Leren op de school van Christus [47]

Deel IV Jongelingen

‘Ik schrijf u, jongelingen, want gij hebt de boze overwonnen. Ik schrijf u, kinderen, want gij hebt de Vader gekend... Ik heb u geschre- ven, jongelingen, want gij zijt sterk, en het Woord Gods blijft in u, en gij hebt de boze overwonnen’ (uit 1 Joh. 2:13-14).

In deze twee verzen worden de jongelingen twee keer genoemd. We zien dat de heiligen hier jongelingen genoemd worden, sterk zijn; dat het Woord van God in hen blijft; dat ze de boze hebben overwon- nen; dat ze de boze overwinnen door kracht; en dat een groot deel van hun kracht voortkomt uit het Woord dat in hen blijft.

I DE KRACHT VAN DE JONGELINGEN

Wat ermee bedoeld wordt dat ze sterk zijn

De tekst zegt ons dat deze jongelingen sterk zijn. Gedoeld wordt op de kracht die voorafgaat aan de overwinning, niet die daarop volgt en blijft na de verovering en de overwinning. ‘Gij zijt sterk’, dat wil zeggen: u bent machtig, en dat was u zowel voordat de twist en de strijd begonnen als er na, anders zou u niet gewonnen hebben.

U zult zien dat in de Schrift de moeilijkste opdrachten worden ge- geven aan en verricht door jongelingen, omdat ze sterk en geschikt zijn voor zo’n dienst. ‘Der jongelingen sieraad is hun kracht’ (Spr. 20:29). In 2 Timotheüs 2:1-5 worden kracht, het verdragen van be- proevingen en het zijn van een goed soldaat genoemd als zaken die bij elkaar horen.

Waarin hun kracht gelegen is

Van Simson wordt gezegd dat zijn kracht in zijn haar gelegen was, en van Behemoth dat zijn kracht in zijn lendenen was, in de navel van zijn buik (Job 40:11). Maar waarin is de kracht van deze geestelijke jongelingen gelegen? De oorsprong daarvan ligt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht (Ef. 6:10), of in de genade die er is in Christus Jezus (2 Tim. 2:1). Het is niet de genade die in ons is, maar die in Hem is, díe is genoeg voor ons (2 Kor. 12:8-9). Het is uit Zijn volheid dat wij genade voor genade ontvangen, al naar gelang wij gelegenheid hebben om die te gebruiken (Joh. 1:16; Hebr. 4:16). God heeft onze hulp gelegd op Hem Die machtig is om te verlossen en Die uitgaat overwinnende, en opdat Hij overwon, totdat al Zijn vijanden gezet zijn tot een voetbank van Zijn voeten.

Maar boven al de genade uit die hun meegedeeld is, is hun kracht gelegen in het geloof, want dit is de overwinning waardoor wij de wereld overwinnen, namelijk ons geloof (1 Joh. 5:4-5). En zoals wij de wereld overwinnen, zo overwinnen wij ook hem die in de wereld is, namelijk de duivel. Daarom, hoewel elk onderdeel van Gods wa- penrusting van groot nut is, wordt ons bovenal aangeraden om het schild des geloofs op te nemen, waardoor we al de vurige pijlen van de boze kunnen uitblussen (Ef. 6:11-16).

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen