Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leren van de Vroege Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leren van de Vroege Kerk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hebben veel te danken aan de Vroege Kerk. Om dat te ervaren, hoeven we alleen maar ons kerkboek op te slaan.

Naast de Apostolische geloofsbelijdenis vinden we daar ook de Geloofsbelijdenis van Nicéa en de Geloofsbelijdenis van Athanasius. De Avondzang gaat terug op een oud kerklied, ‘Christe, qui es lux et dies’, en het ‘onze harten opwaarts in den hemel verheffen’ uit het avondmaalsformulier, vindt zijn oorsprong in het ‘sursum corda’ van de Vroege Kerk. Het is daarom goed iets van de Vroege Kerk te weten, om het vervolgens dankbaar te herinneren en zorgvuldig te bewaren.

Herinneren en bewaren

Als we ons bezighouden met de Vroege Kerk, zijn we in goed gezelschap. Onze vaderen uit de zestiende en zeventiende eeuw deden dat ook. Wie het auteursregister van Calvijns ”Institutie” bekijkt, ziet daar vele verwijzingen naar de kerkvaders uit de Vroege Kerk. Vooral wanneer er grote meningsverschillen waren over de leer, werden de kerkvaders gebruikt. Ursinus geeft in zijn uitleg van de Heidelbergse Catechismus een lange lijst van citaten van kerkvaders om duidelijk te maken dat zij over het Heilig Avondmaal hetzelfde leerden als de Catechismus.

De reden voor dit uitvoerige beroep op de kerkvaders was niet dat de mannen van de Reformatie aan de Bijbel niet genoeg hadden. Als de tekst van de Bijbel het vereiste, weken ze van de kerkvaders af. Maar ze wilden het licht dat Gods Geest aan de kerk van vroeger eeuwen had gegeven niet verachten. Wij mogen dankbaar erkennen hoeveel licht over de Bijbelse waarheid Hij in vroeger tijden aan de kerk heeft gegeven. Daarnaast, door het ‘negeren van de bediening des Geestes’ in de kerkgeschiedenis, zoals ds. G.H. Kersten dat noemde, doet men zichzelf te kort en kunnen gemakkelijk dwalingen ontstaan. Veel nieuwe dwalingen zijn helemaal niet zo nieuw en reeds vroeger weerlegd. Wie vergeet onder hoeveel strijd de kerk de waarheid uit Gods Woord heeft opgediept, loopt het gevaar deze waarheid niet op juiste waarde te schatten. In de hoop dat haar voorbeeld ons tot navolgen wekt, brengen we in enkele artikelen de Vroege Kerk onder de aandacht. Eerst staan we in twee afleveringen stil bij de hoofdlijnen van de kerkgeschiedenis uit deze periode. Daarna volgen enkele afleveringen over wat de kerkvaders ons te zeggen hebben over het christelijk geloof en leven.

Vanaf Pinksteren

Wat bedoelen we met de uitdrukking ‘Vroege Kerk’? Het verwijst naar de geschiedenis van de eerste christenen vanaf Pinksteren. Meestal laat men de periode van de Vroege Kerk eindigen in de vijfde eeuw. Kerkvaders zijn de leraars uit deze periode die geschriften hebben nagelaten. Binnen deze vijf eeuwen kunnen weer verschillende perioden onderscheiden worden: de apostolische tijd, de periode tot en met het Concilie van Nicéa in 325 en de periode van Nicéa tot aan het Concilie van Chalcedon in 451.

Apostolische tijd

Het eerste deel van de apostolische tijd wordt beschreven in het boek Handelingen. Het eindigt met de gevangenschap van Paulus in Rome ergens rond het jaar 60. Petrus en Paulus sterven allebei halverwege de jaren 60. Historische bronnen voor het verdere verloop van de apostolische tijd zijn schaars. We lezen dat Paulus in Handelingen 20:29-30 en 1 Timotheüs 4:1-3 waarschuwt voor opkomende dwalingen. De tweede Petrusbrief spreekt daar ook van. Uit Judas en de brieven aan de zeven gemeenten in Klein-Azië blijkt dat aan het einde van de eerste eeuw deze dwalingen inderdaad aanwezig waren.

Volgens vroegchristelijke bronnen kwam de apostel Johannes in het badhuis in Efeze eens Cerinthus tegen, een aanhanger van de ketterse gnostiek. Johannes vluchtte toen het badhuis uit, zonder zich te baden en riep: ‘Laten we vluchten, zodat het badhuis niet instort, want Cerinthus, de vijand van de waarheid, is daarbinnen’ (Irenaeus, ”Tegen de ketterijen”, III.3.4). Dit verhaal laat zien hoe scherp toen al het conflict tussen waarheid en ketterij ervaren werd.

Aan het begin van de tweede eeuw, tijdens de regering van keizer Trajanus, sterft Johannes. Daarmee komt de apostolische tijd ten einde.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Leren van de Vroege Kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 2020

De Saambinder | 20 Pagina's