Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Ik heb een prijs betaald voor het geloof ’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Ik heb een prijs betaald voor het geloof ’

Bijaya karki zoekt christelijke waarden voor het nepalese onderwijs

7 minuten leestijd

Hij werd uitgelachen, beschimpt als “koeieneter”, weggezet als vijand van de hindoeïstische cultuur. Het christelijke geloof gaf hem kracht om de klappen op te vangen zonder terug te slaan. Nu zoekt Bijaya Karki in een promotiestudie het goede voor het Nepalese onderwijs door aandacht te vragen voor christelijke waarden als vriendelijkheid en vergevingsgezindheid.

Onderwijs bij een geopende Bijbel is in Nepal alleen mogelijk op de zondagsschool. Juist daar kwam Karki op 12-jarige leeftijd terecht. In een jaar waarin zijn jonge leven op zijn grondvesten schudde. In dat jaar overleden niet alleen zijn vader, een broer en een opa, ook zijn moeder bleek ernstig ziek te zijn. Een hersentumor zorgde ervoor dat ze nog maar enkele maanden te leven had.

Toen was daar, plotseling, aan het bed van zijn moeder een christen die getuigde. Over Jezus en de kracht die er in Hem was om te genezen. Terugdenkend slikt Karki het opkomende verdriet weg. ‘Mijn moeder werd christen’, vertelt hij. ‘Eerst om te genezen, maar later begreep ze pas echt de liefde van Christus. In de tijd die ze nog had, werd ze een toegewijd lid van onze presbyteriaanse gemeente. Al betekende dat iedere zondag een uur lopen om bij de kerk, een dorp verderop, te komen.’

De jonge Bijaya ging mee. Hij bleef gaan toen zijn moeder niet meer kon. ‘Ik weet nog hoe op een zondag mijn oom, die net als ik ook door mijn moeder christen was geworden, me ophaalde. Hij was nerveus. Ik denk dat op dat moment mijn moeder al was overleden. Hij nam me mee. Natuurlijk huilde ik. Ze zeiden tegen me: “Nu zul je wel geen christen meer zijn, toch? Je ziet nu toch dat Jezus geen machtige God is?” Dat waren moeilijke momenten. Wat voor hulp en troost is dát? Maar in mijn hart verbond het me sterker aan Christus.’

Koeieneters

Samen met zijn christelijke oom bleef de toen 13-jarige Bijaya naar de kerk gaan. ‘Ik heb een prijs betaald voor mijn christen-zijn’, blikt hij terug. ‘De makkelijkste keuze, die ik niet gemaakt heb, was weer hindoe worden. Mijn familieleden hadden me wel lief – natuurlijk – maar ze haatten het christendom. Toen mijn christelijke oom later voor werk naar India vertrok, bleef ik echt als enige over. In een omgeving zonder kerk, zonder andere christenen, met veel vooroordelen. Christenen noemen ze “koeieneters”. Volgens de hindoeïstische cultuur is dat heel erg.’

‘Nee, mijn familie vond het niet goed dat ik naar de kerk ging. Soms riepen ze me boze woorden toe. Mijn geloof vonden ze dwaasheid. Ondraaglijk voor een tiener. Toch ging ik de discussie niet aan. Dat durfde ik niet. Als vrienden me vertelden dat mijn God niet waar en machtig was, bleef ik stil. Vanbinnen dacht ik na. Ik vond steun in het onderwijs van de Heere Jezus: volharden, verdragen, geen harde woorden terugspreken, kalm blijven, goed doen aan anderen, ook al doen ze dat niet aan jou.’

Achteraf, denkt Karki, is het die houding geweest waardoor het contact met zijn familie verder toch redelijk goed bleef. ‘Iedereen kon zien dat ik me goed gedroeg, richting familie, vrienden en ook in de samenleving. Bij mij persoonlijk bracht het teweeg dat ik steeds meer van harte in Christus ging geloven. Liefde en vergeving zijn alleen echt mogelijk in Hem. Daar kwam ik langzaam sterker in te staan. Het hielp me staande te blijven.’

Waarden

In Nepal is het hindoeïsme dominant. ‘Met Christus hebben ze geen moeite, zolang ze Hem tussen hun vele goden kunnen inpassen. Maar als je met sommige rituelen en gebruiken niet meer wilt meedoen, beschouwen ze je als vijand van de cultuur. Dan wordt het moeilijk.’ Dat antichristelijke sentiment ziet Karki steeds sterker worden in Nepal. Uit zijn middelbareschooltijd herinnert hij zich een verschrikkelijk moment. ‘Mijn leraar gaf les over verschillende religies. In het boek kwam ook de christelijke religie voor. Spottend vroeg hij of de leerlingen wisten dat ze er in de klas ook zo een hadden. Voor de hele klas zette hij me voor schut. Dat was vernederend.’

Het was een van de drijfveren voor Karki om zich intensiever met opvoeding en onderwijs te gaan bezighouden. In zijn gemeente in Kathmandu – een gemeente met de Westminster Confessie – groeide hij uit tot jeugdleider en ging hij soms ook voor. Na een studie pedagogische wetenschappen kwam hij terecht bij het Early Childhood Education Centre (ECEC) dat Nepalese leraren traint in het werken aan een vriendelijke, liefhebbende sfeer in de klas. Via het ECEC kwam hij in 2013 in Nederland terecht voor het volgen van de minor Christian Education, aangeboden door de Driestar-pabo. De reis en het verblijf in Nederland zetten de Nepalees stil bij grote verschillen. Aan de ene kant een hindoeïstisch land waar christelijk onderwijs op scholen niet gewenst is. Daartegenover een land waarin christelijke waarden openlijk een plek krijgen in christelijke scholen, ook nog eens door de overheid bekostigd. ‘Maar waar je ook bent’, concludeert Karki, ‘je hebt als christen altijd iets te doen. In Nepal kan ik de christelijke waarden laten zien in de manier waarop ik onderwijs geef. Ik kan het belang daarvan proberen over te brengen op niet-christelijke leraren.’

Naastenliefde

Dat het moeilijk is om als christen te werken op een Nepalese basisschool geeft Karki grif toe. ‘Het is belangrijk dat je laat zien dat je vreedzaam en vriendelijk bent. Dat je niet agressief, maar kalm en voorzichtig reageert als je bevraagd wordt. Zeker ook op momenten dat je duidelijk moet maken dat je ergens niet aan kunt meedoen. Het onderwijs is soms verweven met hindoerituelen. Ik kan als christen geen afgoden vereren. Ik kan me niet neerbuigen in een hindoetempel. Ik kan geen vlees eten dat aan de afgoden is gewijd, al weet ik dat Paulus daar in 1 Korinthe iets anders over zegt.’

Juist daarom is belangrijk dat christenen laten zien wat ze wel te bieden hebben. ‘Naastenliefde’, somt Karki op, ‘openheid, respect voor andersdenkenden, zorgzaamheid, kalmte, wijsheid.’ Het zijn eigenlijke vruchten van de Geest, zoals die in Galaten 5 worden genoemd, merkt hij op. ‘Ik neem ze mee in het opleiden van leraren in Nepal. Gastvrijheid ook. Denk aan het belang van het bieden van een kindvriendelijke, veilige omgeving zonder vorm van discriminatie of achterstelling. Dat spreekt leraren aan. Zeker in een omgeving waarin dat niet gewoon is.’

Sinds 2021 is Karki weer in Nederland. Na drie masters werd het tijd voor een promotiestudie. Een plek werd gevonden aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn. Het onderwerp laat zich raden: pedagogische tact voor het scheppen van een kindvriendelijke leeromgeving in het primaire onderwijs in Nepal. Op de derde verdieping van Driestar educatief heeft hij een eigen werkplek gekregen. Naast zijn studie gaat hij een dag per week naar Boskoop om op de internationale christelijke school De Ceder een bijdrage te leveren. In de avonduren werkt hij in Gouda in een Indisch restaurant om de koks te assisteren. ‘Ik ken de gerechten en de manier van koken’, lacht hij. ‘Dat is niet heel anders dan wat ik in Nepal gewend was.’

Kindvriendelijk

In januari vliegt hij voor een periode terug naar Nepal. Het actieonderzoek met leraren zit eraan te komen. In Nederland ligt de focus op de theorie en het verkennen van de praktijk van christelijk onderwijs en hoe kindvriendelijkheid daarin functioneert. ‘Daar is Nederland verder in dan Nepal, waar soms wel veertig tot vijftig kinderen in een klas zitten en leraren zich erg autoritair kunnen gedragen. Door zelf ook onderwijs te geven, in Boskoop en soms ook hier in Gouda aan pabostudenten, ervaar ik hoe de theorie in de praktijk werkt. Dat neem ik mee naar mijn actieonderzoek in Nepal.’

Kunnen Nederlandse leraren ook wat van Karki’s onderzoek en ervaringen leren? Even denkt de Nepalese promovendus na. ‘Het is moeilijk om als christen in een gemixte samenleving te leven’, zegt hij dan. ‘Maar dat zie je hier ook steeds meer gebeuren. Het vergt veel wijsheid om als christen trouw te zijn, maar tegelijk ook echt in verbinding met anderen te staan en samen te leven. Toch zul je die uitdaging aan moeten gaan. Je echt verbinden aan de christelijke waarden helpt daarbij. Gebaseerd op een persoonlijke relatie met God. Dat heb ik in Nepal geleerd, dat is ook in Nederland nodig.’


Bijaya Chandra Karki (1985)

2010: Master pedagogiek Triphuvan University, Kirtipur

2010-2017: Lerarenopleider Early Childhood Education Centre (ECEC)

2013: Minor Christian Education Driestar hogeschool

2017-2021: Consultant pedagogische trainingsschool, Kathmandu

2018: Master sociologie Tri-Chandra Campus, Kathmandu

2021: Master organisatorisch leiderschap DAI (christelijk), Kathmandu

2021: Start promotiestudie Theologische Universiteit Apeldoorn

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2023

De Reformatorische School | 52 Pagina's

‘Ik heb een prijs betaald voor het geloof ’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 2023

De Reformatorische School | 52 Pagina's