Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrijheid van onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrijheid van onderwijs

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na jaren van politieke strijd werd in het begin van de 20e eeuw in Nederland bereikt waarnaar door christenen al decennialang was uitgezien, namelijk de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs, ook in financieel opzicht. Het was het slotstuk van de zogeheten schoolstrijd.

Dat voortaan de scholen met een bijzondere grondslag op dezelf- de wijze uit de openbare kas gefinancierd zouden worden als de open- bare scholen, betekende dat de Grondwet moest worden gewijzigd. In 1917 was het dan zover.

Artikel 23 van de Grondwet legt aan de ene kant de verantwoordelijkheid van de overheid vast: ‘het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg van de regering’ en geeft aan de andere kant een ieder de vrijheid om een school op te rich- ten en naar eigen overtuiging in te richten: ‘Het geven van onderwijs is vrij’.

De vrijheid van onderwijs is een beginsel dat in vele landen geldt. De financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs is echter uniek voor Nederland. Al in 2003 is een politieke discussie ont- staan, mede door de oprichting van isla mitische scholen, of deze financiële gelijk- stelling wel gehandhaafd moet blijven.

Artikel 23 is al langere tijd een doorn in het oog van de niet-confessionele partijen in de Tweede Kamer. Die doorn is de laatste tijd verscherpt door de discussie over de identiteitsverklaringen die binnen het reformatorisch voortgezet onderwijs wor- den gehanteerd en die de voorstanders van het gelijkheidsdenken een gruwel zijn. Het liefste zou men artikel 23 van de Grondwet geheel willen schrappen, maar het is iedereen wel duidelijk dat dit (vooralsnog) onhaalbaar is. Vrijheid van onder- wijs is immers verankerd in internationale verdragen. Vandaar dat er een voorstel van wet door de PvdA is opgesteld, waar- door artikel 23 zo wordt aangepast dat het niet meer zal kunnen dienen als een middel om ongelijkheid en segregatie in de sa- menleving te bestendigen en religie in het publieke domein een plaats te geven. Het motto is: iedereen moet gelijke kansen krijgen, ongeacht geslacht, ras, seksuele geaardheid, enzovoort.

Basiswaarden

Aan artikel 23 moet worden toegevoegd dat de wet regels moet stellen ter bevor- dering van de gelijke kansen van kinderen, de ontplooiing van hun persoonlijkheid alsook kennis van en respect voor de basiswaarden van de democratische rechts- staat.

De seculiere meerderheid is van oordeel dat het op grond van Gods Woord afwijzen van de homoseksuele praxis zich niet verdraagt met deze basiswaarden. Het gelijkheidsbeginsel van artikel 1 van de Grond- wet wordt allesbeheersend, waardoor vrijheid van godsdienst en van onderwijs steeds meer onder druk komen te staan.

Het is overigens een misvatting dat reli- gie uit het publieke domein kan worden geweerd. Religie zit in de haarvaten van de samenleving. Beter gezegd: het zaad van de religie zit in elk mens. Het lijkt erop dat in onze samenleving geen plaats meer is voor een minderheid die zich in leer en leven wil laten leiden door het Woord van God. Het begin van de christelijke opvoeding ligt in het gezin, maar wordt voortge- zet in het onderwijs aan onze kinderen. In die zin is elke school een kweekschool.

Is het ook niet juist een basiswaarde van onze democratie dat minderheden worden getolereerd, mits die de openbare orde en veiligheid niet in gevaar brengen? Het lijkt er echter op dat de meerderheid van de Tweede Kamer wel tolerantie belijdt met de mond, maar in de praktijk juist intolerant is door opvattingen die niet breed worden gedeeld, niet meer toe te laten in het publieke domein. Vrijheid van onderwijs en de vrijheid om daar een le- vensbeschouwelijke invulling aan te geven, behoren echter tot het fundament van de democratische rechtsstaat.

Kansengelijkheid

Om er voor te zorgen dat de vrijheid van onderwijs, al dan niet religieus bepaald, kan blijven bestaan, zoekt men een middel om kansengelijkheid te waarborgen. Om dat te kunnen realiseren moet de koppe- ling worden gemaakt tussen het kennen en respecteren van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en de publieke financiering van het bijzonder onderwijs.

Scholen die zich direct of indirect keren tegen deze basiswaarden, worden uitge- sloten van financiering door de staat.

Nu zal de voorgestelde wijziging van de Grondwet, die in tweede lezing, na nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer, een twee derde meerderheid moet krijgen, waarschijnlijk pas over een paar jaar in werking kunnen treden. Daarna zal die nog in wetgeving moeten worden uitgewerkt.

Toch is het niet ondenkbaar dat in de nabije toekomst scholen die willen vasthou- den aan de normen van Gods Woord, niet meer door de gemeenschap, maar door de ouders moeten worden gefinancierd.

Dan zal blijken wat we voor onze principes overhebben.


ds. W. Silfhout, Capelle aan den IJssel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2020

De Saambinder | 24 Pagina's

Vrijheid van onderwijs

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2020

De Saambinder | 24 Pagina's