Kijken in de spiegel
De gemeenteraadsverkiezingen liggen achter ons. Ik kijk met een dubbel gevoel terug. In de gemeente Wierden, waar we tot voor kort woonden in het klompendorp Enter, keert de SGP na 40 jaar weer terug in de gemeenteraad. In onze huidige gemeente Westland verloor de CU-SGP één van de twee zetels.
Hoe voor ons de uitslag ook was, iedereen wil het SGP-geluid vertolken. Zo ook in de Provinciale Staten, het Europees Parlement en de Eerste en Tweede Kamer. Al langer volg ik regelmatig (delen van) Kamerdebatten. Als ‘onze’ Kees tijdens de Algemene Beschouwingen aan de beurt is, dan ga ik er speciaal voor zitten. Ik kan ervan genieten, ben ervan onder de indruk, hoe ‘onze’ politici het SGP-geluid vertolken. En zo mogen wij allemaal, op onze eigen plek, ons hart laten spreken, getuigen van de hoop die in ons is.
Paulus’ spiegel
Maar wat zien we als we kijken in de liefdesspiegel die Paulus ons voorhoudt? Want ons (politiek) getuigenis kan als engelenspraak klinken, maar als er geen liefde in is, dan is het voor God niet om aan te horen. Dan is het niets en heb je er niets aan. Dat is heftige taal van Paulus. Anderen kunnen het geweldig vinden, ervan onder de indruk zijn, je misschien wel belonen met je stem. Je kan de verkiezingen winnen, een stempel op het collegeakkoord drukken, een prachtige getuigenis geven in de politieke arena. Maar wat als het niet vanuit liefde is? Wie ben jij dan ten diepste? Hoe dienstbaar ben jij als ambassadeur van Gods Koninkrijk?
Als een spons
Ik vergelijk het met een spons. Een spons is een spons, dat ziet iedereen meteen. Maar met een droge spons ga je niet de auto wassen. Alleen een kletsnatte spons is bruikbaar, alleen daarmee kun je aan het werk. Zo ook bij ons mensen. Alleen vervuld van liefde, van Gods liefde, zijn wij voor God bruikbaar. Alleen met zulke vervulde mensen kan God aan het werk. Met al onze tekorten, in alle gebrokenheid én met alle risico’s.
Een kijkje in de spiegel
Collegeonderhandelingen voeren met hete hoofden, koude harten. Het SGP-geluid vertolken voor de bühne, terwijl God die ons hart kent, wel beter weet. Een prachtig getuigenis geven, zonder dat het in je hart leeft.
Over zulke misstanden schrijft Paulus ook in de rest van zijn brief aan de Korintiërs.
Bij de meesten van ons zit het aan de buitenkant wel goed. Zien de anderen echt wel aan ons dat we een spons zijn. Maar God ziet ons hart aan. Hij doorgrondt en kent ons, begrijpt van verre onze gedachten, is met al onze wegen vertrouwd. Als er nog geen woord op onze tong is, God weet het alles. Hij is ons zo nabij, sluit ons in van achteren en van voren, Hij legt Zijn hand op ons. Als die God met Zijn liefde in ons is, dan zal het misschien geen engelentaal zijn die we spreken, maar zijn we als doordrenkte sponsen bruikbaar in het politieke werk dat voor ons ligt. Ik bid ons overvloedig veel van Gods liefde toe.
“Al ware het dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal of luidende schel geworden.”
1 Korinthe 13:1
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 2022
De Banier | 32 Pagina's