Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijs kunnen geven met een open Bijbel was een offer waard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs kunnen geven met een open Bijbel was een offer waard

J.M. MULDER (1816-1899)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johannes Martinus Mulder groeide op in Zierikzee. Daar bracht hij het tot hoofd van de stadsarmenschool. Hoewel hij behoorde tot de afgescheidenen en naar het oordeel van zijn tegenstanders te veel de “tale Kanaäns” sprak, was het gemeentebestuur toch tot benoeming overgegaan. Meester Mulder schaamde zich op zijn school het Evangelie van Christus niet. Hij begon en eindigde de schooldag met gebed en vertelde tweemaal per week uit de Bijbel. Het werd oogluikend toegelaten. Dat veranderde toen in 1857 een nieuwe schoolwet van kracht werd, die meer mogelijkheden bood om een bijzondere school te stichten. Voortaan was echter op de staatsschool godsdienstig onderwijs nadrukkelijk verboden. Meester Mulder moet nu het meest wezenlijke van zijn onderwijs nalaten – en dat bracht hem in gewetensnood.

Toen de afgescheiden gemeente van Terneuzen in 1858 een beroep op hem deed, nam hij de benoeming tot hoofd van de te starten christelijke school aan. Dat betekende een niet gering financieel offer, want qua salaris ging hij er behoorlijk op achteruit, en dat met een groot gezin van negen kinderen. Het was het hem waard, want hij kon weer onderwijs gaan geven met een open Bijbel.

Het begin was gering. Op de eerste schooldag kwamen er slechts zeventien leerlingen. Twee jaar later waren het er echter al tweehonderd. De “Mulderse Schole”, zoals hij in de volksmond werd genoemd, had al snel een goede naam. De schoolopziener rapporteerde over het algemeen positief over het niveau van het onderwijs, hoewel alles zelf bekostigd moest worden.

Van zijn collega schoolhoofden van de openbare scholen ondervond hij tegenstand en haat. Unaniem besloten ze hem niet toe te laten tot het plaatselijk onderwijsgezelschap. Een onderwijzer van een christelijke school heeft geen recht op begunstiging, oordeelden ze. In 1883 nam Mulder zijn ontslag.

School en kerk – Mulder was ook kerkenraadslid – en het vele daaraan verbonden werk hadden zijn wankele gezondheid ondermijnd. Inmiddels waren drie van zijn kinderen – Coenraad, David en Gerrit – ook werkzaam in het protestants-christelijk onderwijs.

Johannes Mulder was een christelijk onderwijzer van het eerste uur. Zijn keuze kostte hem een financieel offer. Die tijd is dankzij de Pacificatie van 1917 voorbij. Qua materiële omstandigheden zijn er voor de werkers in het christelijk onderwijs geen zorgen meer. Mulders innerlijke verbondenheid aan het Woord en zijn toewijding waarmee hij het christelijk onderwijs diende, blijven echter van levensbelang. Het christelijk onderwijs staat of valt ermee.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2021

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Onderwijs kunnen geven met een open Bijbel was een offer waard

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2021

De Reformatorische School | 48 Pagina's