Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezocht: Meesterlijke Mediawijsheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezocht: Meesterlijke Mediawijsheid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In deze rubriek ieder nummer een opiniërende bijdrage van een kritische denker die betrokken is bij het onderwijs. Het artikel is bruikbaar voor bespreking in docenten- of managementteam. Deze maand: Jeroen van der Laan Practor mediawijsheid, Hoornbeeck College

Het onderwijs heeft mediawijze docenten nodig om toekomstgericht les te kunnen blijven geven en om leerlingen voor te bereiden op een steeds verder digitaliserende samenleving.

De meerderheid van de Nederlandse bevolking zou zich vijf jaar geleden geen beeld hebben kunnen vormen bij de begrippen 5G, AI, VR en IoT (zie kader). Dit laat zien dat de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering snel gaan. Deze vier begrippen zijn een dwarsdoorsnede van de huidige trends. De Israëlisch historicus Yuval Noah Harari vat deze ontwikkelingen samen in het boek met de veelzeggende titel Homo Deus door de ontwikkelingsdrieslag te beschrijven van een deocentrisch naar homocentrisch naar datacentrisch wereldbeeld. In het eerst genoemde wereldbeeld is religie leidend. De mens ontleent aan deze religie zijn waarden- en normenpatroon. In het volgen van het homocentrische wereldbeeld (dat vooral opkwam in de 18 e eeuw in het humanisme) wordt hier afscheid van genomen en wil de mens zelf bepalen wat goed en kwaad is. Harari betoogt dat we nu leven in een datagedreven samenleving, waarbij de algoritmes besluiten nemen en de mens deze volgt.

‘In de 21 e eeuw zal de hoogste autoriteit terugkeren naar de clouds, en daar bedoel ik niet God mee, maar de clouds van Microsoft, Google en Facebook.’

MEDIAWIJZE LEERLINGEN

Iedereen zal het ermee eens zijn dat de geschetste ontwikkelingen plaatsvinden; of we het nu omarmen of dat we juist distantie willen. Iedere vorm van onderwijs wil zorgen voor ontwikkeling en het praktische doel van onderwijs is dat een leerling kan meedoen in de samenleving en een beroep kan uitoefenen. De arbeidsmarkt verandert in een hoog tempo. Er zijn tal van nieuwe beroepen die gerelateerd zijn aan deze ontwikkelingen. Zo heeft de slager om de hoek een webshop, de supermarktmanager verkoopt een aanzienlijk deel van zijn producten online, de agent volgt sociale media als informatiebron, de accountant gebruikt slimme software en de fruitteler gebruikt plukrobots. Oftewel: iedere beroepsgroep gebruikt steeds de nieuwste technieken om het werk effectiever en efficiënter te kunnen maken. Hoe bereiden we onze leerlingen daarop voor? Daarvoor is onderwijs nodig dat aansluit op deze ontwikkelingen. Dat vraagt om leerlingen die mediawijs zijn en de technieken kunnen gebruiken, maar deze ook doorzien. Daarbij moeten ze afwegingen kunnen maken over effectieve inzet, maar ook vanuit ethisch perspectief keuzes leren maken. Als we de tot nog toe geschetste lijn volgen, komen we uit bij de constatering dat mediawijze docenten onmisbaar zijn.

COMPETENTIES DOCENTEN

Maar dan is het eerst noodzakelijk om te weten wat mediawijsheid is. In aansluiting op de definitie van de Raad voor Cultuur stellen we dat mediawijsheid het geheel is van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee een docent bewust, kritisch en actief de meerwaarde van ICT in het onderwijs kan gebruiken om de kwaliteit van onderwijs te doen laten stijgen. Hij bereidt de leerlingen voor hoe ze zich kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld. Maar waar moet deze mediawijze docent dan aan voldoen? In de basis moet iedere docent kennis hebben van de online leefwereld van zijn leerlingen en reflecteren op zijn of haar eigen mediagebruik. Daarnaast zijn onderwerpen als privacy en informatieveiligheid van groot belang. Ook is inzicht belangrijk in de 21-eeuwse vaardigheden die het vervolgonderwijs of het beroepenveld verlangt. Tot slot is kennis van digitale didactiek belangrijk en moet ieder lesuur de vraag beantwoord worden op welke wijze de les verrijkt wordt middels de inzet van digitale middelen. Dit vraagt om docenten die begrijpen wat digitale middelen met het leerrendement doen. Enige kennis over onderzoeken die aangeven wanneer het leerrendement met ICT vergroot wordt, zou er moeten zijn. Uit dit soort studies blijkt dan dat de motivatie van leerlingen en docenten toeneemt en leerlingen sneller leren. Maar er zijn ook studies aan de andere zijde van het spectrum. De inzet van ICT zou het werkgeheugen in de hersenen overbelasten en de productiviteit en creativiteit van leerlingen achteruit laten hollen. Andere studies beargumenteren dat een laptop in de collegezaal bijdraagt aan lagere resultaten. De docent moet de gezonde balans bewaken.

Aan de ene kant is een volledig analoge school een utopie, omdat de maatschappij gedigitaliseerd is. Maar aan de andere kant is het rücksichtslos vervangen van alle materialen door digitale en het maximaliseren van de schermtijd ondoordacht en onwenselijk. Een goede docent weet wanneer welke ICT-toepassing meerwaarde biedt. Digitale middelen moeten, om informatie effectief te kunnen verwerken en duurzaam op te slaan, worden aangeboden op een manier die aansluit bij de werking van het geheugen. Ze mogen het werkgeheugen niet overbelasten. Dit kan worden gerealiseerd door de complexiteit van het materiaal te verkleinen, ondersteuning te bieden, irrelevante informatie weg te houden en een beroep te doen op zowel het visuele als het auditieve systeem van de leerling. Daarnaast moet de informatie in gevarieerde leertaken en overzichtelijk gepresenteerde deeltaakoefeningen, onder aansturing van de leraar, worden aangeboden. Een mediawijze docent reflecteert voortdurend op welke inzet van media effectief is. Basale kennis met betrekking tot de inzet van ICT binnen het onderwijs is dus noodzakelijk om die goede docent te worden of te blijven.

GROEIEN IN MEDIAWIJSHEID

Naast deze basis zijn concretere vaardigheden nodig om het onderwijs goed te kunnen geven. Zo is basiskennis van het officepakket noodzakelijk, kan de docent uit de voeten met het leerlingvolgsysteem en moet hij de vaardigheid onder de knie hebben om meer te doen met het smartboard dan dit alleen te gebruiken als digitaal krijtbord. Als we spreken over een docent die gevorderde mediawijsheid bezit, zien we de vaardigheid om diverse apps binnen het onderwijs – zoals Kahoot!, MentiMeter of Plickers – in te zetten om het onderwijs aantrekkelijker te maken. Ook laat deze docent alle verslagen inleveren via een digitaal platform en heeft hij de vaardigheid filmpjes te downloaden en daar zaken aan toe te voegen. Op het hoogste niveau zien we een docent die met zijn leerling kan programmeren, e-learning kan ontwerpen en inrichten en alle functionaliteiten uit het smartboard kan halen. Uit onderzoek blijkt dat veel leraren zelf onvoldoende bedreven zouden zijn in het gebruik van media om hier met hun leerlingen adequaat aandacht aan te kunnen besteden.

MAAK WERK VAN MEDIAWIJSHEID

Om werk te maken van mediawijsheid op school is het belangrijk dat er een visie ligt. Daarin komen vragen aan bod als: Wat is mediawijsheid? Wat verwachten we van ons docentencorps? Hoe kunnen we mediawijsheid als een rode draad door ons onderwijs laten lopen? Binnen ons practoraat Onderwijs Online hebben we het Model Mediawijze Docent ontwikkeld als antwoord op deze vragen. Vervolgens geven we een concreet aanbod van materialen die deze mediawijsheid kunnen laten opbloeien. Dit kan met een breed aanbod: van workshops tot e-learnings en van lesbezoek tot lezingen. Het bevorderen van mediawijsheid past naadloos in dit citaat van Confucius (die leefde in de 6 e eeuw voor Christus): ‘Wie oude kennis koestert en voortdurend nieuwe vergaart, mag een leraar van anderen zijn.’


INTELLIGENT INTERNET

Wat betekenen de begrippen 5G, AI, VR en IoT? De bekendste is 5G en deze zorgt voor razendsnel mobiel internet, waarmee bijvoorbeeld de ambulanceverpleegkundige echografiebeelden in hoge resolutie en realtime kan laten beoordelen door de radioloog in het ziekenhuis. AI staat voor artificial intelligence en zorgt ervoor dat zelfrijdende auto’s kunnen rijden. Virtual reality geeft een nieuwe dimensie aan beelden. Met een bril op je neus kan een leerling praktijksituaties oefenen en krijgt een automonteur extra informatie als hij de motorkap opent (augmented reality). Het begrip Internet of Things is misschien wel de samenvatting van het voorgaande. Het internet der dingen is namelijk het geheel van apparaten die verbonden zijn aan het internet. En dat zijn er steeds meer. Van de slimme thermostaat in de woonkamer tot de dataverzamelende tandenborstel en van de robotstofzuiger tot aan de smartwatch die je slaapkwaliteit meet.


BESPREKEN

Onderstaande stellingen zijn bedoeld als handvatten om dit essay in groepsverband te bespreken.

Het bevorderen van mediawijsheid is geen taak voor school.

Een doorlopende leerlijn mediawijsheid (vanuit christelijk perspectief) vanaf de bassischool naar voortgezet naar mbo- en hbo-onderwijs is noodzakelijk.

De COVID-crisis heeft mediawijsheid op de kaart gezet.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2021

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Gezocht: Meesterlijke Mediawijsheid

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 2021

De Reformatorische School | 48 Pagina's