Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambachtelijke opvoeders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambachtelijke opvoeders

3 minuten leestijd

“Ambacht” en “ambt” hebben dezelfde wortel. In de loop van de tijd ging ambacht een handmatig uitgeoefend beroep en ambt een hogere functie betekenen. De eerste drie jaar van mijn onderwijs stonden in het teken van “ambachtelijk” opvoeden.

Meester Te Hennepe was heel klein, droeg een driedelig pak en zat hoog tronend achter een lessenaar op een verhoging eronder. Theo zat voor me. Hij was niet groot, dus ik kon me niet verstoppen achter zijn rug. Hij had een heel aparte muts. Van achteren was hij rond en aan de voorkant en zijkanten liep hij uit in puntjes. Die dienden om bij hevige kou zijn oren warm te houden. Aan die puntjes was een koordje bevestigd, zodat hij de muts op zijn rug kon hangen. Op een dag trok ik, toen de meester niet keek, de muts over zijn hoofd. De derde keer keek de meester wel. Hij daalde van zijn troon en liep met driftige passen op me af. Eerst kreeg ik een klap voor mijn hoofd, maar die kwam op mijn hand terecht. Daarna trok hij me aan een oor uit mijn bank en drukte hij me achter het bord dat op een ezel in de hoek van de klas stond. De pijn zakte al snel, maar na een tijdje moest ik plassen. Pas achter de heg … nou ja.

In de tweede klas bij juffrouw Vermaas zou ik geen kattenkwaad meer uithalen. Ze was een vrijgezelle dame met altijd een bruin schort voor, om zich tegen krijt- en cokesstof te beschermen. Ze droeg boven haar jurk vaak een wit kanten kraagje dat niet zo voornaam stond bij het schort. We kregen voor het eerst les in schrijven met een kroontjespen. Die moest je leren vasthouden met een gestrekte wijsvinger. Ze liep altijd tussen de rijen door om te controleren of alle letters wel even hoog en even scheef waren. Ik wilde het zo mooi mogelijk doen en vergat mijn vinger die nu verkrampt op de bovenkant van de pen drukte. Ik had haar niet aan horen komen. Haar liniaal raakte mijn vinger gevoelig. Omdat het resultaat een inktvlek onderaan de bladzijde was, moest ik na schooltijd de bladzijde opnieuw schrijven.

In de derde klas had een jongen staan plassen op het zadel van het fietsje van mijn broertje. Ik wilde dat graag recht zetten (niet het fietsje, want dat was vies) en we lagen vechtend op de grond. Toen werden we ieder door het hoofd der school aan een oor omhoog gehesen. Eerst vroeg hij naar de aanleiding. Ik vertaalde het antwoord uit mijn dialect in voor mij vlekkeloos Nederlands: ‘Hij heeft over het zaal van mijn broertje staan zeken.’ Toen pakte hij ons in onze nek, tikte onze hoofden hardhandig tegen elkaar en draaide zich zonder verder iets te zeggen om.

Pas in de vierde klas kregen we meer ambtelijke leerkrachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2024

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Ambachtelijke opvoeders

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2024

De Reformatorische School | 52 Pagina's