Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leraren als geloofsopvoeders: een unieke rol

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leraren als geloofsopvoeders: een unieke rol

7 minuten leestijd

In deze rubriek ieder nummer een opiniërende bijdrage van een kritische denker die betrokken is bij het onderwijs. Het artikel is bruikbaar voor bespreking in docenten- of managementteam. Deze maand: Hanna de Jong-Markus Hanna de Jong-Markus werkt als onderzoeker-docent in de masteropleidingen en in het lectoraat PC GVO van Driestar hogeschool.

Als het gaat over de trits gezin, school en kerk, wordt meestal het gemeenschappelijke van deze opvoedomgevingen benadrukt: het is waardevol dat kinderen dezelfde Bijbelse waarden en normen overal in hun dagelijks leven tegenkomen, zodat ze daarin ademen en erin kunnen wortelen. De leraar bevestigt kinderen dan in wat zij thuis en in de kerk merken van het christelijk geloof. In mijn onderzoek 1 heb ik echter ook een andere kant ontdekt: Leraren zien voor zichzelf een rol en taak binnen de geloofsopvoeding die ánders is dan die van bijvoorbeeld ouders, en die juist uitgaat van onderling verschillende geloofsstandpunten/-gewoonten die er in de school te vinden zijn.

In dit artikel beschrijf ik deze unieke rol op basis van uitgebreide interviews met zestien leraren uit orthodox-christelijke basisscholen. Wat de leraren als een centrale taak zien, namelijk het stimuleren van doorvragen, koppel ik aan het begrip “hermeneutische ruimte”, omdat dit leraren achtergrond en handvatten geeft bij hun unieke rol binnen de geloofsopvoeding.

Geloofsopvoeding en onderwijs

Voor de leraren die ik sprak, zijn het onderwijs en de christelijke opvoeding onlosmakelijk met elkaar verbonden. Luuk 2 zegt bijvoorbeeld: ‘Ik wil wel heel bewust voor een school gaan waarop het christelijk geloof voorwaardelijk is voor het geven van onderwijs.’ Het verlangen dat elk kind als christen zal leven, wordt gezien als het belangrijkste ideaal in het onderwijs, wat alles overstijgt en overal in doorwerkt. In de woorden van Gijs: ‘Aan het eind van elke dag is de vraag of je (leraar en leerlingen) dichter bij Hem gekomen bent of niet.’ Vanuit dit geloofsideaal leggen leraren geregeld expliciete verbindingen naar hun pedagogisch-didactische idealen, maar dat gebeurt ook impliciet als er bijvoorbeeld wordt gesproken over ‘… gebruikmaken van de (door God) gegeven talenten.’

De leraren willen op deze manier, samen met ouders en mensen in de kerk, een stevig fundament bieden aan hun leerlingen. De basisschool moet een veilige omgeving zijn en daarvoor voelen ze een grote verantwoordelijkheid. Als kinderen ouder worden en meer geworteld zijn in de christelijke traditie, kan er ook meer openheid komen en meer contact met andersdenkenden. Zoals Anna beschrijft: ‘Ik kan kinderen echt klaarmaken zo te gaan groeien, zodat ze uiteindelijk ook klaar zijn om “die wereld”, (…) net als de middelbare school, in te gaan.’

Verschillen tussen geloofsopvoeders

Hoewel het gaat om een gezamenlijk ideaal, spreken leraren ook over verschillen met de andere geloofsopvoeders en daarmee definiëren ze hun unieke rol. Deze verschillen hebben te maken met de eigen verantwoordelijkheden, taken, pedagogische mogelijkheden, relaties met leerlingen en omstandigheden. Allereerst: hoewel leraren ervaren dat ze een grote verantwoordelijkheid hebben, geldt dat ouders de grootste verantwoordelijkheid hebben. Zoals Floris zegt: ‘Als God op een gegeven moment iemand ter verantwoording moet roepen voor dat kind, dan begint Hij denk ik bij de vader of moeder. Niet bij mij.’

Ten tweede: de kerntaak van de school is het vergroten van kennis, vaardigheden en inzichten, terwijl ouders allereerst opvoeden, en de kerk vooral wordt gerelateerd aan liturgische en pastorale activiteiten, en aan dogma’s.

Ten derde hebben leraren unieke pedagogische mogelijkheden: zij hebben veel expertise om aan te sluiten bij het niveau van kinderen, terwijl dat voor ouders of in de kerk soms lastig is. Bovendien hebben ze door de dag heen ook veel kansen om in hun lessen een verbinding te leggen met het geloof.

Ten vierde: leraren hebben een andere vertrouwensband met kinderen dan bijvoorbeeld ouders – afhankelijk van de situatie van leerlingen juist vertrouwelijker of minder vertrouwelijk.

Tot slot trekt de leraar in een andere setting op met kinderen dan ouders, bijvoorbeeld vaker in een groep dan een-op-een.

Doorvragen

De leraren brachten in de interviews regelmatig naar voren dat ze als leraar doorvragen willen stimuleren. Dat lijkt exemplarisch te zijn voor hun unieke rol in de geloofsopvoeding. Je herkent bijvoorbeeld de kerntaak van de school (begrijpen) erin en de groepssetting waarin verschillende geloofsstandpunten naar boven komen. Doorvragen betekent volgens de leraren dat een leerling niet zomaar genoegen neemt met een uitspraak, antwoord of situatie, maar dat hij of zij kritische vragen stelt om zo het eigen standpunt en de perspectieven van anderen beter te kunnen begrijpen. Dat is belangrijk, omdat leerlingen zo hun eigen mening vormen, weten waarom ze deze mening hebben en zich bewust zijn van andere standpunten.

Dat voorkomt dat leerlingen beperkt denken. Bovendien kunnen ze zo dieper geworteld raken in hun geloof en meer begrip opbrengen voor andersdenkenden. Jasmijn zegt bijvoorbeeld: ‘Ik hoop dat de leerlingen ook met een eigen mening en een eigen visie op de wereld van school gaan. Je merkt dat vanuit de traditionele gezinnen heel vaak een ouder wordt nagesproken. (…), vooral op Bijbels gebied hoor ik dat heel veel. Ik denk dan: ik wil kinderen heel graag zelf laten nadenken.’ Als leraren spreken over doorvragen, gaat het meestal over situaties waarin verschillen naar voren komen die ze van huis uit gewend zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van de zondagsbesteding, Bijbelvertalingen of over standpunten in het vluchtelingendebat.

Hermeneutische ruimte en vormingsgesprekken

Wat de leraren beschrijven in termen van de praktijk (doorvragen), raakt aan wat in de theorie wordt beschreven als “hermeneutische ruimte”. De hermeneutische ruimte betekent dat leerlingen de mogelijkheid hebben om zelf de wereld te verkennen, zodat ze zelfstandig betekenis kunnen verlenen aan die wereld en aan het geloof, en zich persoonlijk overtuigingen kunnen toe-eigenen. Als leraar ben je een gids die leerlingen helpt om te ontdekken, maar leerlingen moeten wel zélf leren kijken. Omdat zintuigelijke waarneming belangrijk is bij betekenisvinding, zijn concrete ontmoetingen met aandacht voor elkaar en de inhoud belangrijk. Je hoopt dat leerlingen in die ontmoetingen verwonderd raken, en het is de kunst om daarvoor mogelijkheden te scheppen tijdens de godsdienstige vormingsgesprekken die in de klas gevoerd worden (Stapstenen, hoofdstuk 12, 18).

Het stellen van open vragen aan elkaar is daarvoor belangrijk. En dat is precies wat de geïnterviewde leraren ook signaleren als het gaat om doorvragen. Zij noemden daarbij drie strategieën die ze zelf regelmatig toepassen, namelijk: (1) Zorg steeds voor bewustwording dat er ook andere perspectieven zijn. Zoals Hugo zegt: ‘Ik wil mijn leerlingen even wakker schudden van: je kunt het ook van een andere kant zien.’ (2) Stimuleer het zoeken naar meer informatie en het stellen van bijvoorbeeld waarom-vragen. Hierbij gaat het niet alleen om het stellen van vragen aan elkaar, maar ook om het stellen van vragen aan Gods Woord of de traditie. (3) Creëer ruimte in de klas voor verschillende meningen en stimuleer discussies, terwijl je als leraar terughoudend bent met het geven van je eigen standpunten. Op deze manier kunnen de onderlinge verschillen die er in de school zijn als het gaat om geloofsstandpunten en -gewoonten juist gebruikt worden om een bijdrage te leveren aan de geloofsopvoeding van kinderen. Daarvoor hebben leraren een unieke rol en een belangrijke taak.


Voetnoten

1. Deze interviews zijn gehouden in het kader van mijn promotieonderzoek naar hoe leraren in orthodox-christelijke basisscholen omgaan met de religieuze diversiteit in de samenleving en wat dat voor de lerarenopleiding kan betekenen. Medio 2022 hoop ik op dit onderzoek te promoveren.

2. Alle namen zijn fictief.


Bronnen

Kunz, B., & Van Doleweerd, J. (2021). Stapstenen: Godsdienstige vorming in het basisonderwijs. De Banier.

Markus, J. J., De Kock, A., De Muynck, A., Bertram-Troost, G. D., & Barnard, M. (2018). How cohesion matters: Teachers and their choice to work at an orthodox Protestant school. Journal of School Choice, 12 (4), pp. 567-587. https://doi.org/10.1080/15 582159.2018.1437313

Markus, J. J., Bertram-Troost, G. D., De Kock, A., De Muynck, A., & Barnard, M. (2019). Stimulating inquisitiveness: Teachers at orthodox Protestant Schools about their roles in religious socialization. Religious Education, 114(4), pp. 513-527. https://doi.org/ 10.1080/00344087.2019.1581874

Van Doleweerd, J. (2021). Als desem in het deeg: verhalen die vormen en verbinden. PC-GVO/Driestar educatief.


Bespreken

Onderstaande vragen zijn bedoeld als handvatten om dit essay in groepsverband te bespreken.

Hoe ervaar je de verschillen die er in de school zijn ten aanzien van het christelijk geloof en/of de gereformeerde traditie?

Kun je één of meer situaties beschrijven waarin je zelf het doorvragen stimuleerde? Wat leverde dat op voor de leerling(en), en wat bracht het jou?

In hoeverre is het begrip “hermeneutische ruimte” nieuw voor je en wat zou je samen met je team daarover nog meer willen ontdekken?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2021

De Reformatorische School | 48 Pagina's

Leraren als geloofsopvoeders: een unieke rol

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2021

De Reformatorische School | 48 Pagina's