Mest om de levensboom
“Totdat ik om hem gegraven en mest gelegd zal hebben” (Lukas 13:8b)
Het hoorde echt bij de ouderling. In de tere afhankelijkheid tijdens het consistoriegebed na de dienst. Hij was altijd visserman geweest. De gebedszin kwam uit de land/akkerbouwwereld: “Heere, U hebt nog mest om onze levensboom gelegd.” Een levendige uitleg van de gelijkenis van de man die vrucht zocht op de vijgenboom in zijn wijngaard.
Jezus sprak deze woorden uit na een slecht bericht te hebben vernomen. Galileeërs waren tijdens de uitoefening van offerhandelingen wreed aangepakt door Romeinen die handelden in opdracht van Pilatus. Er werden offeraars vermoord. Twee stromen van bloed vloeiden: van dieren en van mensen. De stadhouder regeerde met ijzeren hand. Van samenscholing moest hij niets hebben. Je weet nooit wat eruit voortkomt. Revolutie kon hij niet gebruiken. Jezus vult het rampverhaal aan met een gebeurtenis die nog vers in het geheugen ligt: een toren stortte in. Achttien doden door het puin bedolven, waren te betreuren.
Trek geen verkeerde conclusie. Word verlost van een verkeerd vergeldingsdenken. In deze benadering van rampen met vele slachtoffers wordt een rekenmethode toegepast. De getroffenen worden via deze ramp gestraft, omdat zij dat verdienen. Zij zullen wel een zonde hebben begaan en gedaan. Onbekend bij mensen, maar door de hemel geregistreerd. De gespaarden zijn de betere mensen, de gestorvenen zijn van het slechtere soort.
Jezus roept op tot bekering. Deze lijdensgeschiedenissen verkondigen ons Gods lankmoedigheid (geduld). Zijn trouwe liefde richt zich op ons behoud. De gelijkenis illustreert dit met de fruitteler die een vijgenboom in zijn wijngaard had geplant. Saillant detail: het was verboden volgens de wet van Mozes om een vijgenboom in de wijngaard te planten. Deed men dit toch dan wist men van Gods eis: de opbrengst is voor de Heere. Hoe lang komt God al tot ons? Hoeveel vrucht heeft hij gezien? Geloof? Bekering? Dankbaarheid? Naastenliefde? De vreze van Zijn naam? (DL I, 12)? Klaagt de vruchteloosheid ons aan? Drijft dit uit tot Hem uit Wiens mond wij horen: Uit u geen vrucht in eeuwigheid. Uw vrucht uit Mij gevonden (Hos. 14:9).
Een tweede toegangspoort tot dit Woord: “Om de boom graven, efficiënt mest toedienen”. Circulaire landbouw kleinschalig toegepast. De runderen en schapen waren een bezit (geleend goed) en bron van inkomsten. De Israëlitische boer was goed op de hoogte van de richtlijnen die van Boven verstrekt waren (voorbeeld: geen dorsende os muilbanden, de hoeken van het veld niet maaien). Overschotten waren onbekend. Megabedrijven waren er niet. Stikstofproblematiek kwam niet voor. Overheidsingrepen werden niet van bovenaf opgelegd door mensen die nog nooit in een melkput stonden en niet wisten wat het was om met je laarzen in de modder te banjeren. De boeren wisten zich verantwoordelijk om Psalm 24 (de aarde is des Heeren) serieus te nemen. Het ware leven bestaat onder andere uit ‘wonen onder wijnstok en vijgenboom’. In Israël liet men de wijnstok klimmen tegen de stam van een vijgenboom. De boom werd bemest. Gericht op nog meer vruchten. De mesthoop werd nog voor een ander doel ingezet. Het vee liep op het stro, dat gemengd werd met de mest. De platte koeken die werden afgestoken, droogden in de zon. Vervolgens gebruikt als brandstof. Elementaire levensbehoeften. Om na gedane arbeid te verkeren ”onder de vijgenboom met de wijnstok”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2023
De Banier | 32 Pagina's