Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastoraat aan het sterfbed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastoraat aan het sterfbed

8 minuten leestijd

Als pastoraat ergens teer ligt, dan wel aan het sterfbed. Hier bevinden we ons op de grens van tijd en eeuwigheid.

Aan het sterfbed dient de bezoldiging van de zonde zich aan in het sterven van een adamskind. Hier voltrekt zich de scheiding van hetgeen God had samengevoegd. Ziel en lichaam worden losgescheurd. De werkelijkheid van de dood en de eeuwigheid laat zich voelen. Wat een verantwoordelijkheid om dan geroepen te worden tot dienen in het pastoraat.

Het is aangrijpend wanneer een ziekbed een sterfbed wordt. De zieke, de familie en de vrienden beseffen en ervaren meer en meer dat de schaduw van de dood zich aandient. Alles lijkt zich te richten op dat ene, onafwendbare: ‘Ik moet gaan sterven’.

Elke ambtsdrager zal de schroom in zijn hart herkennen bij het betreden van de kamer waar de stervende ligt. Ontroerend om een liefhebbende echtgenoot de hand van zijn vrouw vast te zien houden. Of de laatste liefdevolle zorg te zien van een vrouw voor haar stervende man. En kinderen bij het sterfbed van vader of moeder. Of zelfs de diepbedroefde ouders bij hun stervende kind. De bloedbanden, de liefdebanden worden sterk gevoeld. Maar ook, dat wij geen verweer hebben in de strijd. De dood is sterker dan wij. Wat een tranen, wat een diep ver- driet ontmoet je rond het sterfbed! Het is het laatste. Een definitief afscheid zal spoedig komen.

Wat voel je je als ambtsdrager hier nietig en onbekwaam. Wat zullen we zeggen? Waartoe roept de Heere mij bij dit sterfbed? Wat kan en mag ik hier nog beteke- nen?

En hij stierf

Eigenlijk lezen we weinig in de Bijbel over het sterven van mensen. Het zijn vaak maar een paar woorden: ‘en hij stierf’. Zo spreekt de Bijbel slechts met een enkel woord over het sterven van Abraham, David en Paulus. Het is ook niet nodig dat er veel over hun sterven wordt gezegd want wij weten hoe zij gelééfd hebben. Zij stierven zoals ze leefden. Jakobs laatste woorden vatten het samen: ‘Op Uw zalig- heid wacht ik, Heere’.

De Bijbel leert ons het leven te zien als voorbereidingstijd op het sterven. Het is belangrijk dat zielzorgers daarover spre- ken. Dat het sterven reeds aan de orde komt als we jong zijn en voor zover we weten kerngezond. De geschonken gena- detijd is beslissend voor de eeuwigheid.

Laten we ons daar rond het sterfbed van bewust zijn.

Het levenseinde zet een streep onder de vraag: ‘Hoedanig is ons leven?’ Is Chris- tus ons deel? Zo summier als de Bijbel spreekt over de sterfbedden van de Bij- belheiligen, zo uitvoerig is de Schrift in het spreken over het sterven van Christus als Borg en Zaligmaker. Alleen in Zijn bloed en offer is er de doorgang tot het eeuwige leven. Het eigendom van Christus te zijn door het werk van de Heilige Geest is de enige troost in leven en sterven.

Wat een zegen om als pastor en gemeen- telid elkaar te vinden aan de voet van het kruis. Daar alleen is voor arme zondaren vrede met God en eeuwig leven te vinden. In de kruisverdiensten van Christus is de dood verslonden tot overwinning.

De vraag is of we een stervende wel kun- nen begeleiden, als we zelf niet weten van de verlorenheid van onze eigen ziel buiten God en zonder Christus. Hoe kan er pastoraat bij het sterfbed zijn als we zelf onbekend zijn met het gewicht van de eeuwigheid en met de worsteling: ‘Hoe zal ik zonder verschrikken verschijnen voor God?’ En waarmee zullen we ande- ren vertroosten als we niet zelf weten van de vertroosting van de Heere in onze verdrukking? Het zijn vragen die in het bijzonder de ambtsdrager tot persoonlijke inkeer roepen. In al het pastorale werk, en zeker aan het sterfbed, is het nodig dat het gebeurt in de dienst van de goede Herder.

Bij het naderen van de dood

Elk sterven is anders. Geen twee sterf- bedden zijn aan elkaar gelijk. Het sterven van een kind op de intensive care of het overlijden van een hoogbejaarde moeder in haar kamer in het verpleeghuis zijn totaal verschillend. Toch is sterven voor beiden de reis naar de eeuwigheid, de ontmoeting met God. Toch is voor beiden de eeuwigheid even lang. Bij het naderen van de dood wordt de wereld klein. Al de actualiteit waar mensen druk mee zijn valt weg. De laatste vijand, de dood, maakt zich sterk.

We leven in een tijd van grote oppervlak- kigheid. Er wordt soms eerbiediger over het sterven van een huisdier gesproken dan over het overlijden van een mens. De dood is gewoon, hoort erbij, is menselijk.

Daar moet niet al te serieus over worden gedaan. De Bijbel zegt ons echter andere dingen. De dood hoorde er niet bij! God schiep de mens om te leven. Hij formeerde ons naar Zijn beeld en gelijkenis. De dood is een vreemde indringer in Gods goede schepping. Het is een bitter, smartelijk gevolg van onze zonde.

De Bijbel moet open bij het sterfbed. Dit spreken van de Heere in Zijn Woord is no- dig in leven en sterven. Wie eerlijk naar de Bijbel luistert, kan niet zeggen dat je ‘een mooie dood’ kunt sterven. Gods Woord noemt de dood het oordeel van God over de zonde: ‘en gelijk het de mensen gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel’ (Hebr. 9:27). En: ‘Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage hetgeen door het lichaam geschiedt, naar- dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad’ (2 Kor. 5:10).

Maar hetzelfde Woord dat zo ernstig spreekt over het sterven, spreekt zo rijk vertroostend van uitkomst zelfs tegen de dood: ‘Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naad’ren van den dood, volkomen uit-komst geven’. Wat kun je beter doen in de pastorale ontmoeting met een stervende, die weet spoedig voor God te zullen staan, dan vanuit het geopende Woord te wijzen op de genoegzaamheid en de gewilligheid van de Zaligmaker, Jezus Christus? Hij overwon de dood en het graf. Wijs op Hem, Die de dood verslonden heeft tot een eeu- wige overwinning.

Laat stervensbegeleiding zijn een heen- wijzen en heenleiden tot de levende Christus!

Voorportaal

Het is voor de ambtsdrager nodig om de stervende regelmatig te bezoeken en met de betrokken familie mee te leven. Denk aan de voorbede in de gemeente, aan pastorale bezoeken, aan Schriftlezing en gebed. Belangrijk is dat de bezoekende ambtsdrager beseft binnen te treden in de intimiteit van het leven van de stervende en de familie. Geef de beschikbaarheid van pastoraat aan, ook als de familie het bezoek wat lijkt af te willen houden. Een ambtsdrager komt namelijk niet voor zich- zelf. Als het goed is weet hij zich geroepen en gezonden om zielszorg te bieden, ook wanneer dat moeilijk en gevoelig ligt.

Het vraagt veel om rond het sterfbed pas- toraal werk te doen. De omstandigheden kunnen zo verschillend zijn. Een stervende kan onrustig zijn, of zelfs in paniek. Er kan afnemend bewustzijn zijn, of geestelijke strijd en aanvechting. Hier is nodig dat de Heere geestelijke invoeling geeft om te spreken, te zwijgen, te bidden en uit het Woord te lezen.

Soms echter moet een rustig stervende juist onrustig gemaakt worden en een on- rustige weer rustig. Uiteraard worden we niet geroepen om iemand iets aan te praten of af te nemen. Het is ontzaglijk moei-lijk werk om hierin tijd en wijze te vinden, om de volle waarheid van wet en Evange- lie, recht en genade met bewogenheid te brengen. Het gaat immers om het behoud van zielen. Hier zijn pastor en pastorant beiden diep afhankelijk van de genadige werking van Gods Geest, Die in al de waar- heid leidt. Tegelijkertijd klopt hier het hart van de bewogen ambtsdrager. Juist bij de diepe ernst van dood en eeuwigheid mag het pastoraat tot zijn doel komen: bij de Herder brengen!

Geestelijke leegte

Er zijn helaas sterfbedden waarbij je voelt dat het verzuim van een heel leven niet meer goed gemaakt kan worden. Soms kunnen mensen heel bewust sterven, maar toch is er een geestelijke leegte, zo’n diepe armoede. We worden bij het pasto- raat aan het sterfbed niet geroepen om te oordelen over iemands eeuwige bestem- ming. De Heere alleen komt het oordeel toe. Hij alleen is de Kenner van het hart. Maar de Heere zorgt ook voor Zijn eigen werk. Daar hoef je als ambtsdrager echt niet ongerust over te zijn. Dan zijn er sterfbedden die als een voorportaal van de hemel zijn. Wat groot om getuige te zijn van het sterven ‘in de Heere’. Dan is de dood als de wagens die Jozef stuurde vanuit Egypte om zijn oude vader Jakob naar Gosen te brengen. Jakob wist het met zekerheid: Jozef zien en dan in vrede sterven.

In de meerdere Jozef, de Heere Jezus Christus, valt er eeuwigheidslicht over het leven van de sterveling. In de kruis- verdiensten van Christus ontvangt een rechteloze zondaar recht op het eeuwige leven. Daarom ‘Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven’ (Openb. 14:13).

(slot)


ds. W. Harinck, Utrecht/De Meern

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 oktober 2020

De Saambinder | 24 Pagina's

Pastoraat aan het sterfbed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 oktober 2020

De Saambinder | 24 Pagina's