Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De oogst is groot

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De oogst is groot

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op een zeer ongebruikelijk tijdstip, pas eind augustus, zal het curatorium vergaderen over de toelating tot het eerste studiejaar van onze Theologische School. En dat terwijl het cursusjaar dan eigenlijk al zou moeten beginnen. Het is al even onwezenlijk als zoveel andere zaken, die diep ingrijpen in ons kerkelijk leven, veroorzaakt door de heersende pandemie.

De e zaak van de toelating vraagt echter niet minder onze aandacht en ons gebed. Het vraagt ook om een hartelijk meeleven met alle betrokkenen, zoals de broeders die zich gemeld hebben met een attest van hun kerkenraad, de leden van het curatorium en de hele gemeenschap van onze school, die zich hierbij intens betrokken weet. Als het goed is, hoort u en hoor jij daar ook bij. De oogst is (nog steeds) groot en de arbeiders zijn weinige. Let op de vele lege kansels en de gemiddelde leeftijd van de predikanten. Er ligt de blijvende oproep van de goede Herder, in bewogenheid met zoveel schapen die vermoeid en verstrooid zijn, om de Heere des oogstes te bidden dat Hij Zelf arbeiders in Zijn oogst zal uitstoten. Met Geesteskracht, waarbij Hij Zelf getuigenis geeft aan Zijn eigen werk. Onwederstandelijk!

In enkele artikelen wil ik u laten meelezen in ”Pastorale adviezen” van ds. C.H. Spurgeon. Misschien vergaat het u net als ondergetekende, dat alle reserves zomaar wegvallen. De globale rode draad van deze artikelen kunt u dus bij Spurgeon uitvoeriger nalezen.

Roeping van ieder

Het is de plicht van ieder van Gods kinderen om het evangeliezaad te strooien. Zondag 12 van de Heidelbergse Catechismus spreekt daarom over het christenambt om ‘Zijn naam te belijden en mijzelf tot een levend dankoffer voor Christus op te offeren’. Deze roeping hebben mannen en vrouwen en is dus duidelijk onderscheiden van de roeping tot het predikambt. Als het goed is, wordt de geestelijke nood van de naaste door elke ware christen gevoeld. Wanneer de ruimte in de Zaligmaker ervaren mag worden, is er een innerlijke drang om dit met de naaste te delen. Want: ‘als het voor mij kan, dan kan het voor jou zeker’. Dit gevoelen van de nood en deze drang om van Gods dienst en Naam te getuigen, is echter nog geen roeping tot het predikambt. Laten we dit duidelijk blijven onderscheiden.

Persoonlijk geroepen

Het is noodzakelijk dat een prediker weet door Christus gezonden te zijn. Een niet gezonden gezant is een bespotting. Daarom moet hij ervan overtuigd zijn dat hem het woord der verzoening is toebetrouwd. Een gezant van Christus is door Christus Zelf gezonden. Zo iemand heeft daar niet zelf voor gekozen en heeft zichzelf niet opgeworpen. Hij is een gezóndene, waarvan Timotheüs het bewijs moest leveren (2 Tim. 2:21). Zo iemand is een door God uitverkoren ‘vat’, om Zijn Naam te dragen. Een geschenk van de ten hemel Gevarene (Ef. 4:11). Zo iemand weet zich gestéld over de kudde. Hij heeft de bediening niet ván mensen, noch door een mens.

Geloven we werkelijk dat de Heere ook in het jaar 2020 herders verwékt, zoals we in Jeremia 23:4 lezen? Dat God Zelf wachters stelt om de mond Gods te zijn? Wanneer er ooit een tijd geweest is om dat goed te beseffen, dan is het onze tijd wel. Waar was in de ambtelijke dienst anders mijn hoop en moed gebleven?

Er is veel misvatting ten opzichte van de roeping. Er is veel oppervlakkig gevoelswerk, ingewikkelde beschouwing en zelfs een wonderlijk mengsel hiervan. Maar ook hierin blijkt eenvoud het kenmerk van het ware. Het gaat allereerst om persoonlijke redding, vervolgens om de roeping. Waarbij het groter is dat we een kind van God mogen zijn dan een knecht van Hem. Dat eerste moet niet verdrongen worden door de werkzaamheden met betrekking tot het ambt. Knecht-zijn is niet iets wat je bevindelijke leven uitmaakt of beheerst.

In een vervallen kerk zijn er velen die zich krampachtig opdringen. Laten we meer aan zelfonderzoek doen. Dan kan de lastbrief die de Heere geeft in alle rust en oprechtheid getoond worden, in ernst en bedaardheid. Want ook hier geldt: de zondaar doet dit bedaard, vrijwillig, armoedig, gelovig en oprecht. Er hoeft niets bewezen of voorgewend te worden. Er hoeft geen stand opgehouden te worden. Wat een belijder is zonder bekering, is een herder zonder roeping. Met als gevolg: kwalijk bezette preekstoelen. Joseph Alleine gaf daarom het advies: ‘Als ge er iets aan doen kunt, word dan geen dominee’.

Hoe zal iemand dan wéten van Godswege geroepen te zijn? Als het van God is, dan gáát het door. Zeker en gewis!

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

De oogst is groot

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 2020

De Saambinder | 20 Pagina's