Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat wil God...?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat wil God...?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke zondagmorgen horen we de grondwet van het Koninkrijk der hemelen. Elke rustdag stelt de hemelse Wetgever ons hele leven onder de ‘tucht van de heilige wet des Heeren’. Het gaat daarbij om de heilzame wil van de Verbondsgod. Hij maakt ons Zijn wil bekend: in onze verhouding tot Hem en tot onze naaste. Hij bepaalt wat goed en wat kwaad is. Hij bepaalt waarin Hij Zich vermaakt en waarover Hij toornt.

Eenheid

Het ‘eerste en grote gebod’ gaat voorop en blijft primair. Maar het tweede is in gezag eraan gelijk, ook al is de mens en zijn naaste ondergeschikt aan God. Er is immers een inhoudelijke lijn van het eerste (wortel)gebod naar alle negen, die daarna volgen. Er is bovendien een wonderlijke eenheid tussen de eerste vier geboden. Het wezen en de eer van God uit het eer- ste gebod, de dienst van deze God in het tweede gebod en de openbaring van Hem door middel van Zijn Namen in het derde gebod komen alle drie wonderlijk samen op Gods eigen dag, waarover Hij waakt in het vierde gebod. Deze dag heeft dus alles te maken met Gods eer, Zijn dienst en Zijn Naam. Daarom is heiliging van de dag des Heeren van levensbelang voor jong en oud. Daarom is het een kernzaak om te weten wat Gód wil met en op deze dag.

Wat opvalt

De Bijbelse uitleg van dit vierde gebod in ons Troostboek schittert uit door prakti- sche eenvoud. In Zondag 38 volstaat men met het positieve antwoord op de vraag ‘Wat gebiedt God in het vierde gebod?’ Dus: Wat is Gods wil? Wat is goed in Zijn ogen? Want de Heere heeft letterlijk vanaf de Sinaï positief bevolen: Gedenk dat gij die dag zo heiligt. Zó wil God dat Zijn dag inhoud krijgt. En niet ‘Gij zult dit niet en dat niet’. Gods eis is dus positief gesteld, daarom de uitleg van onze vaderen ook. Wat verder opvalt, is dat de verklaring van dit rustdaggebod onderbouwd wordt met bijna uitsluitend nieuwtestamenti-sche Schriftgegevens. Om precies te zijn: twaalf van de vijftien. Wat ook opmerkelijk is, is het begin van deze verklaring. Voor de heiliging van Gods dag is allereerst ‘de kerkendienst of het predikambt’ een eerste voorwaarde. Gods dag en de kerk- dienst en de ambtelijke onderwijzing uit de Schriften zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.

Zegenrijk

We zagen dus dat in de heiliging van Gods dag de eerste vier geboden inhoudelijk wonderlijk samenkomen. Gods eer (eerste gebod), Zijn dienst (tweede gebod), Zijn Naam (derde gebod) en Zijn dag (vierde gebod) hebben alles met elkaar te maken. Die zijn niet los te maken van elkaar. Wat heeft ons godvrezend voorgeslacht beleefd en beleden hetgeen we lezen in ant- woord 103. Ze leefden dicht bij de Heere en dicht bij de Schriften. Dát klinkt door in dit wonderschone antwoord. Je ‘proeft’ de praktijk der godzaligheid! Ondanks nut- teloze discussies in de loop der eeuwen hebben wij dit rijke antwoord overgele-verd gekregen. Opdat we ons hart en onze levenspraktijk daaraan toetsen zouden. Opdat we in dezelfde zegen van de dag van de Opgestane zouden delen.

Praktisch

Hoe krijgt de heiliging van deze dag dan gestalte? Niet door allerlei wettische voorschriften en vérboden. Maar gewoon overeenkomstig de inhoud van antwoord 103. Daar wordt Gods wil verklaard. Daar- aan is Gods zegen verbonden. We volstaan met het eerste gedeelte van dit antwoord: ‘Eerstelijk...’ Dit is dus het hart van de zaak op Gods dag: het onderhouden van de kerkdienst en de ambtelijke onderwijzing.

Daarna lezen we in de ik-vorm het verlan- gen:

• om naarstig tot de gemeente Gods te komen

• om Gods Woord te horen

• om de sacramenten te gebruiken

• om God de Heere openlijk aan te roe- pen

• om de armen christelijke handreiking te doen

Maar...

Maar... als dit door intrieste tijdsomstandigheden niet kan? Dan gaan we niet rede- neren totdat we Gods gebod krachteloos hebben gemaakt. Dan gaan we een andere praktijk toch niet gewóón vinden? We wil- len Gods gebod praktisch toch niet buiten werking stellen? Stel je eens voor dat we dit met een ander gebod zouden doen... Nu even wél stelen...? Wanneer we er hartelijk van overtuigd zijn dat antwoord 103 de heiliging naar Gods wil is, dat dit de weg tot de rustdagzegen is, dan zullen we onder een afwijkende praktijk lijden.

Dan moeten er compromissen gesloten worden met pijn in het hart. Hoe ver gaat dan het sluiten van compromissen? Waar liggen de grenzen hiervan? Waar blijven we wanneer onze normen voor de rustdag bepaald worden door de praktijk van ons eigen hart, door onze huidige samenleving, door het huidige tijdsgevoel, door de gunst van onze overheid? De dreiging is enorm groot. Het tijdsgewricht is zo ern- stig. Ieder heeft zo zijn mening, mondig als we zijn. Er zijn nu heel veel vragen waar we het antwoord niet op weten. Maar onder ons mag het geen vraag zijn wat de wil van Gód in het vierde gebod is. Laat dat in ons spreken en handelen toch uitgangspunt blijven! Want er staat hiermee zoveel op het spel. De wonderlijke zegen van Gods lieve dag enerzijds. En anderzijds de waar- schuwing: wie de rustdag kwijtraakt, heeft nooit rust meer.


v. A.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Wat wil God...?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2020

De Saambinder | 20 Pagina's