Groen + SGP = Onderwijsvrijheid
De pleitbezorger bij uitstek voor christelijk onderwijs in ons land is Willem Groen van Prinsterer (1801-1876). Zonder zijn niet aflatende inzet zouden er in ons land heel weinig christelijke scholen zijn. En reformatorisch onderwijs gefinancierd door de overheid zou een wensdroom zijn. De SGP zet zich ferm in voor het behoud van de onderwijsvrijheid. Die erfenis van Groen koesteren we. Maar laten we daarbij het doel dat hij beoogde niet uit het oog verliezen!
De allereerste ‘School met den Bijbel’ werd in 1841 opgericht door de kerkenraad van de Christelijk Afgescheiden Gereformeerde Gemeente te Amsterdam. Het was een zogenoemde diaconieschool die overheidssteun kreeg. Ouders die het niet zo breed hadden, konden hun kinderen ernaartoe sturen.
Trouwe Burgers
Voor oprichting van een school was toen toestemming van de overheid nodig. In 1848 veranderde dat. Vooral aan de liberale voorman J.R. Thorbecke danken we dat in de nieuwe Grondwet van dat jaar de vrijheid van onderwijs werd vastgelegd. Betekende dat het einde van de ‘schoolstrijd’? Je zou denken dat de oprichting van christelijke scholen toen niets meer in de weg stond. Helaas bleek dat niet zo te zijn. Een belangrijke praktische belemmering was dat de ouders zelf de bekostiging van zo’n (bijzondere) school moesten opbrengen. Het Tweede Kamerlid Mackay uitte de verzuchting: “Geeft ons vrije scholen; wij geven u verdraagzame Christenen, trouwe burgers, ware vaderlanders.”
Christelijke Natie
In 1857 stelde minister Van der Brugghen een nieuwe onderwijswet voor. Daarin stond dat het onderwijs de leerlingen ‘christelijke en maatschappelijke deugden’ moest bijbrengen. Vlees noch vis, zo vond Groen van Prinsterer die doelstelling. “Een verbloemde verloochening van het Kruis”, was zijn messcherpe oordeel. Hij hekelde vooral het uitgangspunt van deze wet: de levensbeschouwelijke neutraliteit van de school. Onbestaanbaar, aldus Groen. Hij betoogde dat Nederland een christelijke natie is en om die reden heeft de overheid de plicht ervoor zorg te dragen dat de Bijbel op de openbare school een centrale plaats inneemt. Op dit punt kwam Groen in frontale botsing met Van der Brugghen, Thorbecke e.a. die een radicale scheiding aanbrachten tussen de opvoeding thuis en die op school. De opvatting dat geloof een privézaak is, was reeds toen duidelijk hoorbaar. Na een reeks lange debatten werd de onderwijswet toch aanvaard, zonder subsidie voor bijzondere scholen. Staande de vergadering legde Groen zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer neer. Zó fundamenteel was voor hem de wissel die toen werd omgezet.
Onveranderd Ideaal
Vijf jaar later, in 1862 keerde Groen weer terug in de Kamer. Was hij toen veranderd van inzicht? Ja en nee. Zijn ideaal bleef onveranderd: de openbare school met de Bijbel. Maar nu de situatie was gewijzigd, bepleitte hij als beste alternatief een verruiming van de mogelijkheden om christelijke scholen op te richten. Zijn inzet wierp vruchten af, want het aantal bijzondere scholen nam zienderogen toe. Groen overleed in 1876. Hij maakt niet mee dat het kabinet-Mackay in 1889 subsidie voor de christelijke scholen regelde. Weer tien jaar later besloot het kabinet-Kuyper tot de bekostiging van de salarissen van het onderwijzend personeel van bijzondere scholen. De gelijke financiering van openbaar en bijzonder onderwijs was vanaf toen een feit. In 1917 werd die in de grondwet vastgelegd (in de huidige grondwet gaat het om artikel 23).
Onderwijzer Kersten
Eén jaar later werd in Middelburg de SGP opgericht. Het onderwijs kon op warme belangstelling van ds. Kersten rekenen. Hij was immers onderwijzer geweest. In de lijn van het uitgangspunt van Groen van Prinsterer wenste de SGP een openbare school op gereformeerde grondslag. Toch staat er in het Program van Beginselen deze zin: “Het bijzonder onderwijs worde regel; het openbaar onderwijs slechts aanvulling.” Ook richtte ds. Kersten de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs op en regelde dat deze scholen vanaf 1933 erkend werden als afzonderlijke richting. Dit lijkt in strijd met het uitgangspunt. Hoe zit dat?
Pragmatische Kersten
We zien hier dat de SGP onder leiding van ds. Kersten de pragmatische lijn volgde die Groen na 1862 (node) heeft gekozen. Kersten zei er nadrukkelijk bij dat hij de bijzondere scholen als een middel beschouwde, niet als het doel. Net als Groen beoogde hij een herkerstening van de samenleving, allereerst door het herstel van de Kerk der Hervorming in ons land. Zo’n herleving zal ook leiden tot realisatie van het achterliggende doel: christelijk onderwijs voor alle kinderen.
Houdt Het Doel Voor Ogen
Vandaag de dag lijkt dat doel verder weg dan ooit. Toch mogen we ons niet van de principiële wijs laten brengen. Het is van belang dat reformatorische mensen - zéker SGP’ers - dit hogere doel voor ogen houden. Een School met de Bijbel in een dorp of wijk waar (vrijwel) alle kinderen uit de buurt naar toe kunnen gaan, is principieel te verkiezen boven een reformatorische school die maar door een (beperkt) deel van de kinderen wordt bezocht. Als we doel en middel omkeren, werken we het secularisatieproces in de hand. We gedragen ons dan allesbehalve als geestelijke nazaten van Groen en Kersten.
Veilig In Refobubbel?
Op profetische wijze doorzag Groen dat achter het streven naar secularisatie (een staat, school en samenleving zónder Bijbel) een verlangen schuilt naar een andere ‘staatsgodsdienst’: het humanisme. Groen muntte hiervoor de term ‘religie van het ongeloof’. Hierin wordt de verering van God ingeruild voor de verering van de mens (of de mensheid). Met de pretentie van neutraliteit. Groen voorzag dat het humanisme als ‘staatsgodsdienst’ op den duur uitloopt op achterstelling en zelfs vervolging van andersdenkenden. “Het zal heus zo’n vaart niet lopen”, was de reactie toen. “Je moet niet overdrijven, want in ons land zijn we vrij om te geloven”, zo klinkt het vandaag. Maar, zo vraag ik dan, waarom ervaren SGP-vertegenwoordigers op allerlei manieren ondemocratische druk tot aanpassing aan de meerderheid? En waarom wil de Tweede Kamer identiteitsverklaringen van reformatorische scholen verbieden? Ook krijg ik soms van (jonge) wetenschappers geen (openlijke) medewerking aan WI-projecten, omdat zoiets schadelijk kan uitpakken voor hun academische carrière. Het wetsvoorstel voor een ‘catechisatiepolitie’ is het jongste teken aan de wand…
Je terugtrekken in de veilig geachte ‘refobubbel’ is wel het allerlaatste wat Groen en Kersten zouden bepleiten. Want dan doen we precies wat moderne liberalen als Yeşilgöz wensen. Op korte termijn voelt dat misschien goed. Doch bedenk waar het op den duur op uitloopt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2025
De Banier | 32 Pagina's