Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dingen anders doen, maar dan doelgericht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dingen anders doen, maar dan doelgericht

Master leren en innoveren stimuleert duurzame onderwijsverbetering

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Weer wat nieuws vanuit ministerie of directie', zal menig docent verzuchten bij de presentatie van nieuwe onderwijsplannen. Binnen de master Leren en innoveren gaan leraren zélf aan de slag met innovatie. Niet als doel op zich, maar om het onderwijs samen met collega's duurzaam te verbeteren.

Veranderingen in het onderwijs gaan snel. Vaak gaat het om veranderingen van buitenaf. Lennart Visser, course director van de master Leren en innoveren vanuit Driestar hogeschool, Christelijke Hogeschool Ede en Hogeschool Viaa: ‘De vraag is o f je met al die veranderingen moet meegaan en zo ja, hoe? Hoe kun je het vormgeven vanuit de scholen zelf? En hoe kun je leraren zelf eigenaar maken van onderwijsveranderingen? En dan niet om de verandering zelf, maar vanuit een visie.’

Ontbrekende kennis

Door een roep vanuit de praktijk is elfjaar geleden de master ontstaan. Visser: ‘Leraren weten wel hoe ze moeten lesgeven, maar als het gaat over het leren van leerlingen en het duurzaam innoveren van onderwijs, ontbraken vaak de kennis en vaardigheden.’ Leraren proberen wel dingen anders te doen, maar bij innovatie gaat het juist om een op visie gebaseerde en planmatige, doelgerichte verandering.

‘Onze studenten zijn leraren vanuit primair onderwijs tot en met hbo’, vertelt Visser. ‘Voorafvragen we hen welke thema’s er spelen binnen de school. Studenten verkennen in het eerste semester het thema en gaan na of het ook echt een thema is. Vanaf het tweede semester gaan ze ermee aan de slag.’

Onderzoeksmatige bril

In het eerste jaar verkennen de leraren het innovatiethema en proberen ze het in hun eigen klas uit. In het tweede jaar wordt dit uitgebreid binnen de eigen organisatie. Studenten doen een interventie en kijken met een onderzoeksmatige bril of de innovatie wel o f niet is gelukt.

‘We zien dat na het afronden van de studie de thema’s een rol blijven spelen binnen de school’, stelt Visser. ‘We zeggen ook dat ze innovatie niet alleen voor de opleiding moeten doen, maar dat het ook binnen de school moet worden gedragen.’

Verandering kan weerstand geven. ‘Studenten lopen tegen allerlei dingen aan’, aldus Visser. ‘Hoe ga je er bijvoorbeeld mee om als je collega’s wel willen meedoen, maar het toch lastig is om bij elkaar in de klas te kijken? Leraren hebben vaak het idee dat ze alles goed moeten doen en geen fouten mogen maken, terwijl je daar juist zo veel van kunt leren.’

Sinds kort is er ook een internationale variant van de master: Christian Education. Visser: ‘Internationale studenten hebben veelal een lastigere context, omdat ze andere middelen hebben dan in Nederland. Het thema “christelijk onderwijs” is regelmatig een onderdeel van hun innovatie. Daar gaan we in deze master dan ook dieper op in.’

'innovatie heeft olievlekwerking'

Marlena Hamelink-Jongenelen (47) is docent Engels op het Wartburg College, locatie Marnix in Dordrecht. Hamelink volgde de master Leren en innoveren en vertelt over haar innovatie.

' ' F 'Binnen mijn vakgroep wilden we onze chris­ * telijke identiteit verweven met de vakinhoud. Er waren mooie Lessenseries, maar we misten een rode draad: hoe kunnen we structureeL aandacht hebben voor de christelijke identiteit in de klas? Dat heeft geleid tot een interventie waarbij een aantal collega's het raamwerk WhatIf Learning hebben gebruikt in hun lesvoorbereiding. Je neemt je gewone lesmateriaal als uitgangspunt en volgt daarna een driestappenpLan. Allereerst kijk je opnieuw naar wat je wilt bereiken in je les en welk christelijk concept of per­spectief je met je leerlingen wilt delen. Bij stap twee ga je na welke werk vormen je inzet om je leerlingen daarin te betrekken. Bij stap drie evalueer je: als ik voortaan zo te werk ga, wat heeft dit dan te betekenen voor mijn lespraktijk? Zo wordt leren kLokkijken in het Engels ook een doordenking van het concept "tijd" en wat de BijbeL daarover zegt. Na zes weken met What If Learning te hebben gewerkt, zeiden mijn coLLega's: "Ik kan niet meer terug naar hoe ik het deed, want ik heb een andere manier van kijken ontwikkeLd." De beroepsvreugde nam toe door met betekenisvoLLe dingen bezig te zijn. Bijzonder is dat dit cursusjaar twaaLf coLLega's van zes vakgroepen (gefaciLiteerd door het Wartburg) werken aan dit thema, in samenwerking met het onderzoekscentrum van Driestar educatief. De innovatie heeft een oLievLekwerking.'

Meer informatie? Zie www.whatiflearning.co.uk


'Collega's hoeven nauwelijks aanpassingen te doen'

Rudi Zaaijer (32) is leerkracht op basisschool De Wegwijzer in Kesteren. Hij is tweedejaarsstudent van de master Leren en innoveren en vertelt over zijn innovatie.

'Voorafgaand aan de opleiding had ik met Lennart een intakegesprek over weLke kansen ik op mijn schooL zag voor innovatie. Ik had een heeL Lijstje, maar het moest weL reaLiseerbaar zijn in twee jaar. Ik keek kritisch naar de missie en visie van mijn schooL: wat zie je daarvan terug in de praktijk? OpvaLLend was dat "samen groeien" de missie is van de schooL, maar aLLeen de kLeutergroepen werkten daar gericht aan. Door interviews kwam ik erachter dat Leerkrachten een Lage mate van self efficacy hebben bij het aanbieden van samenwerkingsvaardigheden. Dat houdt in dat ze zich niet bekwaam voeLen om de taak op voLdoende niveau te voLbrengen. Ik heb vervoLgens gekeken hoe we de samenwerkingsvaardigheden van kinderen kunnen vergroten. Dat kan door de inzet van coöperatieve werkvormen. Ik heb voor werkvormen gekozen die naadLoos aansLuiten bij ons onderwijs, zodat Leerkrachten nauweLijks aanpassingen hoeven te doen. De LeerLingen gaan in groepjes zitten en de Leerkracht past minimaaL twee keer per dag een coöperatieve werkvorm toe. De Leerkrachten krijgen een training, ik reik ze tooLs aan hoe ze de werkvormen kunnen inzetten. ALs ze ermee gaan werken, hoop ik dat ze denken: dit wiL ik vaker doen. We hebben "samenwerken" ook opgenomen in ons schooLpLan, zodat we er niet aLLeen tijdens mijn opLeiding, maar ook in de toekomst gericht aan bLijven werken.'

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Dingen anders doen, maar dan doelgericht

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

De Reformatorische School | 48 Pagina's