Zo trots dat je niet kúnt zwijgen
Nergens in de Bijbel heeft het woord “trots” een positieve betekenis. Het zijn de goddelozen die hun neus trots omhoog steken (Ps. 10:4), trotse taal spreken (Ps. 17:10) en een trots hart hebben (Ps. 101:5). Dat is anders bij het woord “roemen”. Dat werkwoord betekent in het oude Nederlands ‘ergens trots op zijn’, ‘zich ergens op verheffen’ en, als het jezelf betreft, ‘pochen’ of ‘bluffen’ (Woordenboek der Nederlandsche Taal).
Een zoon kan trots zijn op zijn vader die “alles” kan en “alles” weet. Een moeder kan trots zijn op haar dochter, omdat zij zo haar best doet op school. Die trots is relationeel, een diep gevoel van vreugde en dankbaarheid om wat die ander heeft, of – dieper nog – om wie die ander ís. Roemen is een vorm van geoorloofde trots.
Uitverkoren
Paulus spoort de gelovigen in Korinthe aan om “trots” te zijn op de Heere. Zij hebben dan ook niets anders om prat op te gaan. Er zijn in de gemeente niet veel wijzen, niet veel machtigen en niet veel aanzienlijken. Zij behoren juist tot het dwaze, het zwakke, het onaanzienlijke en het verachte in deze wereld. Toch heeft de Heere hen door het Evangelie geroepen tot het geloof in Christus. Door dat geloof mogen zij ook weten dat zij uitverkoren zijn. Gekozen door God, juist omdat zij niets hebben en niets zijn.
Lof verkondigen
Het werkwoord “roemen” heeft in het oude Nederlands ook nog de betekenis van lof verkondigen. De apostel Paulus verwijst met de woorden ‘gelijk geschreven is’ naar Jeremia. Door de mond van de profeet vermaant de HEERE Zijn volk dat de wijzen zich niet op hun wijsheid, de sterken niet op hun kracht en de rijken zich niet op hun rijkdom moeten beroemen. Het daar gebruikte werkwoord kennen we wel: hallal, van halleluja.
Je mag de mond niet vol hebben van je eigen wijsheid, kracht of rijkdom, maar als je iets wilt aanprijzen, zeg dan dat je de HEERE hebt leren kennen, de God die ‘weldadigheid, recht en gerechtigheid’ doet (Jeremia 9:24).
Zingen
Roemen is dus: ergens zó trots op zijn dat je er niet meer over kúnt zwijgen. Je kunt ervan zingen:
‘Alle roem is uitgesloten,
onverdiende zaligheên
heb ik van mijn God genoten,
‘k roem in vrije gunst alleen!’
PROF. DR. H. VAN DEN BELT
Hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 2020
De Reformatorische School | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 2020
De Reformatorische School | 48 Pagina's