Einde bekostiging kleine basisschool: en nu?

De bekostiging van een basisschool wordt beëindigd als een school drie achtereenvolgende jaren te weinig leerlingen heeft om boven de gemeentelijke opheffingsnorm te blijven. Het aantal leerlingen wordt geteld op 1 oktober. Met de invoering van de vereenvoudigde bekostiging verandert deze teldatum niet. Voor sommige scholen volgen op deze telling dus belangrijke maanden. Maar welke mogelijkheden zijn er voor scholen eigenlijk als het leerlingaantal onder de opheffingsnorm dreigt te komen?

Formule

De opheffingsnorm is niet in iedere gemeente hetzelfde. Deze norm wordt namelijk bepaald door middel van een formule waarin de zogenaamde “leerlingdichtheid” in een gemeente een belangrijke rol speelt. Zo kan het zomaar zijn dat een school in een stedelijk gebied met 180 leerlingen eigenlijk zou moeten sluiten, terwijl een school op het platteland met 35 leerlingen kan blijven bestaan. Het minimale aantal leerlingen dat een school moet hebben, is in de wet vastgesteld op 23, terwijl de opheffingsnorm niet hoger mag zijn dan 200 leerlingen.

Scenario's

Als scholen onder de opheffingsnorm dreigen te komen, is het van belang dat scholen tijdig(!) een goede prognose laten opstellen van de te verwachten groei en/of krimp van de school. Op basis van deze berekening kunnen er namelijk scenario’s worden opgesteld waardoor een school mogelijk toch kan blijven bestaan. Er zijn in de wet grofweg twee mogelijkheden om als christelijkreformatorische school toch de deuren open te houden:

de gemiddelde schoolgrootte;

als een school de laatste school van een richting is binnen een straal van 5 kilometer. Hierbij geldt een minimaal aantal leerlingen van 50.

De tweede mogelijkheid behoeft in de praktijk weinig uitleg, maar de eerste verdient meer aandacht. De wetgever heeft de mogelijkheid opengelaten om als school gebruik te maken van bepaalde vormen van samenwerking met een school met een hoger leerlingaantal en/of lagere opheffingsnorm. In de praktijk blijkt vaak dat door middel van de zogenaamde “10/6-berekening” een school die onder de opheffingsnorm dreigt te komen, alsnog kan blijven voortbestaan.

Het is wel van belang dat scholen vroeg beginnen met het vormen van dergelijke samenwerkingsverbanden. De procedure neemt namelijk behoorlijk wat tijd in beslag. Verder is het nog van belang om te vermelden dat scholen die gebruikmaken van een van beide uitzonderingsposities dit ieder jaar, na ontvangst van de brief van DUO, dienen aan te geven. De uiterste – en daarmee fatale – datum is 1 februari. Voor de scholen waarvoor dit geldt, is alertheid dus geboden.

Wilt u een casus laten bespreken? Mail naar tslagboom@kliksafe.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen