Leren op de school van Christus [30]

Deel II Zuigelingen

IX ZIJ SMAKEN DAT DE HEERE GOEDERTIEREN IS EN VERLANGEN NAAR DE ONVERVALSTE MELK VAN HET WOORD (VOLGENS 1 PETRUS 2:1-3)

Evenals Paulus had de apostel Petrus te maken met zuigelingen, want dat waren de bekeerde Joden doorgaans. Nadat hij hun verteld had dat ze wedergeboren waren (1 Petr. 1:23), spoort hij hen in deze tekst aan om alle kwaadheid, bedrog, geveinsdheid, nijdigheid en roddel af te leggen, waartoe zij -omdat ze nog zo vleselijk warengeneigd waren. Ze moeten als nieuwgeboren kinderen verlangen naar de onvervalste melk van het Woord, opdat ze daardoor zullen groeien, aangezien ze gesmaakt hebben dat de Heere goedertieren is.

Met dit smaken wordt bedoeld hun komen tot Christus en hun geloven in Hem als de uiterste Hoeksteen. Hun groei is dat ze op Hem gebouwd worden als een geestelijk huis (1 Petr. 2:4-6). Deze vergelijkingen tekenen de natuur en de gerichtheid van deze zuigelingen -om tot Christus te komen en in Hem te geloven, om in Hem op te groeien en in Hem opgebouwd te worden. Zoals Hij voor hen kostbaar en heerlijk is, zo zijn zij kostbaar en heerlijk in Zijn ogen, om Zijn deugden te verkondigen en daarmee ook de lof van Hem Die hen uit hun duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht (1 Petr. 2:7-9).

Omdat ik al eerder over hun geloof gesproken heb, zal ik nu iets zeggen over hun ervaring, die naar mijn mening uitgedrukt wordt met dit woord ‘smaken’. De rijpe christen heeft veel actieve zintuigen en is vol van vele en rijke ervaringen (Hebr. 5:14). Maar de zuigeling gebruikt slechts dit ene zintuig, de smaak, die in hem een verlangen opwekt naar het Woord om te groeien, opdat hij kan zuigen en verzadigd worden met vertroostingen, opdat hij melk kan drinken en verzadigd zal worden met de glans der heerlijkheid (Jes. 66:11).

De zuigeling beschikt over het zintuig van de smaak zo gauw hij geboren is en hem melk gegeven wordt om te drinken, waarvan hij de zoetheid proeft en waarin hij voeding en kracht vindt om in leven te blijven. Als hij niet in leven was, zou hij niet kunnen smaken, en als hij niet kon smaken, zou hij ook niet kunnen leven. De ervaring wordt vaak uitgedrukt met het woord ‘smaken’, dat het horen te boven gaat en gepaard gaat met zien: ‘Smaakt en ziet dat de HEERE goed is’ (Ps. 34:9). Welnu, net als zien raakt proeven het hart en wekt het de eetlust op. Daarom moet u de melk verlangen, zegt Petrus. Dit drukt niet alleen de plicht uit, maar ook de natuur en de gerichtheid van de zuigelingen. Die kunnen verklaard worden uit het feit dat ze gesmaakt hebben dat de Heere goedertieren is.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen