Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Het lerarentekort is ook míjn tekort’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Het lerarentekort is ook míjn tekort’

VOORZITTER GEORGE DEN BREEJEN OVER ZIJN WERKGROEP MEER PERSONEEL IN HET REFORMATORISCH ONDERWIJS

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als kind droomde George den Breejen vaak weg onder de les. Wat zou ik vertellen, dacht hij dan. Of: welk lied zou ik laten zingen? En: hoe zou ik dit lokaal inrichten? ‘Ik waande me al op die hoge lessenaar.’ Na een lange loopbaan in het onderwijs mag hij nu anderen enthousiasmeren om voor de klas te gaan staan. ‘Het is niet moeilijk de dienst van de Heere aan te prijzen.’

Den Breejen buigt halverwege het gesprek voorover naar de tafel en pakt er zijn zakbijbel van af, bladert er even in en citeert dan de berijmde psalm 119 vers 7: ‘’k Heb and’ren al de rechten van Uw mond Met lust verteld, hen vlijtig onderwezen; Uit al den schat van ‘t grote wereldrond Is nooit die vreugd in mijn gemoed gerezen, Die ’k steeds in Uw getuigenissen vond, Door mij betracht, en and’ren aangeprezen.’ ‘Zulk soort mensen verlang ik voor de klas’, licht hij toe, ‘die dat mogen nazeggen.’ Het mooiste zou zijn, vervolgt Den Breejen, ‘als de kinderen af en toe mogen proeven dat het de juf of meester echt te doen is om hun behoud.’

Want daar draait het ten diepste om, legt de oud-directeur uit. ‘Dat leerkrachten en leerlingen beiden, net als de onderwijzer in de Heidelbergse Catechismus, weten dat hun enige troost in leven en sterven is dat ze het eigendom zijn van hun Zaligmaker, Jezus Christus.’ Waarom hecht Den Breejen er eigenlijk zoveel waarde aan dat leraren ernst maken met de Bijbelse boodschap? ‘De noodzakelijkheid van de bekering moet in de school blijven klinken’, antwoordt hij. ‘Daarover horen kinderen in de kerk. En thuis. Ouders sturen hun kinderen immers niet zomaar naar een reformatorische school. Bij de doop hebben ze beloofd hen te onderwijzen in de voorzeide leer van zonde en genade. In het verlengde van de opvoeding ligt daar dus een taak voor de school.’ Daarmee benoemt hij meteen een grote verantwoordelijkheid voor (aankomende) onderwijzers, erkent Den Breejen. Ligt de lat dan niet érg hoog? ‘Het is niet moeilijk om de dienst van de Heere aan te prijzen’, weet hij uit eigen ervaring. ‘Houd het maar heel eenvoudig. Probeer te doen wat je hand vindt om te doen. Zoals Ezra en Nehemia: die staken in afhankelijkheid van de Heere hun handen uit de mouwen.’

Inspireren

Meer dan veertig jaar was Den Breejen betrokken bij het onderwijs – voornamelijk als basisschooldirecteur. ‘Omgaan met jongeren heeft mijn hart. Daarom ben ik ook altijd blijven lesgeven. Vertellen, dat deed ik vooral graag: Bijbelse geschiedenis, kerkgeschiedenis, vaderlandse geschiedenis.’ Als catechiseermeester komt hij nog wekelijks in contact met kinderen. Dan kan hij het niet laten om zo nu en dan eens iemand aan te schieten: is werken in het onderwijs misschien iets voor jou? ‘Diversen hebben geprobeerd de stap te maken.’ Zijn enthousiasme voor het vak viel ook anderen op. VGS-bestuurder Pieter Moens vroeg hem daarom in 2018 voorzitter te worden van de werkgroep Meer personeel in het reformatorisch onderwijs. ‘Het lerarentekort is ook míjn tekort’, motiveert Den Breejen zijn betrokkenheid. ‘Dat raakt namelijk ook mijn kleinkinderen. Kan het volgende geslacht hetzelfde onderwijs blijven ontvangen als wij en onze kinderen?’ Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om een grote organisatie op te tuigen, benadrukt Den Breejen. ‘We willen met elkaar voldoende fondsen werven om een langdurige, landelijke campagne te kunnen voeren om zij-instromers en scholieren te informeren over werken in het christelijk-reformatorisch onderwijs. En om hen te inspireren de stap te wagen voor de klas te gaan staan.’ In het bijzonder zou hij graag zien dat ook jongens voor het onderwijs kiezen.

Onder regie van de werkgroep zijn diverse acties uitgezet. ‘Zoals Meekijken in de klas – waarbij geïnteresseerden kunnen snuffelen aan het werken op school. En Uurtje voor de klas – waarbij ze kunnen ervaren hoe het is om les te geven.’

Daarnaast werft de werkgroep ambassadeurs – leraren die meehelpen om het werk in het onderwijs op een positieve manier onder de aandacht te brengen. Ook houdt hij de ontwikkelingen in de politiek rondom het lerarentekort in de gaten. De ambitie is verder om een eigen vacatureplatform te ontwikkelen waarvan het hele christelijk-reformatorisch onderwijs gebruik kan maken.

Weerklank

Het voorzitterschap zou Den Breejen niet veel tijd kosten, kreeg hij voorgespiegeld. ‘Ik moest vooral voor aansturing zorgen.’ Ruim een jaar later concludeert hij dat het hem veel vaker bezighoudt dan aanvankelijk ingeschat. Dat heeft deels met zijn eigen aanpak te maken. ‘Als ik een vraag krijg, probeer ik die snel op te pakken, zodat de ander weer verder kan.’ Maar zijn enthousiasme groeit vooral door de weerklank die hij ontmoet bij anderen.

In de werkgroep zitten schoolleiders en communicatiemedewerkers. Ook Driestar educatief, VBSO, KOC Diensten, VGS en RMU participeren daarin. De samenwerking loopt gesmeerd, merkt Den Breejen op. ‘Je leest soms in de krant dat onze gezindte bol staat van de verdeeldheid en dat we maar moeilijk samen door één deur kunnen. En, eerlijk gezegd, was dat ook een beetje mijn beeld van het reformatorisch onderwijs. Maar in de werkgroep is daarvan niets te merken.’ Integendeel, de betrokkenheid vanuit alle hoeken van het land heeft hem aangenaam verrast. ‘Het verbaast en verwondert me dat er zo’n eenheid is, zo’n gedeeld verlangen om samen te werken aan ons gemeenschappelijke doel.’

Een kleine honderd scholen uit het primair en voortgezet onderwijs hebben zich inmiddels bij de werkgroep aangesloten.

Maar dat mogen er van Den Breejen nog veel meer worden. ‘Mijn grootste wens is dat ál onze scholen zich aansluiten bij dit prachtige project, ook die voor speciaal onderwijs en het Hoornbeek College. Het is mijn hartelijke verlangen dat wij één mogen zijn in het uitdragen van onze beginselen, naar Schrift en belijdenis. Zodat we als christelijk-reformatorisch onderwijs een krachtig geluid kunnen laten horen vóór ons onderwijs en tégen het lerarentekort.’

Winst

Als nog meer scholen meedoen, kan de werkgroep ook meer geld besteden om zijn taken uit te voeren, legt Den Breejen uit. ‘We krijgen geen subsidie, dus we moeten leven van giften.’ Deelnemende scholen dragen 1,5 euro per leerling af om de kosten van de werkgroep te dekken. ‘Wij maken geen winst’, onderstreept de voorzitter. ‘Elke euro die we krijgen voor de werkgroep, geven we uit voor werkgroep.’

Het is Den Breejen niet alleen om geld te doen, haast hij zich te zeggen. ‘Naast extra inkomsten zoeken we ook naar ambassadeurs: leraren die iets over hun werk willen vertellen of schrijven.’ Op de scholen werken vast en zeker mensen ‘die dat mooi kunnen uitdragen’, veronderstelt hij. ‘Wij horen graag van directeuren wie dat zijn en of wij eens met zo iemand mogen praten.’

Zo’n ambassadeur is niet alleen een gezicht naar buiten toe. Ook in de eigen school kan hij of zij meehelpen. Bijvoorbeeld tijdens de acties Meekijken in de klas en Uurtje voor de klas. ‘Door belangstellenden op te vangen en mee te nemen de school in. Alles te laten zien. En gewoon gezellig te praten.’

Positief tegengeluid

Naast scholen heeft de werkgroep ook de kerken in de achterban van het reformatorisch onderwijs benaderd. Met de vraag om een gift, maar vooral om gebed. ‘We hopen dat predikanten en ouderlingen iedere zondag willen bidden voor het onderwijs, voor leraren.’

Met zijn mailing aan de kerken hoopt de werkgroep kerkenraden te doordringen van de noodzaak om iets te doen tegen het lerarentekort. ‘In diverse delen van het land kampen scholen al met nijpende problemen.’

Landelijk gezien springt het reformatorisch onderwijs er relatief gunstig uit, weet Den Breejen. ‘En ook de aanwas van nieuwe studenten bij Driestar educatief ziet er goed uit. Maar die stroom van aanmeldingen moet wel op gang blijven.’ Daarom is volgens hem een langdurige campagne nodig. Die moet ook zorgen voor een positief tegengeluid. De lerarenstakingen vorig jaar hebben het aanzien van het beroep van leerkracht geen goed gedaan. ‘Die deden mij verdriet’, vertelt Den Breejen, ‘want zij doen afbreuk aan het imago.’

Dat het beroep in aanzien is gedaald, komt volgens hem echter niet alleen door gedoe over salarissen en werkdruk. ‘Het is ook een beetje onze eigen schuld. Waar de juf of meester vroeger aanzien genoot, willen we nu te vaak aardig gevonden worden en grappig zijn. Een vriendje willen zijn van de kinderen en van de ouders.’

Uitdragen

Den Breejen trekt dat ook zichzelf aan. ‘Heb ik niet te weinig gesproken? Had ik meer moeten uitdragen dat het écht fijn is om met kinderen te mogen optrekken, met hen te mogen werken?’

Natuurlijk gaat dat niet altijd vanzelf, geeft hij grif toe. ‘Het kan bij tijd en wijle ook moeilijk zijn, ja.’ Daarom moet er op school niet alleen een veilig klimaat zijn voor kinderen, stelt de oud-directeur, ‘maar ook voor de jonge mensen die voor de klas komen staan en voor de collega’s die al langer op school werken.’

Werken in het onderwijs is niet voor iedereen weggelegd. ‘Sommigen studenten in spe trekken na een bezoek aan school de conclusie dat ze liever een andere opleiding gaan doen.’

Maar onmogelijk is het voor niemand. ‘Wees jezelf’, adviseert Den Breejen. ‘Iedereen heeft gaven gekregen. De een is meester in dit, de ander in dat. Als je het hart maar op de goede plaats hebt.’

Zie voor meer informatie: www.endanbenjeleraar.nl


George Peter (George) den Breejen (1951)

Leerkracht op de reformatorische basisschool De Akker te Lisse (1974-1979)

Directeur reformatorische basisschool Timotheüs te Lelystad (1979-2017)

Voorzitter werkgroep Meer personeel in het reformatorisch onderwijs (2018-heden)

Ouderling in de gereformeerde gemeente te Lelystad

Lid van het deputaatschap Kerk, Gezin, Jeugd en Onderwijs van de Gereformeerde Gemeente

Gehuwd; vader van vier kinderen en opa van acht kleinkinderen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's

‘Het lerarentekort is ook míjn tekort’

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2020

De Reformatorische School | 48 Pagina's