Leren op de school van Christus [45]

Deel III Kinderen

IV. DE HOUDING VAN HART EN ZIEL EN DE LEVENSWANDEL VAN DEZE KINDEREN

Deze kinderen, die de Vader uit ervaring kennen, hebben een zeer liefhebbende en lieflijke gesteldheid en zijn daarom zeer vriende- lijk, wellevend en innemend. Liefde is de slijpsteen en de magneet van de liefde. Omdat ze door de Vader geliefd worden en Zijn lief- de aan hen bekendgemaakt en verzekerd is, kunnen ze niet anders dan in- en uitwendig liefhebben en die liefde tonen aan de Vader en hun broeders (1 Joh. 4:19-21). Onder de invloed van Zijn glimla- chen en kussen, kunnen ze niet anders dan vurig begerig worden naar en ontvlamd worden door de liefde. Omdat de liefde van God in hun harten uitgestort is, strekt hun liefde zich uit naar Hem en de Zijnen. Hun liefde volgt op Zijn liefde en is ermee verbonden.

In hun liefdesgestalten drukken ze menige aangename, onschuldi- ge en onschadelijke genegenheid uit, als ik ze zo mag noemen. Ze doen veel dingen die niet zo betamelijk en passend lijken, waarvoor de liefde niet alleen een excuus, maar zelfs een rechtvaardi- ging biedt, ja, waaraan zij zelfs glans en schoonheid geeft. Maria en Martha waren twee van Zijn bijzondere gunstelingen (Joh. 11:5). Dat gold Maria in het bijzonder, en omdat ze geliefd werd, had ze ook veel lief (Luk. 7:47).

Geen gevaar zal de kinderen afschrikken van Hem Die ze liefhebben. Toen de andere discipelen vluchtten, werd Johannes -de dis- cipel dien Jezus liefhad- bij Christus gevonden en waargenomen, staande bij het kruis (Joh. 19:26). Maar laten we vooral eens kijken naar Maria Magdalena als voorbeeld. O, hoe werd zij voorbij, bo- ven en uit haarzelf getild door de liefde tot Jezus, Die haar eerst had liefgehad! Ze stond bij het kruis en liet zich niet afschrikken door de soldaten, hoe ruw en ongeregeld ze ook waren, terwijl anderen twijfelden. Ze ging vroeg naar het graf, terwijl het nog donker was. De duisternis maakte haar niet bang, want ze was dapper gemaakt door de liefde, hoewel ze van het zwakkere en meer bevreesde geslacht was.

Kinderen hebben de Vader lief door Zijn geboden te bewaren zonder spijt of verdriet (1 Joh. 5:1-3). De liefde verlangt niet alleen om geliefd te worden, maar ook om bevolen te worden. De liefde is zo sterk geneigd en weet zich zo verplicht om goed te doen, dat zij zichzelf bedrogen of verdacht voelt als van haar niet de zwaarste en moeilijkste diensten gevraagd worden. De liefde zegt nooit: ‘Deze rede is hard, wie kan dezelve horen?’ De liefde is nooit ontevreden. Noch het doen noch het lijden is smartelijk voor haar. Het is dan ook opmerkelijk dat toen onze Zaligmaker tegen Petrus ging zeggen wat Hij moest gaan doen en lijden, Hij hem eerst verzekerde van Zijn liefde (Joh. 21:15-19).

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen