Bijna hetzelfde

Onder wonderlijke tekenen vond de uitstorting van de Heilige Geest plaats. Dat gaf in het leven van duizenden mensen een geweldig grote verandering. Die verandering was een gevolg van de inwendige vernieuwing door de Heilige Geest. Al die duizenden mensen werden door de kracht van de Heilige Geest in het hart gegrepen! En dat kwam in hun leven in de vruchten openbaar.

De wet van God, die Petrus hun in de pinksterpreek voor ogen hield, werd de spiegel waarin zij hun zonden leerden zien en werd het middel om de verlorenheid tussen God en de ziel in te leven. Zij leerden roepen: ‘Wat zullen wij doen, mannen broeders?’ Wat een wonder als de Heilige Geest ook doorwerkt in de harten van doodschuldigen en hun de vergeving der zonden op grond van Christus’ verdienste schenkt en toe-eigent. Dat komt in de vruchten openbaar.

Een akker verkocht

Dat was zichtbaar in het leven van Joses (Bárnabas). Van hem lezen we: ‘Alzo hij een akker had, verkocht dien, en bracht het geld en legde het aan de voeten der apostelen’ (Hand. 4:37). Liefdewerk als vrucht van Geesteswerk! Maar waar de Heere Zijn Kerk bouwt, bouwt de satan zijn kapel. Dat komt openbaar in het leven van Ananías en Saffira. Ook zij verkochten een akker. Ananías bracht een deel van de opbrengst bij de apostelen, maar deed alsof het de hele opbrengst was. Hij deed bijna hetzelfde als Joses. Bijna hetzelfde, maar het was toch zo geheel anders. Bij Joses ging het om Gods eer en het heil van de naaste, bij Ananías en Saffira ging het om eigen eer en eigen belang. Ingrijpend hoe het werk van de Heilige Geest willens en wetens door hen werd nagebootst.

Ingrijpende straf

‘Ja, voor zoveel’. Dat is het antwoord van Ananías op Petrus’ vraag of dat het hele verkoopbedrag was. Ingrijpend: ‘Gij hebt den mensen niet gelogen, maar Gode’ (Hand. 5:4b). Gelogen tegen God, bespottend het werk van de Heilige Geest. Niet vanwege een zwak moment in de strijd van het leven, maar welbewust en van tevoren samen doordacht. En dan lezen we de ingrijpende woorden in vers 5a: ‘En Ananías deze woorden horende, viel neder en gaf den geest’.

Hoe ingrijpend in een tijd waarin de Heilige Geest zoveel dode zondaren levend maakte. Daar moet wel een ernstige sprake van uitgegaan zijn voor de omstanders! En de sprake wordt nog indringender.

Ongeveer drie uur later komt ook Saffira binnen, onwetend van de straf waarmee de Heere Ananías heeft gestraft. Ook aan haar stelt Petrus, wijzend op de geldbuidel, of dat het bedrag is waarvoor zij het land hebben verkocht. En dan blijkt de goddeloze samenstemming in het kwaad. Zonder blozen geeft zij het antwoord: ‘Ja, voor zoveel’. Opnieuw wordt Gods toorn over het bespotten van het werk van de Heilige Geest ingrijpend gestraft. In vers 9b lezen we: ‘Zie, de voeten dergenen die uw man begraven hebben, zijn voor de deur, en zullen u uitdragen’. Ze heeft volhard in dezelfde zonde en deelt nu in dezelfde straf: ‘En zij viel terstond neder voor zijn voeten, en gaf den geest’. Wat blijkt dat de Heere geen ledig aanschouwer is, maar dat Hij de zonde rechtvaardig straft. Het is in de jonge gemeente te Jeruzalem een ernstige sprake geweest.

Vrees als vrucht

Een heilige schrik als vrucht! Nee, we lezen niet dat men harde gedachten koesterde tegenover Petrus of de andere apostelen. Heilige schrik is vrucht van de bediening van de Heilige Geest. Dan leert een mens voor het eerst of opnieuw vragen wat de pinksterlingen ook gevraagd hebben: ‘Wat zullen wij doen, mannen broeders?’ Wat is het noodzakelijk om op die plaats terecht te komen. Dan kan de liefde tot God niet verdragen dat er nog zonden blijven liggen tussen God en de ziel. En er liggen er zoveel! En zonde maakt schuld. Zo hoog dat deze onbetaalbaar wordt. Om met deze nood door de Heilige Geest uitgedreven te worden naar Gods genadetroon, om daar als een boeteling zonde te belijden en schuld te bekennen en te erkennen dat de Heere rechtvaardig is, al moest ik voor mijn zonden eeuwig boeten.

Voldoening en verzoening

De Heilige Geest werkt in de ziel van een verslagen zondaar het diepe verlangen om Jezus als de Opstanding en het Leven tot vergeving van de zonden te leren kennen. Wat een voorrecht als gezien mag worden dat er bij Hem een volheid is die nooit te ledigen is. Immers, in het enig geldende offer van Christus heeft God een volkomen voldoening gevonden tot verzoening van de zonden voor een schare die niemand tellen kan.

Waren er drieduizend bekeerlingen op de Pinksterdag, en lezen we even later van vijfduizend, nog is het getal niet vol. Laten we er dagelijks om bidden of dezelfde vreze, die kwam over de gehele gemeente van Jeruzalem, ook over ons mag komen. Het kan nog steeds, want Christus onttrok niet van de prijs, Hij betaalde gewillig en volkomen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen