Het zondoffer van de priesters

Er r staat in de tekst dat Aäron en zijn zonen met lege handen staan. Zij kunnen zichzelf niet helpen, hun handen moeten gevuld worden. Welk middel geeft de Heere door Mozes in de han- den van Aäron? Het is een var. Dat is geen kalf meer, maar ook nog geen volwassen koe. Het is een dier in de kracht van zijn leven. De var moet in de voorhof naast het brandofferaltaar gebracht worden.

Met zijn kop staat hij in de richting van de tabernakel, waar God troont. Hier wordt uitgebeeld dat het dier als een tussentre- der, een middelaar, tussen de tabernakel en Aäron met zijn zonen staat. Alleen mét deze var kunnen ze voor de Heere bestaan.

Aäron en zijn zonen leggen nu hun handen op de kop van het offerdier. Daarbij steu- nen ze op de var en zo leggen ze al hun schuld en onbekwaamheid op hem. Die var is hun toeverlaat. Buiten dat offer kunnen ze voor God niet verschijnen en God niet dienen.

Dan moet Mozes de var slachten voor de deur van de tent der samenkomst. Twee partijen zien de stervende var. Het ge- schiedt voor Gods aangezicht dat in toorn ontstoken was. Het geschiedt ook voor het aangezicht van Aäron en zijn zonen, allen waardig om in Gods toornegloed om te komen.

Wat geeft deze offerande blijdschap, om- dat er nu verzoening is en de handen van Aäron en zijn zonen hiermee vervuld zijn.

De hoornen van het altaar

Daarna moet Mozes het bloed aan de hoornen van het altaar strijken. Het be- tekent dat zowel Aäron en de priesters als ook hun dienst door het werk van de Middelaar geheiligd worden. De rest van het bloed moet aan de voet van het altaar uitgegoten worden. Daar was een gat in de grond en dat ziet op het fundament. Ziet u de betekenis? Het fundament van de Kerk en van de dienst van God is alleen het bloed, alleen de betaling, alleen de dood en de gerechtigheid van Christus.

‘Zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving’, zegt Paulus. Buiten het bloed van Jezus en de toepassing daarvan zal de Kerk nooit rust voor de ziel kunnen vinden.

Vervolgens wordt het vet dat het inge- wand bedekt, de nieren en het net over de lever genomen. Vet is in het oosten het beste van het offer. Het beste is voor God. De nieren wijzen op begeerlijkheden, begeerten. Die moeten in rook opgaan, want alles is voor de Heere. Zo is Christus gekomen en Hij heeft het beste gegeven.

Hij gaf Zichzelf met ziel en lichaam beide. Het was Zijn heilige begeerte om God en Zijn deugden te verheerlijken.

Het vlees van de var, zijn vel en zijn drek moeten buiten de legerplaats met vuur verbrand worden. Van het offervlees mo- gen Aäron en zijn zonen niet eten, omdat het hun eigen zondoffer is.

In het offeren brandt het vuur van de liefde tot God en Zijn dienst. Datzelfde vuur zal echter ook de zonde verteren en verbranden. Paulus schrijft daarover in Filippen- zen 3: ‘Ik heb alles schade en drek geacht om de uitnemendheid van Christus’. Is dat ook uw leven?

Vragen

1. De var moest staan met de kop in de richting van de tabernakel. Wat is de betekenis daarvan?

2. Deze offerande gaf blijdschap. Voor wie en waarom?

3. Christus gaf het beste. Wat heeft dat u te zeggen?

ds. C.A. van Dieren, Rijssen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen