Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Labee over: Twee zwaarden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. Labee over: Twee zwaarden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe leggen wij Lukas 22 vers 38 uit?

Zwaardmacht

We lezen deze woorden alléén in het evangelie naar de beschrijving van Lukas. ‘En zij zeiden: Heere, ziehier twee zwaarden. En Hij zeide tot hen: Het is genoeg’. De kerk van Rome heeft al in de vijfde eeuw na Christus - op grond van deze tekst - geleerd dat er een geestelijke en een wereldlijke machtssfeer bestaat. Hieruit is de twee-zwaardenleer ontstaan. God zou op aarde twee zwaarden hebben achtergelaten toen de Heere Jezus naar Zijn menselijke natuur naar de hemel ging. Voor de paus is het geestelijke zwaard bestemd, voor de keizer het wereldlijke. In de Middeleeuwen is deze zwaardmacht verder uitgewerkt. Paus Bonifatius VIII (1235-1303) stelde in zijn bul ‘de heilige, algemene Kerk’, dat beide zwaarden of machten in het bezit van de Roomse Kerk waren én dat het geestelijke zwaard natuurlijk superieur was aan het wereldlijke zwaard...

De vraagsteller vraagt naar de werkelijke betekenis van deze woorden. Ze zijn gesproken onderweg van de Paaszaal naar de hof van Gethsémané. De Borg van Sion geeft onderwijs over Zijn heengaan. Nog even en de woorden van de profeet Zacharía (13:7a) zullen vervuld worden: ‘Zwaard, ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den Man Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder (...)’. Maar de leerjongeren van Christus zijn zo blind. Nog één keer worden ze voorbereid op het heengaan van hun Meester. Jezus herinnert Zijn discipelen aan de gelegenheid toen Hij hen uitzond om het Koninkrijk van God te prediken. Ze behoefden niet als reizigers met een beurs of een reistas (male) te gaan. De Heere zou zorgen voor gastvrijheid en daarmee voorzien in voedsel, kleding en onderdak. En zo is het gegaan. ‘Heeft u ook iets ontbroken?’ zo klinkt het van Jezus’ lippen. Kort maar duidelijk is hun antwoord: ‘Niets’.

Dan komt er dat ernstige onderwijs ‘maar nu...’. Eenvoudig gezegd: er komt een andere tijd! Hun Meester zal worden gegrepen en er wordt met Hem ‘afgerekend’ als een misdadiger. En de discipelen hebben een ‘zwaard’ nodig, al kost dat hun overkleed. Het zal duidelijk zijn dat hier niet wordt opgeroepen tot het letterlijk aanschaffen van een wapen.

De kanttekening (45) legt het uit: ‘Met welke gelijkenis Christus de apostelen vermaant, gelijk in een geweldigen overval en nood van vijanden een iegelijk bezig is om zich van zwaarden en andere wapenen te voorzien, om den vijand tegen te staan; dat zij ook alzo in deze zware aanstaande tijden van vervolging zich moeten voorzien van geestelijke wapenen, om daardoor sterken wederstand te doen. Hetwelk de apostelen toen niet verstonden dan van de uiterlijke wapenen, gelijk blijkt uit vers 38’.

Twee discipelen blijken een zwaard te dragen en ze tonen het hun Meester. Dan klinkt het van Zijn lippen: ‘Het is genoeg’. Sommigen menen dat het ironisch gesproken is: ‘Twee zwaarden onder twaalf man! Gij zijt voorwaar! voortreffelijk gewapend, nu onze vijanden in grote menigte tegen ons uitgaan, en ieder hunner een zwaard heeft’ (M. Henry in zijn Bijbelcommentaar). Jezus’ jongeren verstonden het niet en Petrus zal straks het zwaard ter hand nemen...

Geesteskracht

‘Maar twee zwaarden zijn genoeg voor hen die er geen behoeven, daar zij God Zelven hebben tot het schild hunner hoop en het zwaard hunner hoogheid’, lezen we in het bovengenoemde Bijbelcommentaar. Heel passend is deze verwijstekst: ‘Welgelukzalig zijt gij, o Israël! Wie is u gelijk? Gij zijt een volk, verlost door den HEERE, het Schild uwer hulp, en Die een Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten treden’ (Deut. 33:29). Later hebben de discipelen het verstaan: hun Borg zal buidel en male en zwaard voor hen verwerven. Uit die buidel zullen ze door de toepassing van Gods Geest onderhouden worden. Uit die reistas zullen ze eten en door dat zwaard zullen ze overwinnen. Lezer(es), is Jezus’ lijdensbloed al uw/jouw voorraadschuur geworden? Dan krijgt de gééstelijke wapenrusting waarde.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 2020

De Saambinder | 24 Pagina's

Ds. Labee over: Twee zwaarden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 2020

De Saambinder | 24 Pagina's