Het geluid van de Geest

Hoe wijs handelt de Heere met zo’n hoge rabbijn die alles weet. De Heere begint te spreken als machthebbende met een dubbel Amen! ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien’. Nicodémus, je benadering is verkeerd. Je wilt het Koninkrijk Gods binnengaan? Dan is er meer nodig dan een ‘diep onder de indruk zijn’ van Mijn wonderen en tekenen. Je bent als zondaar geboren en je moet opnieuw geboren worden. En daar ben je stekeblind voor. Je hebt veel kennis van de Thora, maar daar kun je het Koninkrijk Gods niet mee binnengaan. Zonder we- dergeboorte lig je nog steeds dood in de zonden en de misdaden.

Nicodémus geeft het niet zo vlug op, hij komt met een tegenwer- ping. Met ironie zegt hij: Je kunt toch niet terugkeren in de buik van je moeder? Wat heeft de Heere geduld met deze intelligente rabbijn. Hij gaat Nicodémus onderwijzen wat wedergeboorte inhoudt, dat het gaat om het werk van de Heilige Geest. De Heere verwijst naar het Oude Testament, naar Ezechiël 36, over de noodzaak van de reiniging van ons zondige hart. Dat moet Ni- codémus wel weten: ‘Ik zal rein water op u sprengen, Ik zal u een nieuw hart geven, een nieuwe geest, Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u’.

De Heere merkt verwondering bij Nicodémus en legt hem uit: de Geest werkt zoals de wind. ‘De wind blaast waarheen hij wil en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit den Geest geboren is’.

Een wereld vol geluid

Wij leven in een wereld vol met geluid. Bij de schepping heeft God het geluid gescha- pen tot Zijn eer. In het paradijs loofden Adam en Eva hun Schepper volmaakt, in complete harmonie. Na de val gebruikt, nee, misbruikt de mens het geluid in de dienst van de zonde. Jongelui, de zonde brengt veel geluiden voort uit de afgrond. Er is zoveel lawaai om ons heen. En daar geniet de mens van nature van.

Maar nu het wonder! Te midden van al dat lawaai van de zonde, van al dat gebral van ons zondige ego, is er een ander geluid.

Dat is een zuiver geluid, een waarschu- wend geluid, maar ook een nodigend, een belovend en liefelijk geluid: ‘Ik heb geen lust in de dood van de goddeloze, maar daarin dat hij zich bekere en leve’. Dat is het geluid uit de eeuwigheid, dat is de klank van het welbehagen van de Vader. Dat is het geluid van de Geest door het Woord: Wet en Evangelie.

De wet, Nicodémus: je bent geboren als een zondaar. Je moet sterven! Maar ook het Evangelie: ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe’. In één zin vat de Heere Jezus samen wat Hij allemaal tegen Nicodémus gezegd heeft. Het wordt wel ‘het Evangelie in het Evangelie’ genoemd.

De hele boodschap van de verlossing en de zaligheid wordt erin uitgedrukt.

Het geluid van de Geest

Wat is nu het geluid van de Geest? Hoe komt dat openbaar in je leven? Het geluid van de Geest werkt in je hart een diepe, innerlijke overtuiging van de grootheid, glorie en de majesteit van God. De Geest werkt het besef dat je zelf zo nietig bent, zo onwaardig, vol zonde en schuld. Dan ga je voor die almachtige God buigen in het stof. De Geest kan het hardste zon- daarshart in stukken breken. Er komt een hartelijk leedwezen dat je God door je zonden vertoornd hebt. Je ziet dat je moet sterven en je kunt God niet ontmoeten.

Het is het heerlijke werk van de Geest om het Evangelie in het hart bekend te maken. Je krijgt het verlangen om de weg van de zaligheid te kennen. De vraag van de stok- bewaarder wordt jouw vraag: ‘Wat moet ik doen opdat ik zalig worde?’ De Heilige Geest schenkt het geloof in Christus. Hij maakt een mens van dood levend. Dat is het grote wonder! Want, wat roepen Pau- lus en Silas die wanhopige stokbewaarder toe? ‘Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden, gij en uw huis’.

De Geest wijst nooit naar Zichzelf. Hij wijst altijd naar Christus! Dat is Zijn heer- lijke werk: om zondaren aan de voeten van Christus te brengen. Hij richt het oog van moedelozen en ellendigen op het dierbare bloed van de Borg.

De Geest geeft ook een sterk verlangen naar de heiliging des levens. Hij schenkt oefeningen in het hart, een verlangen om op te wassen in de genade. John Owen zegt: ‘Heiliging is niets anders dan dat het Evangelie in uw ziel geplant, geschreven en uitgeleefd wordt’.

Het waaien van de Geest

Christus zei tegen Nicodémus: ‘...gij hoort zijn geluid’. Geliefde lezer, hebt u dit geluid van de Geest al gehoord? Is de wind van de Geest gaan waaien in uw hart? Hebt u door genade een blik mogen werpen op Chris- tus? Kwam het tot een breuk met de zonde en al het lawaai van de wereld?

Is de wind van de Heilige Geest gaan waaien in uw hoofd? Wat hebben we die vernieuwende wind van de Geest nodig om al die zondige begeerten, fantasieën, misschien wel verslavingen, uit te bannen. Misschien hebt u het al wel honderd keer zelf geprobeerd, maar daar hebt u de reinigmakende, heiligende en genezende wind van de Geest voor nodig.

Volk des Heeren, verspreidt u de echo van de Geest in uw leven? Smeek, of u dit geluid steeds zuiverder, sterker mag horen. Smeek, dat dit geluid meer en meer gehoord mag worden op deze aarde.

Tot Zijn eer en heerlijkheid!

ds. M.L. Dekker, Nazareth

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen