Leren op de school van Christus [48]

Hoe ze aan deze kracht komen

Het Woord van God blijft in deze jongelingen. Dit kan zo begre- pen worden, dat de hete en scherpe strijd met de duivel hen niet verzwakt heeft. Maar ik geloof dat het ons eerder laat zien de middelen waardoor ze versterkt werden om te kunnen overwinnen.

Want als het Woord van God niet in hen gebleven was, dan zouden ze niet sterk genoeg geweest zijn om de boze te overwinnen. Het wapen waardoor de jongelingen hem overwinnen, is het zwaard des Geestes, het Woord van God. Zoals hun vijanden niet alleen vlese- lijk, maar ook geestelijk zijn (Ef. 6:12), zo zijn hun wapens niet alleen vleselijk, maar ook geestelijk, en daarom ook krachtig door God (2 Kor. 10:4-5).

Wat wordt er, in de eerste plaats, bedoeld met het Woord van God? In het algemeen moeten we door het Woord van God de zin en wil van God verstaan, die geopenbaard en bekendgemaakt is in de Heilige Schrift. Maar meer in het bijzonder wijst deze uitdrukking op Christus Zelf, Die het oorspronkelijke Woord van God de Vader is, door Wie Hij de wereld maakte en tot de wereld gesproken heeft, niet op verschillende wijzen zoals onder het Oude Testament, maar helder, duidelijk en volledig (Hebr. 1:1-2). Welnu, als Christus Jezus in ons woont en blijft, dan zijn wij sterk (Fil. 4:13), door de genade die in Hem is, waarmee Hij vervuld is en zonder welke wij niets kunnen doen (Joh. 15:5).

Het Woord van God kan hier ook opgevat worden als het getuigenis van de Geest, dat met hun geest getuigt dat zij kinderen van God zijn. Dit getuigenis blijft in hen, zoals het ook in Christus bleef. Het versterkt hen om de boze te overwinnen.

II DE BOZE EN ZIJN VERZOEKINGEN

Wie of wat er bedoeld wordt met ‘de boze’

Als we het woord ‘boze’ lezen in de onzijdige vorm (to poneron), dan wordt met deze uitdrukking bedoeld: meer kwaden dan één, ja zelfs het kwaad van alle kwaden. Op die manier mogen we het verstaan in het Onze Vader dat onze Heere leerde (Matth. 6:13) en in het gebed dat Hij bad (Joh. 17:15), maar ook in Romeinen 12:9 en 1 Johannes 5:19.

Maar hier lijkt het woord gebruikt te worden in de mannelijke vorm (ho poneros), en verwijst het naar iemand die vóór alles en iedereen de boze, de verdorvene is, of het nu om een mens of om de duivel gaat. Het woord wordt gebruikt om iemand aan te duiden die berucht is vanwege zijn boosheid en zijns gelijke niet heeft in verdor- venheid, een vleesgeworden duivel, een antichrist. Maar meestal verwijst het woord naar de duivel zelf, die ho poneros is, de boze, in zulk een mate als niemand het is (vgl. Matth. 13:19; Luk. 8:12; Ef. 6:16; 1 Joh. 3:12).

Welnu, afgezien van anderen die ook boos zijn, is dit de boze, de verdorvene, die deze jongelingen overwonnen hebben door sterk te zijn, door het Woord van God dat in hen blijft.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen