Al is de leugen nog zo snel…

Wij leven in een informatiesamenleving. Of moet je zeggen: in een désinformatiesamenleving? Talloos zijn de voorbeelden van nepnieuws en het selectief aanbieden of (deels) achterhouden van informatie. Wie in de stroom aan nieuws zijn weg probeert te vinden, heeft in toenemende mate de neiging om met Pilatus te vragen: “Wat is waarheid?” (Joh. 18:38).

Naast de vraag naar wat waarheid is, is het ook nog eens zo, dat leugens de neiging hebben zich snel te verspreiden en gemakkelijker gehoor lijken te krijgen dan de waarheid. Hoe komt dat toch? Voor het antwoord op die vraag kun je terecht in Genesis 3. Een hoofdstuk waar je overigens altijd uit moet komen als je grote levensvragen wilt beantwoorden, ook in de prediking! De geschiedenis van de val toont ons niet alleen de oorsprong van onze ellende en doodsstaat, maar verklaart ook waarom de duivel de vader der leugenen heet.

Werkelijk alles wordt door hem uit de kast gehaald: het gebruik maken van de juiste zegsman (een voor de mens vertrouwd schepsel als de slang), de kracht van de suggestie (‘is het ook…?’) en het inspelen op wat een mens graag wil horen (‘gij zult als God zijn’). Ook het achterhouden van informatie vindt hier zijn oorsprong: de mens zál in zekere zin als God zijn, maar hoe erg het zal zijn om het verschil tussen goed en kwaad te weten, wordt er niet bij verteld…

Intussen wordt niet alleen God ‘geframed’, maar leidt de zondeval er ook toe dat ons menselijk ‘frame’ grondig wordt bedorven. Waarom is de leugen doorgaans zo goed ter been? Jezus verklaart het: ‘de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht.’ (Joh. 3:19). De Romeinen wisten het ook al: ‘Mundus vult decipi’ – de wereld wíl bedrogen worden.

Gods Woord verklaart niet alleen hoe dat zo gekomen is, maar onthult ook waar dat uiteindelijk op uitloopt. Paulus schrijft over de laatste fase van de wereldgeschiedenis dat God de mensheid ‘een kracht der dwaling’ zal zenden, die zal maken ‘dat zij de leugen geloven’ (II Thess. 2:11). Vraagt u zich soms af hoe het kan dat doorgaans weldenkende mensen voor de camera of op het spreekgestoelte met een stalen gezicht klinkklare leugens verkopen, bijvoorbeeld op het gebied van het zesde of het zevende gebod? Het moet ons een signaal zijn dat de tijd gaat opschieten op weg naar het einde. En dat Gods Woord – ook in het voorzeggen van wat komt – het Woord der wáárheid is!

Wat is nodig? Om dat Woord steeds bij de hand te hebben in het gebruik van de media. Biddend om de Geest der waarheid, Die in al de waarheid leidt (Joh. 16:13). Die Geest maakt alert op de listige omleidingen van de vader der leugenen. Die reikt een geestelijke wapenrusting aan, waarvan de gordel der waarheid niet het minst belangrijke onderdeel is (Ef. 6:14). En Die maakt dat je zelf ook selectief wordt in wat je in woord en beeld tot je neemt, terwijl je met David bidt: “Leidt mij in Uw waarheid, leer ijv’rig mij Uw wet betrachten” (Ps. 25:2). Een hele worsteling voor wie ook zelf van nature een bedrieglijk hart heeft. Maar met deze troost: al is de leugen nog zo snel, de Waarheid zal haar eenmaal definitief achterhalen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen