Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afscheid van ‘hun’ school

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afscheid van ‘hun’ school

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evenwichtig, samenbindend en dienstbaar zijn. Eigenschappen die de predikanten J.J. van Eckeveld en P. Mulder met elkaar gemeen hebben, zo werd dinsdag 15 september tijdens een besloten bijeenkomst geconstateerd.

Beiden namen afscheid van de Theologische School, in zekere zin hún school. Beiden voelen zich zeer verbonden aan de ‘Boezemsingel’. Ds. Van Eckeveld was vanaf 1994 betrokken bij de predikantenopleiding, eerst acht jaar als curator en na het terugtreden van ds. A.F. Honkoop als voorzitter van het curatorium. Ds. P. Mulder gaf sinds 2007 les aan de aanstaande predikanten, de eerste tien jaar als (hulp)docent. Sinds 2017 was hij rector.

De tweede voorzitter van het curatorium, ds. A. Schreuder, wees in zijn openingswoord naar aanleiding van Zacharia 1 op het voorrecht dat in de grote stad Rotterdam ‘nog een schooltje’ bestaat, ‘ogenschijnlijk onbetekenend, maar de Heere wil daar Zijn werk doen. Dat is niet onze verdienste, maar dat is omdat de Heere Jezus voor Zijn Kerk bidt en haar in stand houdt’.

Ds. Schreuder dankte de scheidende curator voor zijn voorzitterschap, ‘een last die u op de schouders werd gelegd, maar die u met vreugde hebt gedragen. U besefte dat het werk van het curatorium feilbaar is, maar u mocht onze tekorten en zorgen neerleggen voor de Heere’.

Ds. G.J.N. Moens zei in zijn toespraak tot ds. Van Eckeveld dat hij in de vele jaren van zijn ambtswerk niet alleen de gemeente van Zeist, maar ook het gehele kerkverband met zijn gaven had mogen dienen. Hij memoreerde zijn werk als preses van een reeks generale synodes en in vele deputaatschappen. Hij wees erop dat ds. Van Eckeveld het Woord had mogen brengen naar alle windstreken van de wereld en daar Gods werk ook mocht waarnemen. Als voorbeeld noemde ds. Moens dat ds. Van Eckeveld, na het bericht van het overlijden van een baptist uit Siberië die hij daar ooit ontmoette, had gezegd: ‘Boris is Boven’.

Hij bedankte ds. Van Eckeveld voor zijn werk als curator, werk dat hij ‘met ernst en soms ook met humor’ had gedaan. Daarbij werd altijd opgemerkt hoezeer ds. Van Eckeveld er naar uitzag dat er nieuwe studenten konden worden aangenomen. ‘Dat was uw diepe verlangen’.

Als blijk van waardering werd de scheidende curator een boekje overhandigd waarin de diverse aspecten van zijn werk in woord en beeld waren vastgelegd.

Ds. W. Silfhout overhandigde namens de Theologische School en het geheel van de gemeenten aan ds. P. Mulder een bundel artikelen die hij had geschreven op het gebied van het kerkrecht. Hij typeerde zijn broeder als een man die zich breed oriënteerde, die een warm hart had voor het onderwijs en die in bescheidenheid zijn werk had gedaan. ‘Vaak zei u: Een dominee is ook maar een gewoon mens’.

Aan de hand van de geschiedenis van de wonderbare visvangst benoemde de nieuwe rector, ds. G. Clements, drie aspecten van het werk van ds. Mulder: Vissers moeten afsteken naar de diepte. ‘U wees er steeds op dat elke gemeente, hoe verschillend ook, visgrond is’. De vissers werken samen. ‘Steeds weer zei u: Het helpt niet als we de verschillen uitvergroten’. Het vissen is een zwaar werk. ‘Steeds besefte u dat er ook kwade vissen worden gevangen’.

Namens de docenten en de studenten kreeg ds. Mulder uit handen van ds. Clements een bundel met persoonlijke herinneringen, ‘die niet voor de nieuwsgierige ogen van anderen is bestemd’. Wel kon hij zeggen dat de studenten zijn lessen zeer waardeerden, vooral de behandeling van de ”Eigenschappen” van Comrie. ‘Uw eigen zoon typeerde die lessen als vakoverstijgend’.

In zijn dankwoord zei ds. Van Eckeveld steeds de broederlijke sfeer en onderlinge verbondenheid in curatoriumvergaderingen te hebben gewaardeerd, ‘ook als er eens verschil van opvatting was’. Daarvoor dankte hij zijn broeders. Terugziende moest hij zeggen dat de Heere hem al die jaren, ook toen er zorgen waren rond zijn gezondheid, had geholpen. ‘Onze ziel mocht wel beven, was er Koning Jezus niet’. Ds. Mulder dankte naast de curatoren ook de (oud-)docenten en studenten.

Eerlijk gaf hij toe ‘zijn jongens’ te zullen missen. In een kort woord tot zijn kinderen memoreerde hij hoe zijn vrouw en hun moeder met hem had meegeleefd in zijn werk op de school. Daarbij wees hij erop dat de Heere hem ook in de moeite en het verdriet geholpen en getroost had. ‘Hem alleen de eer. Hij gaf kracht en moed en was tot hulp’.

Ds. A. Schot besloot de bijeenkomst, die werd gehouden in de kerk van de Gereformeerde Gemeente te Gouda.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 2020

De Saambinder | 24 Pagina's

Afscheid van ‘hun’ school

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 2020

De Saambinder | 24 Pagina's