Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale zorg bij kerkverlating

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale zorg bij kerkverlating

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pastoraat is naar en met Gods Woord geestelijk leiding geven aan de kudde. Het Bijbelse uitgangspunt voor het pastoraat (de zorg over de kudde), staat onder meer in Ezechiël 34.

In n dit grondleggende hoofdstuk van Ezechiël lezen we dat de zieke, de zwakke en zeker de dwalende schapen niet vergeten mogen worden. Wee, als dat nagelaten wordt! Dan zullen de schapen verstrooid worden. Pastorale ontrouw is de Heere een gruwel, maar ondanks deze ontrouw belooft Hij Zijn zorg over de kudde in de verheerlijking van de enige goede Herder. Hij zal en kan weiden zoals het hoort, te eten geven zoals ze nodig hebben. Daarom draagt Hij mensen, zoals Petrus, op om Zijn lammeren te weiden en Zijn schapen te hoeden (Joh. 21:15-17). Want er is zo’n verschil tussen de schapen: kleinvee en bokken, zwakken en ster- ken. De Heere neemt het bijzonder op voor de zwakken, die door de sterke bokken en rammen verdrongen en verstoten dreigen te worden. Zijn zorg is vooral gericht op afgedwaalden en verlore- nen. Hiermee zitten we midden in ons onderwerp: pastorale zorg bij kerkverlating.

Begripsbepaling

Wie zijn kerkverlaters? Je kunt de kerk verlaten en je nergens meer bij aansluiten, met een gedoopt voorhoofd als heiden verder leven. Deze afgedwaalden bedoelen we allereerst.

Maar er zijn ook kerkverlaters die ‘slechts’ van kerk veranderen. Daar ligt natuurlijk nogal wat verschil in. Je kunt van kerk ver- anderen door bijvoorbeeld een huwelijk, doordat je samen tot een eenduidige keu- ze moet komen. Hopelijk blijft die keuze dan beperkt tot de smalle gereformeerde gezindte, tot kringen waarmee kerkelijk en geestelijk herkenning is. Het is van belang om niet van je principiële wortels te ver- vreemden.

Het is niet eenvoudig om hier precies een grens te trekken. Kerkverandering komt ook voor zónder fundamentele noodzaak. De oorzaak is helaas nogal eens: het zoe- ken van ruimte in leer en leven. Dan is er wél sprake van verlating van de fundamen- ten van de (kerkelijke) opvoeding.

Dit wordt gezegd zonder kerkistisch te willen zijn. Maar het blijkt nu eenmaal in de praktijk dat kerkverandering in de loop van enkele jaren vaak leidt tot verdere ver- vreemding en nog meer afstand nemen.

Om maar te zwijgen over het droeve feit dat er nogal eens gespuugd wordt in de bron waaruit men vroeger dronk.

Het begrip ‘kerkverlating’ is dus niet zo gemakkelijk te omschrijven. Ook niet de gevolgen daarvan voor het eigen innerlijk en voor het eigen nageslacht.

Kerkverlating staat onder de ernstige dreiging bij het tweede gebod. Er is im- mers sprake van verbondstrouw, maar ook van verbondswraak, van de Verbondsgod, ‘Die barmhartigheid doet aan duizenden’... en ‘Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen’. Het ene moet net zo goed gezegd worden als het andere. De verbondszegen bij het liefhebben van God en Zijn geboden, tot in duizend geslachten.

En de verbondswraak over eigenwillige godsdienst, die doorwerkt in het gezin en in de generaties. Eigenwillige wegen gaan is ‘misdadig’ voor eigen zaligheid en nage- slacht volgens Gods eigen woorden in het tweede gebod.

Vervreemding delen

Aan kerkverlating gaat een korter of lan- ger proces van vervreemding vooraf. Dat onttrekt zich aanvankelijk aan de waarneming van derden, dus ook van de ambts- dragers. Bij het opgroeien ontwikkelt een kind zich in allerlei opzichten, ook met betrekking tot de band met de kerk en het Woord. Een graadmeter in dit proces is bijvoorbeeld het buigen van de knieën in de stilte van de slaapkamer. Het luisteren naar de Schriftlezing in de gezinskring, de betrokkenheid tijdens de eredienst en bij de catechisatie. Dat laatste kan een vroeg signaal zijn dat zichtbaar wordt. Een sig- naal dat moet worden (h)erkend.

Niemand spreekt graag negatief over het eigen kind, of zal graag het eigen kind naar de buitenwacht toe afvallen. Maar je valt je kind niet af als je dit proces van ver- vreemding (tijdig!) met een ambtsdrager deelt. Als ambtsdrager kun je niet alles weten. Soms word je wel erg laat erbij betrokken.

Het kan helaas ook zijn dat de ambts- drager stuit op een muur van gebrek aan medewerking van de ouders. Je kind innerlijk van de waarheid zien weggroeien en daar in vertrouwen mee naar buiten komen, dat zijn twee zaken. De ouderzorg delen met de ambtsdragers wil niet zeg- gen dat zíj het kunnen oplossen. Maar het kan misschien wel opluchten. Vandaar de oproep om dit ingewikkelde proces eer- lijk met een ambtsdrager te delen.

Opvoeden is zo’n kwetsbaar iets. Het is net als met preken. Wanneer je op zon- dagavond terugziet op de dag, dan kun je nooit zeggen dat je het goed gedaan hebt. Wel mag je zeggen dat de Heere goed geweest is. Zo is het ook met onze opvoeding: we kunnen nooit zeggen dat we het goed gedaan hebben. Maar weet de hemel van onze worsteling en van onze bedoelingen sinds de geboorte (of al eerder) en sinds de doop van ons kind? Of ligt hier misschien al een probleem?

Een ouder is kwetsbaar als het om zijn kinderen gaat. Maar dit geldt een ambts- drager evenzeer! Laten we dan toch maar ons tekort en onze schuld samen delen, voor Gods aangezicht. Laten we vanuit verschillende invalshoeken en levenservaring elkaar tot een hand en een voet zijn, roepend om Gods bijstand.

Bijstand die de Heere de gehuwden altijd wil geven, ook wanneer we die allerminst kunnen en durven verwachten. Omdat het zo verzondigd ligt, omdat het zo uitzicht- loos is.

Zulke tranen

Hier liggen lessen in de levensgang van de moeder van Augustinus, Monica. Ze had geen steun te verwachten van haar eigen (heidense!) man. Voor de godsdienstige opvoeding stond ze er alleen voor. Haar jongen was zeer begaafd en... zeer afkerig. De tijd had ze ook niet mee. Vanbinnen en vanbuiten had deze moeder dus álles te- gen. Er was nog één adres: naar Boven. Dat is een adres dat nooit teleurstelt. Waar anders heen met haar bloedeigen jongen dan naar God alleen?

Er bleven slechts tranen en gebeden over. Gedurende geruime tijd zag Monica in de levenspraktijk van haar kind alleen maar het tegendeel van wat ze hoopte en bad. ‘Het gaat niet goed. Het komt nooit goed’.

En u weet wat er ambtelijk tegen haar in haar moedernood gezegd werd: ‘Een kind van zulke tranen kan niet verloren gaan’.

Deze God is nog precies Dezelfde! Voor Zijn opzoekende genade zijn er geen hopeloze gevallen. Laten we dan maar wanhopen aan de tijdgeest, aan onze verdiensten en mogelijkheden, maar niet aan deze God van Monica, Die nog steeds wonderen doet. Daarom heeft Hij Ezechiël laten opschrijven dat Hij het verlorene en weggedrevene zoekt.

Waarheid en vrede liefhebben

Er is nog een aspect dat we in de beperking van dit artikel willen noemen. Voor een ouder is het zo moeilijk om hier de juiste weg te gaan. Als je kind de kerk verlaat, is je liefde voor dat kind niets minder, ook al wordt die liefde misschien beproefd.

Je zou de levenskeus van je kind zo graag wezenlijk anders zien. Zijn of haar levens- gang geeft je zoveel verdriet. Ja toch? Er zijn zaken waar je nooit aan went. En het is en blijft je kind, waar je met alle vezels van je bestaan aan verbonden bent. En toch groeit er - zonder dat je dat wilt - iets tus- sen. Er dreigt een afstand die je niet wenst. Het is net of je klem zit tussen principe en praktijk. Dat verscheurt een ouderhart.

We lezen in Zacharia 8:19: ‘Hebt dan de waarheid en de vrede lief’. Laat dat onze leidraad mogen zijn, in het voortdurende gebed om wijsheid wat dit concreet be- tekent. Let op de volgorde: de waarheid staat voorop en de vrede volgt daarna.

Het gaat niet om vrede ten koste van de waarheid; evenmin om waarheid ten koste van de vrede.

Wat bedoelen we daarmee? Er zijn ouders die - hoe begrijpelijk ook - alleen maar op de vrede letten. Verder wordt er niet (meer) gesproken. Ook komt het voor dat ouders kerkverlating niet eens als een pro- bleem ervaren, dat ze met hun kinderen meepraten en meegaan in opvattingen en levenswandel. Ze willen zo graag de gunst van de kinderen houden, maar verliezen daardoor de waarheid en de gunst van God. Zulke ouders proberen theologisch en kerkelijk mee te ontwikkelen met de kinderen. Om toch maar vooral eigentijds te blijven. Wat een arm portie!

Laat dus de waarheid die in het geding is, gecommuniceerd worden. Spreek er met elkaar over, mondeling of schriftelijk, tijd en wijze wetend. Maar laat blijken hoe deze zaken op de bodem van het ouder- hart liggen. Dan wordt vanuit dit bewogen ouderhart ook duidelijk dat je je kind nooit kwijt wilt!

Ogen die ver zien

Mogen we afsluiten met de ogen vanuit het Vaderhuis, gericht op weglopers. Die ogen reiken heel ver. Die ogen zien oudste zonen die bekeerd moeten worden van hun braafheid, die zien ook naar de varkensbak waar jongste zonen bekeerd moeten wor- den van hun slechtheid. Die ogen zien uit naar bekering van eigengerechtigheid en naar bekering van ongerechtigheid. Wan- hoop nooit aan deze ‘vriendelijk’ ogen van eeuwigheid’!


v. A.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Pastorale zorg bij kerkverlating

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020

De Saambinder | 20 Pagina's