De gouden kandelaar
‘Gij zult ook een kandelaar van louter goud maken. Van dicht werk zal deze kandelaar gemaakt worden, zijn schacht en zijn rieten; zijn schaaltjes, zijn knopen en zijn bloemen zullen uit hem zijn’. Éxodus 25:31
Waar vindt de Heere Zijn volk? In de diepste duisternis. Daarvandaan brengt Hij ze tot het licht. Het beeld van God wordt hersteld en zo krijgen ze kennis in de weg van de zaligheid en in de vergeving van hun zonden. Ook geeft Hij ze licht om dat door genade uit te stralen in de wereld. Een van de voorwerpen in het heilige van de tabernakel is hiervan een beeld. Dat is de gouden kandelaar.
Negenenveertig kilo puur goud gebruikt Bezáleël om deze kandelaar te maken. Dit keer komt er geen hout aan te pas. Bovendien is hij uit één stuk gemaakt en geen enkel onderdeel werd er later aan gesoldeerd. We zien hier dat Gods Geest de handen van de kunstenaar geleid heeft om dit prachtige kunstwerk te kunnen maken.
De kandelaar met zijn schacht en zeven rieten staat in het zand van de woestijn. Het is net een boom, die aan weerszijden drie takken heeft. De zevende tak komt recht omhoog uit de stam voort. Elk van de zeven rieten is kunstig versierd met schaaltjes als amandelnoten, knopen en bloemen.
Kerk van alle tijden
Wat heeft de kandelaar ons te zeggen? De zeven rieten of armen geven een volheid aan. Het geheel ziet op de Kerk van alle tijden en alle plaatsen. De Kerk heeft één Heere, één geloof, één doop, één leer. In de kandelaar is geen splintertje hout van het menselijke te vinden. Ook aan de Kerk is er niets van de mens bij. Geen tranen en werkzaamheden kunnen toegevoegd worden, want het is enkel genade. Zeker, de Heere wil wel mensen gebruiken, maar de Kerk is in haar bestaan en zaligheid het zuivere werk van de drie-enige God. Onwankelbaar steunt de kandelaar op de schacht, de wortel Davids, op het fundament Christus. Niemand zal de Kerk uit Zijn hand rukken.
We vinden de kandelaar aan de zuidzijde van de tabernakel. Dat is de oorsprong van het licht. Weet u wat zo’n wonder is? Dat het licht zo in de richting van het noorden, naar de duistere, verloren wereld schijnt. Jezus is het Licht der wereld. Hij is Oorzaak en Bron om de geestelijke duisternis van een gevallen adamskind weg te nemen. Het licht op de kandelaar brandt dag en nacht. Zo zal er ook altijd een levende Kerk zijn, hoe de satan ook poogt die uit te blussen. Het zal hem niet gelukken, want de Heere houdt Zijn Kerk in stand.
Het afsnijdende werk
Om helder te branden, moet de kandelaar goed onderhouden worden. Telkens moet een stukje van het lont worden afgeknipt om niet te walmen en stinken.
Kerk, kent u dat in uw leven? Het afsnijdende werk van God is noodzakelijk. Hij kastijdt degene die Hij liefheeft. Soms is het alsof alles wordt afgesneden en er niets van Gods werk overblijft. Maar de grote Hogepriester weet wat elke lamp nodig heeft, opdat het licht in al zijn glans openbaar komt. Dan verblijdt de Heere Zich in Zijn eigen werk.
Van nature zijn wij in onszelf enkel duisternis. Weet dan dat bij de Heere geen hopeloze gevallen zijn. De Kandelaar, het Licht der wereld, brandt nog!
(wordt vervolgd)
Vragen
1. Waarvan is de gouden kandelaar een beeld?
2. Wat betekent het dat de kandelaar geheel van goud gemaakt was?
3. Er moest steeds een stukje lont worden afgeknipt. Waar wijst dat op?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 2020
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 2020
De Saambinder | 24 Pagina's