onder de riem kan steken. Vandaar dat de Biblebelttentoonstelling voor de redactie het extra zetje was om het er deze maand eens over te hebben. De reformatorische zuil wordt wel de ‘laatst overgebleven zuil van Nederland’ genoemd en als dat dan zo is, wordt een eigen politieke partij als de SGP daar als een belangrijke vertegenwoordiger van gezien.

De uitnodiging luidt: “Ga deze zomer (7 juli - 22 september 2019) mee op reis naar de Nederlandse Biblebelt, een gebied waar veel orthodoxe christenen wonen. Zij nemen de Bijbel vaak letterlijk. Wie zijn de bewoners, wat zijn hun dilemma’s en waar komen hun ideeën vandaan?”

POPULAIRE REFO’S

Wat blijkt? De tentoonstelling is boven verwachting populair. Dat doet je toch de wenkbrauwen fronsen. Zo onpopulair als de refo’s zijn in Nederland, zo populair is een tentoonstelling waar je hun voetafdruk en hun portret kunt bekijken. Het is niet populair om refo te zijn, of om hun gedachtegoed te delen, maar als je de kans krijgt om ze te bekijken, wordt die kans door velen met beide handen aangepakt.

De website van het museum geeft zelfs een waarschuwend advies af: “Tip: de tentoonstelling is erg populair en het kan daarom druk zijn. Wij adviseren u daarom om aan het begin of het eind van de dag te komen.” Achter die tip is de werkelijkheid van cijfers verborgen. Op een normale drukke dag zijn er in het museum 500 bezoekers. Maar wat er nu toch te zien is? Er zijn nu dagen waarop 850 personen het museum weten te vinden. Allemaal willen ze een glimp opvangen van die normaal haast onzichtbare refo’s. Het publiek blijkt heel gemêleerd te zijn. Refo’s komen niet alleen zelf om te kijken hoe zij aan de geïnteresseerde medelander worden voorgesteld. Er komt een heel breed publiek op af.

REFO’S

Als een van de refo’s die zichzelf in de spiegel wil gaan bekijken, ga ik op de tentoonstelling af. In het dorp waar ik opgroeide was ‘refo’ in de jaren 90 nog een scheldnaam. Ik herinner me dat ik dat hoorde als ik de christelijke school voorbijliep en naar de reformatorische school ging. Tegenwoordig lijkt ‘refo’ wel een geuzennaam te zijn geworden. Zonder te blikken of te blozen noemen we onszelf zo, want dat zijn we toch? Het soort christen dat de Bijbel zo mogelijk letterlijk en zo letterlijk mogelijk neemt, ook al druist dat nog zo tegen het verlichte verstand van de niet-reformatorische Nederlander in.

Ik ben benieuwd of er herkenning zal zijn, óf dat er weer tenenkrommende clichés worden voorgeschoteld. Op landelijke bijeenkomsten van de SGP zie ik het namelijk maar wat vaak: de filmcamera zwenkt naar het orgel dat de gedragen samenzang begeleidt. De camera speurt naar vrouwen die geïsoleerd in het gezelschap van zwarte pakken zitten om hen vast te leggen. De journalist probeert door het buitenste laagje ‘gewone mens’ heen te prikken om de achterhaalde gedachtespinsels aan de kaak te kunnen stellen. De wil lijkt dan te ontbreken om echt naar de SGP’er te luisteren, of wat hem beweegt om reformatorisch christen te zijn.

DE TENTOONSTELLING

Deze gedachten probeer ik van me af te schudden als ik het museum inloop. Bij de balie koop ik een toegangsbewijs en vraag ik hoe lang het ongeveer duurt om de tentoonstelling te bekijken, zodat ik kan inschatten of ik moet opschieten om op tijd te zijn voor een gesprek met de conservator van de tentoonstelling, mevrouw Tanja Kootte. Meer dan anderhalf uur kan ik er wel mee zoet zijn, krijg ik te horen. In stilte waardeer ik de passende symboliek. ‘Wat meer dan anderhalf uur’ is immers precies zoals het vaak ook in de kerkdiensten in de refokring gaat.

Het gesprek met de conservator staat al binnen anderhalf uur gepland en dus zal ik wat moeten selecteren.

HET BEELD

Al lopend langs de oude boeken, de portretten, de vitrines en de schermen ontwaar ik bij mezelf een ontspanning vanwege de inspanningen van het museumteam om een oprecht beeld te willen neerzetten. Natuurlijk snij je soms te kort door een bocht als je een groep in een afgebakend hokje wilt plaatsen. Toch waardeer ik het omdat het, vergeleken met al die andere beelden, een realistischer beeld geeft dan ik elders heb kunnen ontmoeten.

DE BEZOEKER

Ik moet toegeven dat ik mijn tijd niet volledig heb gebruikt om de tentoonstelling te bekijken. Het museum had namelijk nog een attractie in petto: de museumbezoeker. Het is geen vast onderdeel van de tentoonstelling, maar met wat geduld en inspanning krijg je ze voor de kijker. In de verschillende zalen probeerde ik een strategische positie te vinden waardoor ik de museumbezoekers kon observeren. Natuurlijk is dat niet heel beleefd, maar ik zal er maar open over zijn. Als zij mij en ‘mijn zuil’ mogen bekijken, mag ik toch ook wel terugkijken? De refobezoeker vertoont afwisselende tekenen van gespannen nieuwsgierigheid en verraste herkenning. Op een enkel punt zag ik ook geschoktheid en een soort gêne. Ik heb het niet gevraagd, maar ik ben wel benieuwd of dat kwam door het eerlijke beeld waarvoor ze zich naar de wereld toe schaamden, of dat het een geschoktheid was om tentoongesteld te zien wat voor ons niet als vitrinemateriaal dient, maar als levensernst die hier als museumstuk werd opgevoerd. Bij beide mogelijkheden kan ik me iets voorstellen. Soms was ik ook blij dat het geen christelijke werkelijkheid was die ik ontmoette. Neem nu het kunstwerk van ‘de smalle weg’. Het bordje op de buitenkant ervan waarschuwt dat het moeilijk begaanbaar is voor mensen met een beperking…

De ‘niet-refo’ die ik zag, vertoonden heel veel verschillenden reacties op de tentoonstelling. Ik zag onder meer geduldige nieuwsgierigheid. Geduldig, omdat ze openstonden om hun beeld te laten bijstellen.

Ik zag ook gniffelende herkenning. Herkenning, omdat het eenzelfde ervaring geeft als wanneer je door je fotoalbum van vroeger bladert en gniffelt om dat potsierlijke verkleedpartijtje op de zolder van opa en oma’s huis. Je zou dat nu niet meer doen, maar ach, je ziet een spelend kind dat niet beter weet.

Om niet meer te noemen, ontmoette ik het bezoekerstype met het ernstige, gepijnigde gezicht. Gepijnigd, omdat ze iets terugzien uit een tijd dat ze nog gevangen zaten in een wereld waar ze nu voor geen goud meer naar terug wilden. Wat maakt dan dat ze toch hier zijn, vraag ik me af.

Zo vliegt het anderhalf uur om. Ik wil nu nog wel weten hoe deze tentoonstelling het levenslicht kon zien. Daarvoor laat ik me bijpraten door de mevrouw Tanja Kootte.

HET GESPREK

We leven in een tijd waarin de kennis van het christelijk erfgoed afneemt en om op dat ingeslagen pad op onze schreden te kunnen terugkeren, doet het Museum Catharijneconvent belangrijk werk met het tentoonstellen van het religieus cultureel erfgoed van Nederland. Omdat het een trouwe bezoeker van het museum (dhr. J.G. van Oord Jzn.) opviel dat de tentoonstelling van protestants erfgoed wat achterbleef, besloot hij een schenking te doen waarmee er met extra nadruk daarin verandering kon worden aangebracht. Om die reden is Tanja Kootte aangesteld als J.G. van Oord Jzn. Conservator voor het Nederlands Protestantisme. Heden ten dage is daar de veelbesproken tentoonstelling ‘Bij ons in de Biblebelt’ uit voorgekomen.

In een visiedocument staat de essentie van het protestantisme opgetekend: ‘de omgang met de Bijbel’. Voor deze recentste tentoonstelling kom je terecht bij de mensen die de Bijbel heel letterlijk nemen. Dat blijkt ook uit de actuele casus met de Nashvilleverklaring. Daar wilden ze voor de tentoonstelling niet meteen over beginnen, maar het moest wel meer gaan over de levenskeuzes die de huidige Biblebeltbewoners maken en niet om clichés uit het verleden en om een bevestiging van een karikatuur en nostalgie die de moderne Nederlander misschien wel graag als herkenbaar beeld wil zien.

Tanja Kootte, zelf ook protestants, is haar leven zelf begonnen in Biblebeltkringen. Hoewel ze daar al jong uit gegroeid was, bleef de interesse voor de Biblebelt en het erfgoed daarvan. Al 30 jaar is ze conservator bij het Museum Catharijneconvent en nu is dan eindelijk de tijd aangebroken dat de refozuil voor het voetlicht geplaatst kan worden. ‘Eindelijk’ betekent enerzijds dat ze zich er zelf niet klaar voor voelde om dit project te starten, omdat het niet eenvoudig was om deze minizuil in een tentoonstelling te kunnen vatten. Dat kwam -en dat is meteen een andere belangrijke reden waarom het ‘nu pas’ gebeurtook omdat de zuil er zelf niet rijp voor was. De zuil laat zichzelf niet zomaar zien, laat staan in beelden. Het is de cultuur van het woord die typerend is en daarmee wordt het voor een museum toch een stuk ingewikkelder. De laatste jaren is daar echter een kentering in gekomen. Niet dat het woord heeft afgedaan, vooral door het internet is er een grotere openheid ontstaan. Ook de SGP is ontwikkeld naar een partij die het gesprek aangaat met hen die het oude Calvinistische gedachtegoed al lang de rug hebben toegekeerd.

BEZINNING

Er zou nog veel over te zeggen zijn, maar misschien moet ik nu eerst gaan bezinnen op wat ik daar in de spiegel heb gezien. Wat ben ik voor Biblebeltbewoner? Ben ik er een die over 30 jaar, bij leven en welzijn, naar een tentoonstelling gaat en gniffelend langs de vitrine van mijn verleden loop, of kom ik daar om met gespannen nieuwsgierigheid te peilen of de kandelaar van het christendom in Nederland zijn licht en warmte nog verspreid? 

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2019

De Banier | 32 Pagina's

De Biblebelt : een hart onder de riem voor de SGP

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2019

De Banier | 32 Pagina's