Leren op de school van Christus [49]
Deel IV Jongelingen
Waar de strijd over gaat en wat de verzoekingen zijn
We moeten bedenken dat deze jongelingen genomen zijn uit het getal van de kinderen die het getuigenis van de Geest hebben ont- vangen dat ze kinderen van God zijn. Juist hierover gaat het geschil tussen de duivel en hen: of ze inderdaad kinderen van God zijn, of niet. Op die manier leggen sommigen dat Schriftgedeelte uit, waar- in militaire taal gebruikt wordt, alsof het daar eigenlijk gaat over de staat en toestand van deze jongelingen (Ef. 6:12). Het gaat dan om de woorden die wij vertalen met ‘in de lucht’. Zij vertalen die als: ‘over hemelse dingen’, dat wil zeggen: over ons geestelijk kindschap en over de hemel. Hiervan gaf de Geest getuigenis met hun geest en het is juist dit wat de duivel in twijfel trekt en waar hij argumenten tegenin brengt.
Maar al deze argumenten weerleggen de jongelingen met het Woord van God, dat in hen blijft en hun geloof kracht geeft om eer te geven aan God en Zijn Geest als de waarachtige en trouwe Ge- tuige, ondanks al de listige verdachtmakingen en afleidingen van de duivel.
De verzoeking van Christus en van de jongelingen
Nadat aan de jongelingen bekendgemaakt was dat ze kinderen van God, erfgenamen van God en de heerlijkheid zijn, zoals ook met Christus gebeurde, komt de duivel om bezwaren aan te voeren te- gen deze titel. Hij wil hen laten geloven dat het maar een bevlieging is, het werk van hun eigen fantasie, zonder goede gronden. Hij komt en plaatst er een vraagteken bij, waarbij hij hen eerst aan het twijfe- len probeert te brengen. Als hem dat niet lukt, dan probeert hij hen ertoe te brengen roekeloos te zijn en wil hij daar zijn voordeel mee doen.
Zijn eerste opzet is om hun kindschap in twijfel te trekken: ‘Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dat deze stenen broden worden’ (Matth. 4:3). De duivel twist met de kinderen van God op dezelfde manier, als zij maar weinig hebben in deze wereld. Het heeft God behaagt om velen van de armen van deze wereld te verkiezen om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het Koninkrijk te zijn (Jak. 2:5). Velen van degenen die deze zekerheid hebben, worden vanwege hun ar- moede zwaar beproefd in deze wereld, ook door de satan, alsof die armoede niet samen kan gaan met de rijkdommen van het geloof en met hun titel als erfgenamen van het Koninkrijk.
Maar zoals Christus de verzoeking beantwoordde en overwon, zo overwinnen zij ook door het Woord van God dat in hen blijft.
III DE OVERWINNING DOOR DE JONGELINGEN
‘Overwinnen’ is een juridisch begrip en ook een oorlogsterm. In juri- dische zin betekent het: overwinnen door recht en rechtvaardiging, vrijgesproken en gerechtvaardigd te worden van elke beschuldiging of aanklacht die ingebracht is. Gerechtvaardigd te worden betekent te overwinnen (Rom. 3:4).
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2020
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2020
De Saambinder | 24 Pagina's