Een gebed om verlossing
Help ons, o God onzes heils, ter oorzake van de eer Uws Naams; en red ons en doe verzoening over onze zonden, om Uws Naams wil. Psalm 79:9
Het is wel nodig om een boeteen biddag te houden, gezien alle omstandigheden waarin we leven. Zonde is geen zonde meer, het recht struikelt op de straat en de liefde van velen is aan het verkouden. En toch zoekt de Heere in alles Zijn eigen eer, en om niet de eeuwige behoudenis van een zondaar.
psalm van Asaf’. De opperzangmeester en profeet bezingt ‘E en de toestand van de gemeente, door de Heilige Geest opgeschreven. Gods gemeente beklaagt zich over de wreedheden van de vijanden die Jeruzalem en de tempel hadden verwoest. En hij bidt Hem dat Hij vergetende en verzoenende hunne zonden, om Zijns eer wil, hen genadiglijk en spoedig verlosse en de vijand straffe, tot eeuwige lof van Zijn Naam.
In de verzen 1 tot 4 lezen we van een bittere klacht. En in de verzen 5 tot 12 een gebed om de hulp des Heeren. Ze zijn in diepe ellende. Ze erkennen ook de schuld bij zichzelf. Wat een groot voorrecht als we de schuld nog bij onszelf zoeken, ook uitwendig in onze dagen! Wij hebben gezondigd en gedaan dat kwaad is inZijn oog. O, welzalig die persoonlijk in de schuld mag komen en de Heere om vergeving gaat smeken.
Hoor het gebed van Asaf: ‘Help ons’. Hij weet waar hij terecht kan; ja, waar hij zijn persoonlijke noden en de noden van zijn volk kwijt mag raken. Nee, niet alleen zijn persoonlijke nood, ook de nood van zijn volk, hoor maar: ‘Ons’, dat is met insluiting van zichzelf. Asaf is als het ware een voorbidder, net als eenmaal Mozes en ook David. O zie, Asaf is met zijn volk de nood bij de Heere aan het brengen; daar alleen is de enige toevlucht en de ware hoop. ‘Help ons’, als gemeenten, als land, als vorstenhuis. ‘Help ons’, ook op de biddag, onze visserij, het landleven, het kantoor-, transporten handelsleven, onze politiemensen, het verplegend personeel en onze moeders in de gezinnen. Zeker, overal mogen we de Heere om hulp en bijstand vragen.
Persoonlijke vraag
Mag ik persoonlijk worden? Hoe is het met onze ziel op weg en reis naar de eeuwigheid? Wat is uw verwachting? Hoe is uw biddag? Wat is nu ten diepste uw nood? We leven zo gemakkelijk door en het onderscheid van wat het wel is en wat het niet is, wordt haast niet meer opgemerkt. Een beetje godsdienst en een vroom leven is voor velen onder ons genoeg. Maar we moeten met God worden verzoend, in een weg van recht en gerechtigheid, door de arbeid van de Borg Christus alleen.
‘Help ons’. In de waarachtige wedergeboorte wendt men zich niet meer tot hulp van mensen, maar dan wordt Gods hulp zo nodig. ‘Help ons’, dat wordt het ware gebed om Gods hulp. Daar alleen wordt hun nood heengedreven. ‘Help ons, o God onzes heils’. Welzalig die dit op goede gronden mag zeggen. Waar deze God de alleen Algenoegzame is geworden in hun leven. ‘Red ons’.
Medereiziger, we gaan niet verloren, maar liggen verloren! O, is dat gebed al waar geworden: ‘Red ons’. Redding heeft iemand nodig die geheel verloren ligt en niets meer heeft tot zijn behoudenis. O zeker, we zijn verdorven van het hoofd tot de voetzool toe. God doet geen onrecht in de eis van de wet, wat de mens niet meer volbrengen kan. Een welverdiende straf, een vraag vanuit de diepte: ‘Red ons’, ofwel: is er nog enig middel waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en wederom tot genade komen?
Kom, kennen we dit in het leven? Maar kennen we ook de zoete ontsluiting in die Ander, hoewel de zoete en grote verlossing nog verborgen bleef, hoe nu het recht in Christus ten volle wordt verklaard in Zijn arbeid.
‘Doe verzoening over onze zonden, om Uws Naams wil’, daar wordt de ware verlossing in Christus ontsloten. Niet alleen met behoud van Zijn deugden, maar ook met verheerlijking van Zijn deugden.
Daar is Christus alles en in allen. Maar verzoening is ook nodig over alles wat niet was naar de reinheid van Zijn heiligdom. O, welzalig toch de mens wiens zonden zijn vergeven en voor eeuwig van de straf ontheven.
‘Doe verzoening over onze zonden, om Uws Naams wil’, daar wordt de ware verlossing in Christus ontsloten. Niet alleen met behoud van Zijn deugden, maar ook met verheerlijking van Zijn deugden. ‘
De eer van Zijn naam
De ware bidders krijgen de eer des Heeren lief, hoor! ‘Ter oorzake van de eer Uws naams’. Die naam is hun zo dierbaar en begeerlijk geworden. O, deze naam is zo gepast en ook noodzakelijk om door Hem met God verzoend te mogen worden.
Wat een biddag zou het worden, om zo aan de troon van Gods genade te mogen bedelen, te mogen aanhouden, niet meer los te kunnen laten, gelijk de gordel kleeft aan de lendenen van een man.
Jeugd, ouderen, laten we zo de hemel eens mogen bestormen om, op een goede grond, allen door Hem te mogen worden gered. Dat zal de schoonste biddag zijn! Dan krijgt God Zijn eer en de zondaar de zaligheid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 2020
De Saambinder | 20 Pagina's